EN
OVERS PA NN
Bier in brokken
12
Er is een ziekte, die wij met een gerust hart de ziekte van de twintigste eeuw
kunnen noemen; de overspannenheid. Er is ook geen ziekte, die zo moeilijk is
te genezen. Als IJ uit uw slaap wordt gehouden door een hardnekkige hoest gaat
U naar de dokter, als U verstandig bent tenminste en er niet zelf aan doktert, en dan
is in de meeste gevallen de zaak in een paar dagen weer in orde. Maar iemand,
die eenmaal goed over zijn toeren is, heeft weken en soms maanden nodig om er
weer bovenop te komen, als hij er weer bovenop komt. En al die tijd voelt hij zich
gejaagd en onrustig, vliegt bij het minste of geringste op en zijn aanwezigheid is een
straf voor de huisgenoten.
Als men zich afvraagt, waarom men nu
dagelijks deze mensen op het spreekuur
ziet, terwijl dit vroeger uiterst zelden
voorkwam, dan is daarvoor een groot aan
tal oorzaken aan te wijzen, teveel zelfs om
uitvoerig te behandelen. Het is zonder
meer duidelijk, dat de omstandigheden in
de wereld hier een rol spelen. We denken
wel, dat wij eraan gewend zijn, dagelijks
de voorpagina van de krant bezaaid te
zien met verhalen waarin onheil dreigt;
conferenties die mislukken, spionnen die
ontmaskerd worden, bommen die bij ont
ploffing grote delen der aarde onbewoon
baar maken en verkeersongelukken bij
tientallen, maar echt eraan wennen
doen we niet. Het is een geluk, dat kran
tenpapier zo snel vergaat, want je moet
je niet voorstellen wat ons verre nage
slacht van ons zal denken als het kennis
neemt van „de beschaving" waarop wij
zelf zo verschrikkelijk trots zijn, maar
die niettemin toestaat, dat volksstammen
praktisch worden uitgemoord en dat wij
ons erop voorbereiden alles en iedereen
tegelijk uit te roeien.
iv /i aar een van de voornaamste oorzaken
voor deze ziekte ligt in onszelf. Wij
zijn niet tegen de situatie opgewassen. We
leven niet meer, we worden geleefd. Wij
haasten en hollen de ganse dag en het
is goed dat wij ons van tijd tot tijd af
tragen, waarvoor en waarheen? Het moet
ronduit worden gezegd, we weten het
niet. Het enige wat wij bereiken is, dat
wij moe zijn, altijd moe, dat we prikkel
baar worden, teveel roken, soms teveel
drinken en altijd te laat naar bed gaan.
De dag is te kort geworden. Er is maar
één middel om hem langer te maken en
dat is door minder te slapen. We ver
beelden ons, dat wij 's avonds laat zo
goed kunnen werken en als we dan een
maal tollend van vermoeidheid in bed
rollen, komt de slaap niet. De gedachten
en problemen bestormen ons en houden
ons uit de slaap en als eindelijk, na uren
heen en weer draaien de slaap zich barm
hartig over ons ontfermt, dromen we.
Dromen die betrekking hebben op de
onopgeloste problemen van de dag, op
de moeilijkheden met vrouw en kinde
ren, op ons geldgebrek. Is het U ook
opgevallen, dat iedereen geldgebrek
heeft? Heus niet alleen die mensen waar
tan statistisch vaststaat dat zij te weinig
verdienen om er te komen, maar ieder
een. Niemand is tevreden, iedereen wil
meer, steeds meer. En waarom? Niemand
weet het. „Geld maakt niet gelukkig" en
„de tering naar de nering zetten"; het
zijn gezegden uit een vorige eeuw, waarin
niemand nog gelooft. De wereld is een
groot gekkenhuis geworden, waar ieder
een wil hebben wat een ander al heeft.
De een studeert daartoe avond aan
avond om diploma's te halen, want hij
wil vooruit, de ander tracht met slinkse
streken zijn collega's voorbij te streven,
omdat hij baas wil worden, de derde wil
geen kinderen omdat dat hem hindert bij
zijn carrière, de vierde wil veel kinderen,
omdat dat zoveel kinderbijslag oplevert.
En al die mensen denken, dat als ze dat
nu eenmaal maar bereikt hebben, ze ge
lukkig zullen zijn, alsof geluk iets is, dat
op een gegeven moment aanbelt en zegt:
..Hier ben ik. meneer Doorsnee, ik ben
het geluk!"
T_fet enige wat tevelen van ons vergeten,
is te leven, en dat is het enige dat ons
gelukkig kan maken, het enige dat het
bestaan waarde geeft. Natuurlijk is het
werk daarvoor een belangrijke voor
waarde, en iets te bereiken in de wereld
is, als dat kan, veel waard. Maar niets is
belangrijker dan het leven zelf. niets be
langrijker dan op het einde van de weg
te kunnen zeggen: „Ik heb ervan ge
maakt wat ervan te maken was; in tegen
spoed heb ik mij als een man gedragen
en voorspoed was voor mij altijd reden
ook anderen te laten meedelen; ik heb
altijd getracht niet schadelijk voor ande
ren te zijn." De grootste narigheid die
deze eeuw ons heeft gebracht is de on
evenwichtige mens. de mens die vandaag
mens is en zich morgen als een „beest"
gedraagt, die de wereld alleen maar ziet
als een bol, waarvan hij het middelpunt
is. De wereld draait om het ik. Is het
zo'n wonder, dat in deze wereld vele
„ikken" de strijd op een gegeven moment
opgeven, omdat zij er niet tegenop kun
nen? Ik behoor niet tot de mensen die
geloven in het hutje op de heide, waarin
iedereen gelukkig is met een paar kippen
en een tuintje met zonnebloemen. Maar
ik geloof wel aan de noodzakelijkheid te
'eren inzien dat leven iets anders hoort
te zijn dan vliegen, hollen en jachten
naar een schijngeluk; dat leven ook is,
rustig genieten van een bosje sneeuw
klokjes en van een kind, dat buiten
speelt, dat het ook is, gewoon maar
lopen en een beetje om je heen kijken.
Als we overspannen raken, komt dat niet
van het werk, niet van onze vrouw, niet
van de buurman en zelfs niet van de
inwoning, maar hebben we dat in de
eerste plaats aan onszelf te wijten, omdat
we niet hebben geleerd te leven, omdat
we niet een minimum aan levenswijsheid
en aan levensaanvaarding hebben ont
wikkeld.
En het zal een ieder duidelijk zijn, dat
dat niet met een drankje is te bereiken.
G. C. SOETF.RS, Arts.
Londen, 29 Aug. (AP) In een vandaag
gepubliceerd regeringsrapport wordt meege
deeld, dat men in Engeland een methode
heeft gevonden om bier voor export te con
denseren en te bevriezen, waardoor een grote
ruimtebesparing wordt verkregen. Het bier
kan van drie tot vijfmaal worden ingedikt.
Zulks hangt af van de oorspronkelijke
zwaarte. Het gecondenseerde bier behoeft
niet te worden gepasteuriseerd. Bitter bier
verliest iets van zijn bitterheid, doch dat kan
hersteld worden. Het gecondenseerde bier
wordt in brokken bevroren en in koelsche-
pen vervoerd.
(Volkskrant, 31-8-'54i