HULDE AAN DE DONORS
EEN UUR VOOR EEN TOEKOMST
LJ
12
We hebben weer een reclame-gramofoonplaai, een nieuwe, en
werkelijk er is weinig kwaads van te zeggen. l)e ene kant is
een hups walsje, de andere een uitdagende mars, een polo-
naise-voor-alle-paren. De muziek klinkt goed vakwerk maar ook
ons bloedeigen Brouwersmannenkoor zingt alsof hun gezamenlijke
wiegen tussen de coulissen ergens op Broadway hadden gestaan. De
lekst, nou ja, natuurlijk rijmt ook hier weer bier op pleizier, dorst
op vorst en gestenat op vers van 't vat. maar je hoort ze op de radio
nog weieens veel slechter. Nee, we zijn beslist niet ontevreden en
zonder gêne heb ik dan ook een stapeltje platen achter in de wagen
gelegd om als muzikale Heineken's ambassadeur bij te dragen in de
omzetvermeerderende uitbreiding van het repertoire van de juke
boxes (zo heten platenwisselaars tegenwoordig) van onze geachte
clientèle.
Dat was bijzonder interessant werk, vooral de eerste keer!
De plaat vanwege de breekbaarheid innig tegen mijn stoere mannen
borst geklemd, betrad ik het etablissement, dat ik na zorgvuldige
overweging voor de première had bestemd. Mijn houding en physio-
nomie moeten ongeveer het midden hebben gehouden tussen Tom
Mix en Paul Vlaanderen, want anders is moeilijk te verklaren, dat
de kastelein deze begroetingsrede hield:
„Zoek je iemand, kom je me de honderdduizend brengen, of kom
je me de hypotheek opzeggen?"
Ik moet erkennen, dat dit vragencomplex van de kastelein, notabene
voordat ik nog een woord had kunnen uitbrengen, niet voorkwam
in de tekst, die ik mij van de openings scène had voorgesteld. Er
was dus ongetwijfeld iets mis gegaan met de mildheid, het edele,
het hoge-verwachtingen-wekkende, dat ik mij had voorgenomen in
mijn gelaatsuitdrukking te leggen en blijkbaar was alleen overge
bleven een soort stupide raadselachtigheid, waai mee de simpele
ziel des kasteleins, gewend aan filmbeelden met Hollands onder
schrift, geen weg wist.
,.Ik heb wat voor je meegebracht", zei ik, maar waarschijnlijk waren
mijn gedachten reeds bij de kostprijs van de plaat, zodat mijn stem,
in afwijking van het draaiboek, akelig zakelijk klonk.
„Dus tóch de honderdduizend!" zei de kastelein desondanks en daar
waren ze dan, de verwachtingen, die ik volgens plan zou opwekken
en die nu in hoogspanning uit de trouwe kasteleinsogen op mij toe
straalden.
„Nee, een gramofoonplaat", zei ik bijna schaamtevol en troostend
voegde ik eraan toe: „Hij is verrekt aardig!"
Die troost was bijzonder nodig, want nimmer in mijn bewogen leven
heb ik hoopvolle verwachtingen zo plotseling zien omslaan in doffe
onverschilligheid.
„Neem dat rotding maar weer mee", zei de kastelein, en schoof mij
de plaat weer toe met een waarlijk kwetsende minachting. „Die heb
ik toch allang!"
Nieuwe ontsteltenis aan mijn zijde van de tafel. Dit moest immers
le première zijn!
Gelukkig bedoelde de kastelein een plaat, die wij jaren geleden eens
hadden uitgegeven en die nu reeds lang sluimerde op de stapel der
niet-meer-speelba re.
Toen dan eindelijk m ij n plaat op de draaitafel lag (na zeer inge
wikkelde sleutel-manipulaties, die het plechtig opendraaien van de
chroom-glas-neon-deur van de Woerlitzer ten gevolge hadden) toen
was ik er want ik geloofde in die plaat en de muziek zou stellig de
rest doen.
De muziek deed inderdaad de rest want de kastelein beschikte goed
gunstig, dat hij de plaat zou houden en zelfs een plaats zou geven
op het „kies-lijstje" van de box.
Maar toen moest ik er nog geld voor hebben en dat bracht de
zoveelste omslag in de stemming van de kastelein teweeg.
„Betalen? Betalen? Wat krijg ik van jullie voor elke keer dat ik die
sofplaat laat spelen om voor jullie reclame te maken?"
Dus moest ik weer al mijn diplomatieke registers uittrekken en het
kwam natuurlijk wel goed, maar \an het oorspronkelijke speelplan,
van het draaiboek zogezeid, is maar weinig terechtgekomen.
1 n dat was dan de eerste keer, de première. De tweede en derde
enzovoort keer deed ik het anders, onopzeltelijker, gewoner, onop
vallender. verrassender. En al waren er natuurlijk vlotte en verve
lende klanten, enthousiasten en onverschilligen, critici en dankbaren,
al niet al liep mijn platen winkelt je gesmeerd.
Alleen ging op de lange duur, zo na de twintigste of vijfentwintigste
voorstelling, de plaat bijgeluiden vertonen, niet zozeer wat de muziek
als zodanig betreft, maar misschien begrijpt U beter wat ik bedoel
wanneer l een buurjongetje hebt, die voor zijn vaders verjaardag
een bepaald stukje op de piano moet instuderen en dat zo gewetens
vol doet, dat 1' zo'n twintig keer per dag dalzelfde stukje door uw
dunne stadsmuren hoort klinken. Of nóg beter, zij het iets oneer
biediger. als U er aan denkt hoe vaak Koningin Elizabeth van Enge
land op haar wereldreis het God save the Queen heeft moeten
aanhoren, zin of geen zin en al stond haar hoofd op bepaalde mo
menten veel meer naar Happy Days of naar stilte.
Dal is namelijk het zeer grote nadeel van de muziek-negocie: de
steeds groeiende neiging om met een smak op het laatste stapeltje
platen te gaan zitten, of er vrolijke keuken mee te spelen of ze als
schietschijf te gebruiken. Ik heb het natuurlijk niet gedaan, al was
het alleen maar omdat ik de platen aan de kas vooruit moet betalen!
Maar met Sinterklaas heb ik toch met angst en vrezen uitgekeken
naar platte, vierkante pakjes met de waarschuwing „Breekbaar" en
als de VARA mij ooit op een Zaterdagavond voor de microfoon zon
halen in haar rubriek „Dat wil ik nóóit meer horen" dan heb ik
hiervoor twee nummers reeds vagelijk ik mijn gedachten: een wals- en
een mars!
Die niettemin op zichzelf bijzonder aardig zijn!
vdz
In December werd de I.andsteiner penning, voor liet vijl maal
geven van bloed, uitgereikt aan de volgende personeelsleden
tan onze brouwerij in Rotterdam.
Kortekaas, Aid. Bottelarij,
Kraaijenbosth, Aid. Onderhoud 1.
j. O. Lusscnburg, Aid. l'ekkerij,
de Regt, Aid. Gistkelder,
W. v. Willigen, Aid. Biermagazijn.
De actie, die hei Comité Vluchtelingenhulp gevoerd
heeft, ter leniging van de nood van de vluchtelingen,
die nog in diverse kampen leven, heeft bij ons personeel
veel succes gehad.
Door het gezamenlijke personeel van onze Amsterdamse
en Rotterdamse brouwerij werd een bedrag van
2036.08 bijeengebracht.
Een mooi resultaat.