Een inbraak werd verhinderd 1 april (D) De lente is weer aange broken en we gaan weer de zomer tegemoet. Dat is ook te merken aan de voorbereidingen van onze zomer-reclamecam- pagne, waarover u in dit nummer iets kunt lezen. Wat is er de afgelopen maand weer gebeurd? Leest u het zelf maar. Den Bosch sloot o.a. het rijtje jaarfeesten af met een sucesvolle avond. Er werd bijna weer een inbraak gepleegd op ons Amsterdams kantoor, maar door tussenkomst van onze „buurman" werd deze verhin derd. Verder natuurlijk ook weer nieuws uit het Buitenland. Tenslotte nog de mededeling dat door bijzondere omstandig heden er ditmaal geen kinder hoekje verschijnt. Volgende maand echter is Siempie Snug ger weer terug! De redactie wenst u prettige Pinksterdagen toe! heeft u hij het lezen van ons interview met de heer Ronkel op pagina 4 van ons vorig nummer ook gedacht: Wat is dat toch voor een rare kerel"! Of vond u het dood gewoon dat er dergelijke buitenissigheden over hem werden verteld Uit de vele telefoontjes die wij kregen bleek wel dat vele lezers niet zomaar een der gelijk verhaal op te dissen was. Laten wij elke twijfel rond deze vreemde heer Ronkel wegnemen door te bekennen dat deze hele figuur niet bestaat en nooit bestaan heeft, en dat hij slechts ter gelegenheid van 1 april door ons werd gecreëerd! Redactie Heeft u ook gelezen hoe de be woners van de woonboot die tegenover ons Amsterdams kan toor ligt gemeerd in de nacht van 1 op 2 april een inbraak in ons kantoor hebben verhinderd en de daders te pakken hebben gekregen en aan de politie hebben uitge leverd? Dat was de bewoner van „De witte Ark", de heer G. Visser en zijn 16-jarige zoon Gerbrand, die wij een bezoekje hebben gebracht om het een en ander uit eigen mond te vernemen. „Het was een normale buren- dienst", zegt de heer Visser, en vertelt hoe 's nachts om halfeen zijn zoon hem kwam wekken met de mededeling dat er mensen steeds maar heen en weer liepen op de boot. Het bleek niet op de boot te zijn maar voor het hek van ons kantoor. De heer Visser zag hoe een man en een vrouw een tweede man hielpen op het balkonnetje te klim men. De heer Visser bleef bij het raam, maar liet zijn vrouw de politie bellen. Binnen enkele se conden waren de omliggende straten omsingeld. De man en de vrouw die beneden stonden roken kennelijk lont, want gingen er vandoor. Echter ge schaduwd door zoon Gerbrand. De heer Visser begaf zich (nog altijd in pyjama) naar buiten onder het balkonnetje waar de „zware jongen" zich schuil hield. Tot het hem eindelijk te lang ging duren en hij naar beneden kwam. De heer Visser sprong op zijn rug en loste drie schoten met zijn alarmpistool. Een worsteling ont stond waaruit de man zich los maakte en wegrende. Op de hoek echter liep hij al in de armen van de politie. Hij werd in een wagen gestopt en meteen ging men op telefonische aanwijzingen van zoon Gerbrand de andere twee achterna die weldra werden ge arresteerd. Een spannende affaire, vindt u niet? Commentaar van mevrouw Visser op het heldhaftig gedrag van haar man toen deze weer in bed wilde kruipen: „Zou je, nu je zo lijf aan lijf hebt ge vochten met die kerel, niet een schone pyjama aantrekken?" 1

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 3