Noordwijk
Werkverga€lering
Httreea-vertegenuioordigers
te Noordwijk
In het comfortabele Palace-hotel te
Noordwijk vond op woensdagmiddag
28 en donderdagochtend 29 januari een
werkvergadering plaats van de Horeca-
vertegenwoordigers Nederland.
Deze bijeenkomst werd voorgezeten door
de heer Berkemeier en voor een groot
deel bijgewoond door de heren Feith en
Heineken. De heer Feith heeft boven
dien leiding gegeven aan het forum dat
donderdag de discussies behandelde. De
vergadering begon met een openings
woord van de heer Bolhoven, waarna
de heer C. L. Schwerzel van het C.B.K.
een uiteenzetting gaf over het vesti-
gingsbesluit horecabedrijven.
Nadat vervolgens mr. Jansz een ver
handeling had gehouden over het lid
maatschap van de Fiva, besprak de
heer Vestergaard het onderwerp „Enkele
aspecten van de taak van de Horeca-
vertegenwoordigers", dat 's avonds in
de discussiegroepen een punt van be
handeling zou vormen.
Een bijzonder prettige onderbreking
aan het eind van de middag, was de
charmante ontvangst bij de heer en
mevrouw Heineken. Het afscheid van
dit gastvrije huis was moeilijk maar
onvermijdelijk, want prompt om 8 uur
's avonds verzamelden de heren Baay,
G. Drijver, mr. Nuboer en Peels hun
discussiegroepen. Eerst tegen midder
nacht was een afronding bereikt van de
levendige en op behoorlijk peil staande
discussies en het was 2 uur 's nachts
toen het forum, bestaande uit de heren
Feith, Van den Bent, Berkemeier, Bol
hoven, Van de Griendt en Vestergaard,
uit elkaar ging. Enkele uren later, t.w.
9.15 v.m. werden de conclusies ter be
spreking geformuleerd.
Vlot maar niettemin uitputtend werden
die ochtend de verschillende punten be
handeld en toen de deelnemers om 2 uur
n.m. in een mist die naar beweerd wordt
in dichtheid een record voor Holland
betekende, trachtten hun standplaatsen
weer te bereiken, kon men met waar
dering en dankbaarheid terugzien op
een even aangenaam als nuttig samen
zijn, dat tevens een belangrijke bijdrage
heeft geleverd voor de teamspirit der
commerciële afdelingen onzer drie
Nederlandse brouwerijen.
RV.
Zoals bekend ligt Noordwijk aan de Noordzee. Het
kan daar zelf niets aan doen en had waarschijnlijk
liever aan de Middellandse Zee gelegen, ergens in de
buurt van Antibes, maar de handvol witte huizen,
die op een toch wel gezegende dag moet zijn uit
gestrooid, is nu eenmaal terechtgekomen op de
duinen tussen Katwijk en 1]muiden. En daar ligt
het dan, hardnekkig en niet zonder succes proberend
zich allure te geven.
De zee rolt er precies tot aan het strand en 's zomers
is dat strand zeer druk bevolkt met min of meer
blote mensen en kinderen. Het doel, waarnaar dezen
naarstig streven, is bruin worden en het droog-
houden van hun badpak, waarvan de prijs gewoonlijk
omgekeerd evenredig is aan het ervoor gebruikte
textieloppervlak.
De voertaal is er 's zomers Duits, het aangewezen
vervoermiddel de Mercedes en de meest gangbare
munt de mark, ofschoon ook dollars worden aan
genomen en in noodgevallen guldens, maar dan
alleen bij grote kwantiteiten.
Het badleven voltrekt zich in stijl. Men baait er dus
geen pootjes, met opgerolde broekspijpen en zo, zoals
in Zandvoort of Hoek van Holland, nee, men
baadt, weliswaar meer in de zon indien aanwezig)
dan in de zee, maar men baadt en men hoopt daar
bij gezien te worden door die kale buurman van de
overkant of door die onuitstaanbare jansens of door
weetikveel, maar men is nu eenmaal in Noordwijk
en het kost een heleboel geld, dus er moet ook een
beetje propaganda van uitgaan.
Verstandige mensen gaan dus 's zomers niet als bad
gasten naar Noordwijk. Zij hebben de keuze uit
twee mogelijkheden: óf er 's winters heengaan, óf er
gaan wonen en op die manier in elk seizoen een eigen
seizoen te maken in eigen omgeving, afzijdig van de
blote massa.
Tot de categorie van de „woners" behoort de familie
Heineken, tot de „wintergangers" mochten wij ons
twee koude januaridagen rekenen, dank zij een werk
vergadering van verkoopleiding en vertegenwoordi
gers uit de Horecasector, zoals dit tegenwoordig heet.
Terwijl de zee, de zee met Kloos voortklotste in
eindeloze deining, stroomden in de conferentiezaal
van het Palace-hotel vele gewichtige en belangwek
kende woorden en gedachten.
Een van de sympathiekste gedachten kwam echter
aan het einde van de eerste middag, nl. de gedachte
van de heer Heineken, de „woner", om ons, de
„wintergangers"in zijn woning te nodigen tot het
nuttigen van 't een en ander. Er brandde aan „de