De Paashaas, lamenie lache!
Een Paas-filosofietje
5
Er was eens een grootvader, die
zich zo tegen Pasen op een avond
welgedaan neerliet in zijn grote
zetel, omslachtig zijn pijp stopte
en tegen zijn beide kleinkinderen
sprak: Welaan, kindertjes, komt
aan mijn knie en ik zal u het ver
haal vertellen van Kakelbont en de
Paashaas.
Waarop de beide kinderen elkaar
glimlachend aankeken en zeiden:
Je kan toch wel goed merken, dat
die ouwe kinds wordt. De Paas
haas, lamenie lache! En zij gingen
door met het monteren van hun
miniatuur ballistisch raket, dat zij
nog diezelfde avond om 19 u. 14
precies op de hoek van de tafel
wilden lanceren met bestemming
een nauwkeurig aangegeven plek
op de divan.
Nu ben ik als alle vaders si nds
het begin onzer beschaving het
niet altijd eens met de opvattingen
en gedragingen van onze tegen
woordige jeugd, maar ik moet in
dit geval toegeven, dat de Paas
haas inderdaad nauwelijks een
plaats kan vinden in onze tegen
woordige zeer concrete en rumoe
rige tijd. Je kunt je de Paashaas
zo moeilijk voorstellen, zoetjes op
een bosweitje in de buurt van
Soest bezig met het verven van
versgelegde kippeëitjes, terwijl de
straaljagers laag over hem heen-
gieren. Dat zou natuurlijk brokken
worden, struif en schalen, en daar
voor heeft zelfs Kakelbont ze niet
met zoveel moeite ter wereld ge
bracht.
Maar met het verdwijnen van de
Paashaas is toch evengoed weer
een zoet stuk poëzie om zeep ge
bracht. En zeep is, wat van Pasen
blijft. Want de schoonmaak hand
haaft zich tegen alle industrialisatie
en automatisering in en verschilt
slechts op het punt van de ge
bruikte wasmiddelen van die van
onze opoes, Zodat onze arme
kinderen ook met deze Pasen niet
zullen mogen spelen in de schone
kamer of op de schone gang,
zomin trouwens als op de schone
zolder.
Dus gaan ze wandelen met vader
en moeder, want vele ellendigen
zijn er nog onder het ras der
tegenwoordige ouders, die ver
geten zijn hoe verschrikkelijk zo'n
Paaswandeling voor hun bloedjes
van kinderen is. Zij lopen en lopen
en eerst zijn het hun voeten, die
ze op moeten tillen, maar bij het
vorderen van de weg en het stij
gen van de vaderlijke verbolgen
heid worden het allengs poten.
En ze mogen niet op het hekje
zitten met hun nieuwe broek en
niet tegen een boom leunen met
hun nieuwe trui en niet tegen zo'n
prachtig leeg conservenblik trap
pen met hun nieuwe schoenen.
En in de theetuin of op het terras
van het nette café is alle lol er af
en als vader net lekker aan zijn
pilsje zit, hebben ze hun chocomel
allang op en beginnen ze al te
zeuren van wanneer gaan we nou?
Als ze opstaan blijkt de chocomel
natuurlijk net niét op te zijn en het
drabbige restant, dat uit het om
vallende flesje loopt, tekent een
grillig Karei Appel-patroon op het
no-iron-jurkje van Mientje.
Maar vader betaalt zijn inclusief
aan de nijvere horeca-ondernemer
en dat is de hoofdzaak, want ten
slotte is Pasen niet alleen uitge
vonden ten behoeve van de tex
tielindustrie maar is het tevens de
eerste mijlpaal op de lange en
toch zo korte weg van het horeca-
zomerseizoen. Het hangt daarbij
uitsluitend van het weer af, of de
kwitanties, die van Kerstmis naar
Pasen zijn verschoven, al dan niet
moeten terugtrekken op Pinkste
ren. Voor De Bilt is het uiterst
moeilijk om het in deze iedereen
naar de zin te maken, want een
buitenzaak z'n zon is een stads-
zaak z'n sof, zodat de balans van
Pasen altijd sluit met een saldo
van gemengde gevoelens.
Natuurlijk zijn dit gevoelens van
vuig materialisme, wat niet de best
denkbare Paasgevoelens zijn.
Beter is het maar dat doet men
na de middelbare school niet
meer om er de Faust van de
ouwe Goethe nogeens op na te
lezen, en in het bijzonder het ge
sprek tussen Faust en Wagner op
de Paaswandeling. Ofschoon wij
daarbij als mensen, die het vlees
altijd nog beter vinden dan de
benen, natuurlijk het gevaar lopen
te blijven steken in de levensfilo
sofie van de student op diezelfde
Paaswandeling in diezelfde Faust:
,,Ein Starkes Bier, ein beizender
Tuback, und eine Magd im Putz,
das ist nun mein Geschmack."
Dit is natuurlijk ook materialistisch,
maar het is concreet, kan zelfs nog
rumoerig worden ook en met een
bromfiets en een juke-box erbij
had Goethe het eigenlijk ook
voor onze tijd kunnen schrijven.
Waaruit men ziet, dat er eigenlijk
maar weinig is veranderd, behalve
dan het tanende geloof in de
Paashaas
Personalia Buitenland
Correctie: De heer Kooyman is niet,
zoals in het vorige nummer vermeld
werd, voor het onderhoud van de
aanwezige bottelcolonnes maar voor
de montage van de nieuwe bottel
colonnes naar Singapore gezonden.
Ir. E. H. van Leeuwen vertrok begin
maart voor een reis langs de brou
werijen te Kairo, Singapore, Hastings
en Port Moresby.
De heer A. P. de Groot verblijft op
het ogenblik voor een zakenbezoek
in Nederland. Hij keert begin april
weer naar Surabaia terug.
De familie A. Verhoeven arriveerde
begin maart in Nederland voor het
doorbrengen van verlof. De heer
Verhoeven was werkzaam te Aba.
Uit Surabaia keerden inmiddels defi
nitief naar Nederland terug de heren
C. Kroep op 1 maart 1958 en G. de
Brune op 15 maart 1958.
Op 24 februari is de heer J. Huizing
met echtgenote vertrokken naar de
Belgische Kongo. Hij zal daar als
monteur werkzaam zijn bij de instal
latie van de nieuwe brouwerij in
Barna.