No. N 18
No. 41
In een houten keet, waar thans de
„Onderhoud" is ondergebracht, trof
fen wij de heer A. J. Trum (28) aan
de draaibank. „Ook maar weer tijde
lijk", zegt de heer Trum, „we zijn al
in een houten gebouwtje geweest met
kippegaas als muren (2 wollen truien
aan, een pet en een wollen das) en
ook zaten wij een tijdje in de ma
chinekamer. Maar ook voor ons komt
er een echte werkplaats. Alles op z'n
tijd."
De heer Trum kwam in september
'56 in de brouwerij in Den Bosch,
nadat hij vier maanden in Rotterdam
was ingewerkt. Daarvoor werkte hij
bijna twee jaar lang in de Onderhoud
van de Leerdamse glasfabriek. „Na
dat ik gezien had hoe de bierflessen
werden vervaardigd, was ik nieuws
gierig hoe de inhoud daarvan werd
gemaakt en zo kwam ik bij Heineken.
Geef mij de inhoud maar, dan mogen
ze de flessen houden!"
Ook de heer Trum merkt bij zijn
werk, dat hij in een nieuw bedrijf
werkzaam is, doordat reparaties maar
een klein deel van het werk omvat
ten. Alles is nieuw en er is vaak meer
werk dat bij de montage en bouw
behoort, zoals machine-onderdelen,
die niet helemaal passen en bijv. ver
wijd of vernauwd moeten worden.
Tijdens ons gesprek blijkt ook, dat
hij een van de weinige Heineken's
mensen is, die letterlijk èn figuurlijk
in het huwelijksbootje zijn gestapt,
doordat hij, toen hij in augustus jl.
trouwde, in een woonboot is gaan
wonen. Wilt u een bezoekje bij de
familie Trum gaan brengen dan hoeft
u niet ver te zoeken, want „Alan"
(een combinatie van Albert en Annie)
ligt op het water vlak langs de brou
werij.
Wat de hobby van deze „waterman"
is, is niet moeilijk te raden. Natuur
lijk hengelen. „Ik hoop dan ook, dat
ik mee kan werken om spoedig de
Heineken's hengelsportvereniging van
Den Bosch op te richten en daarmee
ook een steentje bij te dragen aan het
verenigingsleven in Den Bosch."
Daarom vanaf deze plaats onze kreet:
Hengelaars van Den Bosch, ver
enigt u!"
De heer J. A. M. van der Grint (26)
lachte toen wij zijn kamer binnen
kwamen en toen wij er weer vandaan
gingen lachte hij nog steeds. Met
andere woorden: een man die plezier
in zijn werk en in zijn leven moet
hebben. Zijn zetel is de postkamer,
die tegelijkertijd ook zo'n beetje
reclameafdeling is en archief van de
correspondentie. „Er valt genoeg te
doen" vertelt hij ons spontaan „en
doordat al deze drie dingen en
daarnaast ook werk op commercieel
gebied aan de zijde van de heer Wolff
tot mijn werk behoren heb ik de
hele dag variatie genoeg."
Een goed geheugen schijnt de heer
Van der Grint ook te hebben, want
toen wij hem vroegen waneer hij in
dienst van de brouwerij kwam, ant
woordde hij spontaan: „Dat was 27
mei 1957 een maandag. Recht
streeks uit de militaire dienst."
Thans studeert hij in de avonduren
voor handelscorrespondentie Neder
lands en volgt hij een cursus Engels,
zodat er niet veel voor vrijetijdsbe
steding overblijft. „Vroeger wel",
zegt hij (ook al weer lachend) „Vroe
ger heb ik veel aan sport gedaan,
veelal in dienst". En als wij nieuws
gierig vragen welke sport, antwoordt
hij: ,,'t Meest vechten. Dat was bij
de commandotroepen in Roosendaal
dé hoofdsport." En terwijl wij een
stap achteruit doen, begrijpen wij dat
als er sprake zou zijn van de op
richting van de „Heineken's vecht-
club", men bij de heer Van der Grint
moet zijn.
Naar aanleiding hiervan vragen wij
of hij ook lid is van een van de per
soneelsverenigingen, waarop wij als
antwoord krijgen: „Nee, want ik ben
pas getrouwd".
Voor een vrijgezel-redacteur is dit
een niet helemaal logisch antwoord,
maar wij nemen aan dat hij bedoelt
dat je je handen dan al vol hebt met
huishoudelijke bezigheden.