Siempie Snugger II. EEN VERVOLGVERHAAL VOOR ONZE JEUGD Rectificatie „Ha, daar is onze Siempie", sprak de hoofdcommissaris. „Pret tig dat je zo precies op tijd bent. Deze agenten ken je zeker wel. Met ons allen hebben wij over jou gesproken. Waarom, dat zal ik je vertellen. Je weet natuurlijk, dat onze Goud kust de mooiste kust van heel de wereld is. Al dikwijls hebben andere mensen geprobeerd onze kust te veroveren, maar nooit lukte hun dat. Wat nu gebeurt is echter veel erger. Sinds enkele weken wordt onze goudkust steeds kleiner. Het lijkt wel alsof er goud afgehakt wordt. Dagen en nachten zijn wij bezig geweest om de dieven te vangen. Het is nog niet zover, dat wij hen hebben. Nu weten wij, dat jij heel snugger bent. Zou jij ons misschien willen helpen? Met de schoolmeester ma ken wij dat wel in orde. Verder zien wij je veel met Daafje Dapper. Die zou misschien ook mee willen." „Ja, ja", riep Siempie vlug. Hij vond dat erg leuk, want Daafje was zijn onafscheidelijke vriendje. Zij woonden naast elkaar. Waar je Siempie zag, was Daafje niet ver. Terwijl Siempie op het politie bureau lekker limonade kreeg, ging Daafje naar het huis van Snugger. „Mevrouw, komt Siempie", vroeg hij. „Siempie is naar het politiebureau, Daafje", antwoordde moe Snug ger. „Hij moest bij de hoofdcom missaris komen." Verschrikt zag Daafje haar aan. Zonder iets te zeggen draaide hij zich om en rende naar het politie bureau. Langs het loket stoof hij en luis terde niet naar de agent, die hem terugriep. Vlug kwam de agent hem na, maar kleine Daaf was nóg vlugger. Zonder op te letten stapte hij een deur door enstond in de ver gaderzaal. Daar zat warempel zijn vriendje tussen de politiemannen. Woedend barstte Daafje los: „Lelijke gemene agent", gilde hij. „Waarom sluiten jullie Siempie op? Hij heeft niets gedaan. Kom maar hoor Siem. Wees maar niet bang. Als de politie je hier houdt, zal ik voor je vechten." Een bulderend gelach weerklonk door het kale bureau en ook Siempie gierde het uit. De hoofdcommissaris sprak: „Stil, mijn jongen, stil Daafje en luister eens. Siempie wordt juist niet op gesloten. Hij gaat de politie helpen. Nu jij laat zien, hoe dapper je bent, mag je ook meedoen. Waar mee, dat zal Siem je onderweg vertellen. Maar kom, dan gaan wij eerst een autotochtje maken. Dat vinden jullie vast wel leuk." JOS TABBERS (Wordt vervolgd). Personalia Buitenland Op 19 januari 1959 is drs. G. L. Rinkel voor technische besprekin gen naar Caracas vertrokken. Drs. Rinkel keerde op 5 februari in Nederland terug. De heer P. R. Motley kwam op 23 januari uit Singapore in Neder land aan. Op 31 januari is hij uit Londen naar Lagos vertrokken. Op 28 januari werden de heer en mevrouw Klos te Surabaia ver blijd met de geboorte van een zoon, Horst Jtirgen. Begin februari arriveerde de heer J. M. Coesel uit Lagos in Neder land voor het doorbrengen van het verlof. De heer A. P. de Groot is na een kort verlof in Nederland op 12 februari weer naar Surabaia ver trokken. De heer E. Poel, in opleiding voor administrateur buitenland, is op 29 januari jl. naar Singapore ver trokken. Kopie voor liet volgende nummer moet vóór zaterdag 14 maart in ons bezit zijn. REDACTIE Naar aanleiding van het artikel „Bent u ziek geworden" op pagina 4 van ons vorig nummer, willen wij opmerken dat enkele fouten in de tekst zijn geslopen, die wij hier bij willen rechtzetten. De onder nummer 6 en 8 ge noemde bedrijfsvereniging moet zijn personeelsdienst. Verder moet de ziektemelding niet vóór 10 uur maar vóór 9 uur 's ochtends van de eerste ziekte dag plaatsvinden. Op 1 maart 1959 overleed te Rotterdam op 56-jarige leeftijd, de heer HERMANUS WAGEMANS De heer Wagemans kwam in 1949 van Van Vollenhoven bij de commerciële dienst van Heineken en werd later vertegenwoordiger in Rotterdam. Om gezondheidsredenen ging de heer Wagemans al enige tijd ge leden met ziekenverlof. Zijn werkzaamheden werden reeds toen overgedragen aan de heer D. Schoute. 16

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 18