Steunfonds
werd
Personeelsfonds
Wijziging in statuten en bestuur
De opening van de brouwerij in Den Bosch maakte een wijziging
in de statuten van het Steunfonds noodzakelijk. Deze wijziging
kwam 13 januari jl. tot stand, zodat het Steunfonds thans officieel
zijn werkzaamheden over de 3 Nederlandse brouwerijen uitstrekt.
Ook in het bestuur hebben mutaties plaatsgevonden, deels door
benoemingen door de directie, deels door verkiezingen.
Het nieuwe bestuur is als volgt samengesteld:
Leden Uitvoerende Commissie:
J. Gombert, voorzitter; C. J. Rijkeboer, vice-voorzitter; mej. C.
Wolters, secretaresse; H. Harmens, penningmeester; K. W. Berke
meier; J. F. Stap.
Leden-Vertegenwoordigers van het personeel:
H. Been, F. J. Huybrechtse, J. Moes, Amsterdam; A. Kamps, C.
Beer, J. L. A. Zomn, Rotterdam; L. Th. B. van Renswoude, H. A.
Th. S. Bechtold, M. Oele, 's-Hertogenbosch.
Bij dezelfde statutenwijziging werd ook de naam van het Steun
fonds veranderd. Nu sedert jaren naast de steunverlening in
engere zin, het verlenen van toeslagen op de pensioenen een be
langrijke taak voor het fonds is, werd de aanduiding Personeels
fonds juister geacht. De volledige naam luidt thans: „Stichting
Personeelsfonds der Heineken's Bierbrouwerij Maatschappij N.V."
nicht!" De verjaagde minnaar verdwijnt links in het
hoge bos en pruttelt daar nog wat na.
Tegen 11 uur komt beneden rust en ook wij worden
slaperig. Althans een hele tijd later word ik wakker
en constateer dat op nog geen 50 meter van ons
verwijderd een jong hert, een „Spitzer", rustig laveit.
Het voelt zich blijkbaar te jong om zich in de
vrouwenruzie beneden te mengen en verdwijnt kalm
grazend ook al naar het hoge bos. Even later vliegt
er vrij dicht langs ons een grote zwarte vogel, 't Is
geen raaf. Mijn jager ziet mijn vraag en mompelt:
„Auerhahn".
Het is onder de bedrijven door 3 uur geworden en
beneden ons hebben de rivalen het gevecht hervat.
Het duurt niet lang en dan zien wij de tweede mede
minnaar het lage bos uitrennen en protesterend naar
het hoge bos verdwijnen.
En nu is mijn jager, die schijnbaar suffend naar
beneden zit te kijken, klaar wakker: „Jetzt wird er
kommen!" en even later het is alsof hij het ruikt
„Da kommt er" en waarachtig: de overwinnaar
komt uit de dekking om de ruimte eens op te nemen.
De jager heeft zijn verrekijker al uitgetrokken en
met een: „Der ist gut, Sie diirfen schiessen", krijg ik
mijn buks met de mededeling: „300 Schritt".
Nu komt het er op aan uitermate rustig te mikken,
de versneller overhalen en bij het afkomen nauw
keurig te weten, waar men afkomt. Als het schot
valt, springt het hert een keer op en zakt in elkaar.
Ik zeg: „Hochlungenschuss". Mijn jager haalt de
schouders op en steekt een sigaret aan. Hoewel ik
brand van nieuwsgierigheid, moet eerst de sigaret op.
En dan naar beneden. Nu blijkt, dat mijn man toch
ook nieuwsgierig is. Met grote sprongen gaat hij mij
vooruit en beneden als ik aankom, neemt hij de hoed
af en zegt goedkeurend: „Hochlungenschuss". Het
is een mooie zware regelmatige tienender, zeer donker
gewei met witte punten.
Een naaldhouttakje wordt afgeplukt, in het bloed
van de schotwond gedoopt. Hij legt het op zijn hoed
en biedt mij de „Bruch" met een Weidmannsheil
zijnerzijds en een Weidmannsdank en handdruk
mijnerzijds aan. Het belangrijkste gedeelte is ge
ëindigd.
Vervolgens worden de twee achterste kiezen uitge
broken, de „Grandl", om in zilver gevat later op
een jachtkostuum te worden gespeld. Het hert wordt
opengemaakt, lever en bruikbare delen met een stuk
papier om de vossen weg te houden aan een
laag boompje gehangen, hoofd met gewei afgesneden
en boven op de rugzak gepakt en nu op huis aan.
Het is verscheidene uren lopen en als wij beneden
aankomen, is het volop donker.
Onder het genot van een paar glaasjes „Slibowitz"
en een wederom uitstekend diner, begoten met dito
„Gumpoldskirchner" worden de belevenissen van de
dag uitgewisseld, waarna de plannen voor de vol
gende dag worden opgemaakt. j. a. e.