,,'t Is een
nummer
No. B. 1
Op de valreep troffen wij baas
Jan van Gijlswijk, omdat hij met
31 maart a.s. met een welverdiend
pensioen gaat.
Treffen is het woord eigenlijk
niet, dat je bij hem moet gebrui
ken, want als je baas Van Gijlswijk
te pakken wil krijgen, kan je nog
wel eens wat lopen.
Hij is namelijk al ruim 25 jaar
baas van de legkelder („Zet u nou
legkelder voorop, want dat is de
kern van de zaak"), tapkelder,
bottelarijkelder, boenplaats en ook
de kuiperij en daarom heeft hij
een „zwervend" bestaan.
Hij kwam in 1915 als voorman
bij onze Amsterdamse brouwerij.
Hij doorliep de ligkelder, boen
plaats en gistkelder en werd een
jaar later benoemd tot onderbaas.
De veerenveertig jaren, die hij op
de brouwerij doorbracht, wil hij
niet anders beschrijven dan met de
woorden: „Er zijn in die jaren heel
Kopie voor het volgende
nummer moet vóór 13 april
in ons bezit zijn.
REDACTIE
wat mensen gekomen en mensen
gegaan en nu ga ik dan zelf. Zo
belangrijk is mijn deel in 't grote
geheel beschouwd nu niet be
paald".
Nu ja, ook hij behoort tot degenen
die de grote evolutie van onze
brouwerij meegemaakt hebben.
Vooral in de bouw en verbouwin
gen was dit duidelijk te volgen.
Twee generaties Stuer heeft hij ge
kend, (u weet wel de bekende
brouwmeesters, die hun woning
hadden in het gebouw waarin het
hoofdkantoor gevestigd was op de
plaats waar nu de bottelarijkelder
staat).
Last van de grote temperatuur
verschillen, die heersen in zijn ver
schillende kelders, had hij nooit
en slechts éénmaal liep hij in z'n
jonge jaren elf dagen in de onge
vallenwet, toen hij zijn vinger als
stootkussen tussen twee vaten-
koppen had gestoken. „Maar dat
is allemaal van geen belang", ver
zucht „Ome Jan van Gijlswijk",
zoals hij in de wandel wordt ge
noemd. „Het is allemaal een
kwestie van volhouden, net zoals
met wandelen". Daarom heeft hij
een kast vol medailles, die hij in
deze vierenveertig jaren bij elkaar
gelopen heeft.
Aan de beurt is weer Amsterdam
No. 119
De heer J. Ronkel (41) is een ietwat
merkwaardige figuur in onze organi
satie doordat hij zijn werkzaamheden
begint als wij er mee plegen uit te
scheiden. Want hij bekleedt een van
de misschien minder opvallende
verantwoordelijke functies in ons
bedrijf: namelijk die van Huisbe
waarder. Omdat dat een controleren
de functie is, werd het ons van
hogerhand verboden erg veel over
zijn werkzaamheden zelf te ver
tellen, maar nu het lot ons zijn
nummer heeft toegewezen, zullen wij
toch trachten het een en ander over
de heer Ronkel te schrijven.
Een vrijgevochten man, zouden wij