t Is een nummer!
Nacht
99
99
Aan de beurt is
Rotterdam
8
No. K.2
Nauwelijks ben je in gesprek met de
heer C. van der Cingel (59) uit de
gistkelder, of je merkt dat hij er een
is uit de oude garde.
Onwillekeurig leidt elk gesprek naar
een vergelijking met vroeger, waarbij
hij bescheiden opmerkt dat de oude
tijd toch gezelliger was, maar dat hij
zich bewust heeft aangepast aan de
moderne tijd.
De drieënveertig dienstjaren passeren
zijn herinnering, wanneer wij (in zijn
ogen zeker nog jonge broekjes) hem
vragen iets over de oude Heineken's
tijd te willen vertellen.
De eerste vijfentwintig was hij koet
sier en werkte hij in de stal totdat het
bekende ogenblik kwam, waarop de
paarden werden afgeschaft. „Ik her
inner mij nog goed toen wij de eerste
(Sauer) auto's kregen met mooi ge
poetste koperen petroleumlampen
voorop".
En wanneer hij dan plotseling in zijn
bescheidenheid meent onbelangrijke
dingen te vertellen en denkt beter te
kunnen zwijgen, is daar baas Felper-
laan die Van der Cingels herinnerin
gen kent en hem aanmoedigt verder
te vertellen. Wij krijgen andere
curiosa te horen. De grootste veran
dering vindt hij de mechanisatie van
de brouwerij die in al die jaren heeft
plaatsgevonden. Immers toen hij na
de eerste wereldoorlog drie maanden
in de bottelarij kwam te werken, werd
alles nog met de hand getapt (1 hecto
liter per uur tegen 50 hectoliter ma
chinaal tegenwoordig).
„De grootste opschudding werd ver
oorzaakt toen er ineens 200 kisten
voor de export klaargemaakt moesten
worden. Veertien dagen hebben wij
moeten overwerken! En vergeet niet:
elk etiket werd met de hand geplakt."
In '42 kwam Van der Cingel in de
gistkelder, waar hij nu aan de gistpers
staat, die het bier uit de afgewerkte
gist perst. Maar hiervoor gingen drie
jaar proefziederij en andere afdelin
gen (o.a. wortkoeling) vooraf.
En als wij er ons dan rekenschap van
geven dat deze man ook twee wereld
oorlogen bij onze brouwerij heeft
doorgemaakt, vragen wij natuurlijk of
hij ook daarvan iets wil vertellen.
„Wat mij altijd bij zal blijven van de
eerste is o.a. dat er tijden zijn geweest
waarop het bier met handkarren met
honden eronder werd rondgebracht.
Van de tweede, dat er in de ziederij
in een brouwketel pap werd gekookt."
Een man die wel weet mee te praten
over de geschiedenis van de brouwerij
en die wanneer hij over zes jaar, naar
wij hopen in volle gezondheid, gepen
sioneerd zal worden, negenenveertig
dienstjaren achter de rug zal hebben.
Tis zwaar nacht
Radio zwamt
Kachel klokt
Lamp schijnt
Tis laat nacht
Klokken dongen
Sirene scheurt
Lamp straalt
Wekker dreunt
Wilhelmus galmt
Kachel stikt
Lamp verblindt
Tis stil
Bed zacht
Alom zwart
Lamp uit
Esp.
No. 3
Er is niemand die het terrein van
onze brouwerij is binnengekomen of
hij is wel eens onder de ogen geko
men van Arnoldus Breeman (46), die
daar nu al weer ruim vijftien jaar
aan de poortcontrole staat.
De heer Breeman, zo blijkt uit zijn
verhalen, begon zijn Heineken's loop
baan in 1932. Eerst zes jaar op het
expeditiekantoor, daarna vier op de
boekhouding, waar hij de heer Van
der Spek heeft geassisteerd, en toen