*1 Is een nummer
De heer Th. W. Konings (35) is in
's-Hertogenbosch geboren, maar heeft
het merendeel van zijn jaren in Eind
hoven doorgebracht. „Ik voel me dan
ook nog altijd Eindhovenaar" be
kent hij oprecht. Ondanks het feit
dat hij al weer twee jaren in de
St. Jansstad terug is.
Zijn loopbaan bij Heineken begint
eigenlijk al in 1940, toen hij bij
Van Vollenhoven zijn entree deed.
Hij werd in '49 „overgenomen" door
onze brouwerij. Hij bleef bij filiaal
Eindhoven, wat nu een Heineken
filiaal werd.
Een relatief klein bedrijf, waar func
ties niet zo strikt bepaald en ver
deeld waren als in een groot concern.
„Je zat officieel op de administratie,
maar daarnaast deed je nog andere
dingen ook". Zo was bijvoorbeeld 's
zomers het kantoorpersoneel dikwijls
met het laden van de wagens bezig.
Dan komt het jaar '57. Bijna het
gehele filiaal wordt overgeplaatst
naar Den Bosch. Daar staat nog alles
in de kinderschoenen. De heer Konings
komt eerst op de Expeditie. Later
wordt hij op de bedrijfsadministratie
geplaatst, waar hij thans werkzaam is.
Wij zetten onze serie ditmaal voort met 's-Hertogenbosch
Nr. 22
„Tussendoor heb ik ook nog voor
kassier gespeeld".
Wat zijn werk omvat? Magazijn
administratie, facturering, kascon
trole, bierpompenserviceadministratie,
algemene hopvoorraad-administratie.
„Kortom, mijnheer, het hele bedrijf
zie ik in cijfers uitgedrukt langs me
heengaan."
En dat maakt nu juist het werk inte
ressant.
Hobbies? Thuis van alles in orde
maken. Nu eens een schakelaar, die
het heeft begeven, dan weer wat voor
de twee dochters (3 en 4) knutselen,
vertelt een trotse vader en vertrouwt
ons tenslotte toe, dat een zoon onder
weg is. (Want dat het nu een zoon
wordt is voorspeld.)
Nr. V1
„U stoort verschrikkelijk," waren de
woorden waarmee inspecteur D.
Ellens ons ontving toen wij de con
ferentiekamer van de Bossche ver
tegenwoordigers binnenstapten. Maar
aangezien het wederzijds duidelijk
was, dat onze mensen die haast dag
en nacht voor ons op pad zijn, slechts
op dergelijke momenten te vangen
zijn, werden al gauw rapporten en
andere paperassen opzij geschoven en
kon ons gesprek beginnen.
Het verhaal begint in '49 toen de heer
Ellens bij Van Vollenhoven kwam.
Daaraan vooraf was gegaan een ver
antwoordelijke functie in de verkoop
organisatie van de Coca Cola. Een
produkt, waarvan in Nederland de
verkoop de eerste plaats innam.
In deze geest wilde hij ook bij ons
zijn carrière opbouwen.
„We maken er een sport van" werd
zijn leus, en wat sport is wist hij,
want met zijn 15e jaar werd hij in
1928 midvoor in het le elftal van
A.F.C. (tot 1937).
„Onze taak ligt in het leggen van
contacten tussen de brouwerij en
klanten, en daarvoor is kweken van
vertrouwen en vriendschap nodig.
Daarbij wordt veel mensenkennis ge-
eist, want onze klanten zijn zeer
uiteenlopend wat betreft morele
standing, als ook maatschappelijke
positie. Dus je aanpassing moet groot
zijn."
Als onderbreking horen we de vol
gende recente anekdote:
Iemand, nog nooit in het Horecavak
geweest, neemt een zaak over.
De heer Ellens komt op de middag
van de opening met de huurcontrac
ten en zegt tegen de eigenaar dat ook
zijn vrouw moet tekenen. „Mijn
vrouw is even rusten" (moe van de
verhuizing, denkt de heer Ellens).
„Roep haar maar", zegt de heer
Ellens. De aap komt uit de mouw:
„Mijn vrouw heeft met de eerste klant
een biertje gedronken en het is niet
bij één gebleven. Ze kan er nog niet