De geschiedenis van de bierpul GOED: In van deksels voorzienemet zout geglazuurde aardewerkpul len; van loodglazuur voorziene pullen moet men weigeren. BETER In van deksels voorziene tinnen pullen. (Slot) Deze prullaria worden nog veelvuldig vervaardigd in bet zg. „Kannenbackerland" fI? km van Koblenz) en zijn door toeristen zeer gezocht. In de bodem van dit bergland schap bevindt zich zachte, fijne en zeer kneedbare klei. Sinds eeuwen hebben de be woners die klei daar gegraven, gekneed en gevormd en in de hitte van de oven hard ge bakken. Bij het aanbrengen van het decor is men reeds geruime tijd geleden afgestapt van de oude methode. Aangezien pullen nu nog, evenals honderden jaren geleden, in een open houtvuur gebakken worden, was een goede weergave van het decor niet mogelijk. Door het nieuwe bovenop het glazuur aangebrachte decor, dat eerst na het gereedkomen van de pul wordt aangebracht is een kleurechte weergave gewaarborgd. Intussen was aan het einde van de 19e eeuw een ander keramisch produkt verschenen, dat op veel krachtiger wijze een eigen taal sprak: het werk van Theodoor Colenbrander (1841 1930) van huis uit architect (daardoor dus van binnenuit op de ge meenschap gericht), dat van enorme betekenis is geweest voor de ontwikkeling van de kunstnijverheid in het algemeen. Het kenmerkende van zijn werk is de fantasie, die eraan ten grondslag ligt en die juist toen, in die zo vlakke tijd, waarlijk iets bijzon ders was. Tengevolge van deze opleving vertoonde zich het begin van een beweging, die in beginsel de produktie toepaste in de grootst mogelijke eenvoud; men lette toen vooral op vorm en kleur. Bert Nien- huis moet zeker in deze periode genoemd worden, omdat hij als eerste een matglazuur toepaste, dat zeer fijne toon gaf aan de onderglazuurbeschildering. Het was voor de keramiek een hoogst vruchtbare tijd, die ieder de gelegenheid gaf naar eigen aard te getuigen van zijn ruimste innerlijke belevingen. Het werk van Chris J. Lanooy aanvankelijk decora teur van gebouwen etc. zal voor altijd getuigen van zijn intensieve geest; van zijn meesterschap over de geheimen van het vuur en van zijn schilderkundige instelling, die hem er veelal toe verleidde in zijn werk natuurindrukken op te roepen, die zijn schil dersoog hadden geboeid. Hij leefde zich voorna melijk uit in kleurimpressies. Weer anderen als André vonden in de kunst van uiteenlopende perioden en culturen en in de natuur een uitgangspunt voor een meesterlijke draaitechniek, verworven op basis van het handwerk als handwerk. Doch ook dan zien wij een nimmer aflatende be- 8

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 10