Naar de Efteling 12 Op Zondag 11 September j.l. maakte het jeugdige fabrieks- personeel van Heineken's Bierbrouwerij Maatschappij N.V. een tocht per touringcar naar Kaatsheuvel, (,,de Efte- ling"). Eén der deelnemers zond ons het volgende verslag, waarvoor wij hem zeer dankbaar zijn. BIJ STRALEND ZONNEWEER 11 September 1955 's morgens half negen opstellen bij de Heineken's Bierbrouwerij te Rotterdam voor de touring- cartocht naar de Efteling. We zijn omstreeks kwart voor negen vertrokken. We gingen via de Jonker Fransstraat naar de Maastunnel, langs het Stadion Feyenoord, IJssel- monde, langs Zwijndrecht enz., enz., over de Moerdijkbrug en belandden om half elf in Kaatsheuvel, de Efteling. Wij kregen een kop koffie met broodjes en daarna konden wij tot half twee vrij rondwandelen. Allereerst kwamen wij bij de leggende kip terecht, die eieren van plastic, met snoepjes en een plakplaatje van de Efteling er in, legde. Toen gingen wij weer verder en kwa men in de speeltuin, waar wij gleden, draaiden en schom melden naar hartelust, daarna belandden wij bij de trein tjes die je al fietsende in beweging bracht. Eerst ging het over het bruggetje en toen de wissel omgelegd was, ging het door het kleine tunneltje naar het stationnetje, het einde van de rit. We liepen weer door en kwamen in het sprookjesbos, waar je o.a. Sneeuwwitje kon zien. We volgden een pijl en gin gen via Roodkapje naar de Dansende Rode Schoentjes, die erg leuk waren en dan langs een kabouter die zei: „Kleine Boodschap". Toen gingen wij naar de kano- en roeivijver, waar we even stonden te kijken, langs het zwembad, de heuvels op en ten slotte daalden wij weer en kwamen bij de liefdesbron en het voetbalveld. Toen naar de Koning, trompetten, de fontein, de kikkers en de gouden bal, waar we foto's hebben genomen. Verder gaand belandden wij bij de snoep- en ijswinkeltjes en maakten ook daar foto's. Omstreeks tien voor half twee waren we terug en kregen een glas bier en een broodje en dan konden we weer gaan, maar het plan was veranderd. We zouden vroeger vertrek ken dan de afspraak was en wel naar de Oisterwijkse ven nen. Maar er ontbraken nog 17 jongens en wij gingen ijve rig aan het zoeken, vonden er een paar, maar de rest was verdwenen. We besloten om al vast naar de bus te gaan; en ja hoor, bij de uitgang stonden de verdwenen jongens op ons te wachten. Twee jongens gingen terug om te waar schuwen, dat ze er waren. Juffrouw Loman en mijnheer Dijkshoorn kwamen er aan en wij gingen de bus in, maar nu ontbrak mijnheer Oosterbroek nog met een paar heren. Na een poosje kwamen ze aangelopen. Wij stookten de chauffeur op om een eindje door te rijden, dan zouden wij zwaaien en zo gebeurde het. De heren stapten in en toen ging het naar de Oisterwijkse vennen. Voor we er waren gingen we eerst hei plukken, maar we mochten geen heideroosjes plukken. We stapten weer in en bij de Oisterwijkse vennen aangekomen, kregen wij een glas bier en mochten tot half vijf rondwandelen. Om half vijf vertrokken wij naar Utrecht, waar wij gingen eten. Onderweg blies de heer Dijkshoorn op een mondhar monica enige liedjes. Het leek wel een bruiloft, zó werd er meegezongen. We zwaaiden onderweg naar aardige meisjes. Zo kwamen wij bij Ruteck's in Utrecht om te eten. We kregen eerst soep, clan bier en toen biefstuk met aardappe len en boontjes of doperwten. Tot slot kregen wij een ijsje en toen ging het jammer genoeg naar huis en we zongen weer uit volle borst alle liedjes. Het meest „Bij ons in de Jordaan" en „Falderie, Faldera" enz., enz. We gingen langs Oudewater en Montfoort en toen zei de chauffeur: „Hier is de vrouwenmarkt". Daar ging een hoera van je welste op. 'I'oen naar Gouda, waar de chauffeur vroeg: „Zullen we dóór of óm Gouda heen gaan?". In één koor zeiden wij: „Er door!" en zo zagen wij de meisjes van Gouda ook eens. Ten slotte kwamen wij bij het Kralingse Bos en weer vroeg de chauffeur: „Er langs of er door?" en weer klonk het: „Er doorheen!" Daarmee was het einde van de tocht in zicht gekomen, voor goed het einde. Narr.ens alle jongens van de Bottelarij hartelijk dank voor deze zeer geslaagde tocht. MEDEDELING AAN ALLE PERSONEELSLEDEN Personeelsleden, die aan een besmettelijke ziekte lijden, of in wier gezin dit voorkomt, wordt verzocht hiervan onverwijld mededeling te doen aan de bedrijfsarts. Deze zal bepalen, of het desbetreffende personeelslid om besmetting van collega's te voor komen het werk moet staken. Nadrukkelijk wordt erop gewezen, dat in deze gevallen volledig loon en waarderingstoeslag worden uitbetaald, zodat aan noodza kelijk geacht verzuim geen financiële nadelen zijn verbonden. „HET BROUWERS MANNENKOOR" AMSTERDAM In de onlangs gehouden buitengewone Algemene Ledenvergade ring welke was uitgeschreven ongeveer 3 maanden na de jaar lijkse Algemene Ledenvergadering is besloten „Het Brouwers Mannenkoor" te ontbinden. Diverse omstandigheden hebben hiertoe geleid, o.m. de slechte opkomst van de leden en een tekort aan leden. Ook de propaganda-acties hebben geen succes opgeleverd. Voor onze dirigent en vele leden was dit besluit een ware teleur stelling, daar het koor reeds meer dan 10 jaar bestond. Gaarne willen wij bij deze onze directie, procuratiehouders, chefs en collega's van harte dank zeggen, die lange jaren hun bijdragen in de vorm van donatie hebben gegeven.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1955 | | pagina 12