'1 Is een nummer
No. 263
No. A 10
Wij zetten onze serie ditmaal voort met Rotterdam
Mejuffrouw Lenie Pieterse, die nu
achttien lentes telt, deed in 1957
haar eindexamen H.B.S. Ook voor
haar rees toen de vraag: Wat nu?
Eerst maar vakantie nemen dan
zullen we weer verder zien, dacht
ze onbezorgd; want dat is ze vol
gens onze mening. Een vriendin
van haar solliciteerde bij onze
Rotterdamse brouwerij en kreeg
een baantje op de boekhouding.
Kom, dacht juffrouw Pieterse, dat
lijkt me nog niet eens zo gek en
ze stapte in september '57 zo maar
eens bij ons binnen om te vragen
of er ook werk voor haar was.
Dat was er. En wel op de inkoop
afdeling. Daar zit ze nu nog
hoewel ze aanvankelijk ettelijke
omzwervingen heeft gemaakt.
Eerst kwam ze bij de afdeling ver
schepingen. Vervolgens de afdeling
buitenland, daarna de technische
inkoop en nu is ze dan weer terug
bij de verschepingen. Haar baas is
de heer Annegarn.
Wat ze verder doet: ballet, ballet
en nog eens ballet. Nee, niet bij
ons Heineken's ballet („hoewel ik
het dolgraag zou willen"), omdat
het haar als ze dat er ook nog
bijdoet wel wat te veel wordt. 6
mei is haar eerste uitvoering. Ze
danste al op school in een revue.
„Eigenlijk vind ik alles leuk wat
een beetje vrolijk is". Daarom kan
juffrouw Pieterse waarschijnlijk
ook die aardige limericks schrijven
die wij wel eens in ons blad hebben
gepubliceerd.
De inspiratie krijgt ze misschien
wel tijdens het kamperen, want
ook dat is een van haar hobby's.
„Als het maar enigszins kan ga ik
in de vakantie en zelfs de week
ends kamperen." Wij hopen dat
wij nog vele bijdragen zullen ont
vangen van dit jonge literaire
talent.
Toen de heer L. Dijkxhoorn (63)
in de bottelarij kwam werken zag
het er allemaal een beetje anders
uit dan vandaag. Twee handvul-
apparaatjes met 5 kranen konden
met moeite 300 flesjes in een klein
half uur vullen. Maar dat is dan
ook al weer achtenveertig jaar ge
leden dat hij er zijn intrede deed.
Zijn broer was koetsier van de
brouwerij en zo had hij als kind
al vele ritjes meerijdend kennis
gemaakt met de brouwerij.
„Bijna een halve eeuw in bottelarij
doet je menige verandering mee
maken." Zo b.v. de ontwikkeling
van het pasteuriseren; 480 flessen
konden er toen slechts in een ketel
en het hele pasteuriseerproces
duurde drie uren. Later werden
het er 700, daarna 1000 flessen.
Ark" geen Heineken's lichtbak maar dank zij de
medewerking van ter zake kundige gidsen konden
wij het toch vinden en konden toen ook onmiddellijk
de voorkeur van Vader Noach voor dergelijke woon
oorden begrijpen. De ontvangst door mevrouw en
de heer Heineken was bijzonder charmant en ik
neem gewoon het risico van ontslag door dit buiten
de agenda vallende punt het meest geslaagde van
de hele bijeenkomst te noemen
Wat niet wegneemt, dat ook de rest bijzonder nuttig
en interessant was. Het was alleen al zo prettig om
alle collega's van de drie Nederlandse Heineken's
brouwerijen weer eens bij elkaar te zien, overigens
met alle gevolgen van dien, want het uur van naar
bed gaan en van opstaan lag zo dicht bij elkaar, dat,
per uur uitgerekend, het tukkie in de mooie Noord-
wijkse hotelkamer misschien het duurste van mijn
leven is geweest.
Na het forumspel van donderdagmorgen hebben wij
onze laatste Noordwijkse boterham gegeten en ons
laatste Noordwijkse glaasje bier gedronken en toen
vond Noordwijk het kennelijk welletjes. Want zoals
in 't café tegen sluitingstijd de lichten worden uit
gedraaid hoogste tijd, heren!) zo trok Noordwijk
zijn mistgordijnen toe en overeenkomstig de standing
waren die van bijzonder zware kwaliteit. Er was
geen blanke top der duinen meer te zien, geen strand,
geen kilometerpaal en nauwelijks een stukje stoep
rand.
Daar doorheen moesten wij naar huis roeien, maar
daar trok Noordwijk zich niets meer van aan. De
huizen deden hun luiken weer dicht en draaiden zich
op hun rechterzij om de winterslaap voort te zetten,
die ruim 50 brouwerijkerels zo wreed hadden onder
broken.
vdz
6