BAAS BOVEN BAAS
^J-e weet de weg en je kent de ópraak
11
Drs Gombert neemt de jaargangen '51, '52
en '53 van „Baas boven Baas" in ontvangst.
r A aas boven Baas is een uitgave van het Nederlands Instituut
O voor Efficiency, waarop Heineken sinds korte tijd enige
abonnementen heeft genomen. In het Maartnummer van dit
blad lezen wij onder het hoofd: „Op bezoek bij de 4.000ste
abonné", o.m. liet volgende:
Wij waren juist bezig met de voorbereiding van de gezellige
dag voor de winnaars en de jury van de Prijsvraag 1953 toen de
administratie ons het verheugende bericht doorgaf, dat het
record van het 4.000ste abonnement zeer solide gevestigd was
door een bestelling van Heineken's Bierbrouwerij Mij. te
Rotterdam.
Wij hadden voor het programma van 9 Februari ook naar een
leerzame ontspanning gezocht en opeens wisten wij het. Een
excursie met onze gasten naar Heineken's Bierbrouwerij zou in
het programma dat leerzame element brengen, waartoe wij ons,
indachtig aan de doelstelling van „Baas boven Baas" verplicht
voelden. Bij de heer Gombert, bedrijfsleider van Heineken's,
vond ons excursieplan een welwillend onthaal en zo geviel het,
dat wij in de middag van 9 Februari in de Raadskelder van
Heineken's Bierbrouwerij, gelegen aan de Crooswijksesingel,
a I daalden.
Wij werden ontvangen door de heer Gombert, die ons aan de
rondleiders, de heren van Dam en Grip voorstelde. Voor laatst
genoemde hadden wij bijzondere belangstelling. Hij is n.l. de
man, aan wie wij het 4.000ste exemplaar van „Baas boven
Baas" zonden.
De voorzitter van de redactie-commissie, de heer van Andel,
dankte voor de toestemming om het bierbrouwen te zien. Hij
herinnerde aan het heugelijke feit, dat binnen Heineken's
muren het 4.000ste abonnement van „Baas boven Baas" was
geplaatst. Er was voor Heineken's natuurlijk een kleine scha
duwzijde aan het geval. Daar het abonnement inging op
1 Januari 1954 miste het bedrijf de reeds verschenen jaar
gangen 1951, 1952 en 1953. Deze kleine schaduw wilde het
NIVE wegnemen door de bedrijfsbibliotheek van Heineken's de
reeds verschenen jaargangen aan te bieden.
Hierna begon de rondgang. Anderhalf uur volgden wij onze
leiders door dit grote bedrijf. Wij klommen tot de zolders, waar
de gerstontvang-inrichting staat en daalden in de kelders af,
waar het bier in grote metalen fusten ligt te rijpen. In die
anderhalf uur hebben wij uiteraard slechts een vluchtige indruk
kunnen krijgen van het procédé, dat van gerst, hop en biergist,
bier maakt.
Omstreeks hallvijf waren wij vermoeid, maar voldaan in de
Raadskelder terug. De heer Gombert presideerde de tafel en
wij genoten van het gerstenat, dat wij zojuist in zijn wordings
proces hadden gevolgd.
Was het maar altijd waar!
Ach. ik spreek nu niet van de cosmopolieten,
die door de middelpuntvliedende kracht
van de sneldraaiende Heineken's machine
worden uitgeslingerd naar de uithoeken van
de aardbol. Het is tegenwoordig immers veel
gemakkelijker om uit Amsterdam in Cairo te
komen dan op Vlieland. Afstand is een be
trekkelijk begrip geworden en onder omstan
digheden kan Lagos t eel dichter bij Amster
dam zijn dan Velp.
En de taal? Ik zal nooit vergeten, dat ik als
ervaringsloos jongmaatje jaren geleden plot
seling de binnenlanden van Friesland werd
ingestuurd om aldaar de grote Heineken te
vertegenwoordigen in verband met ziekte
van een erkend en gevestigd collega. Er
komen in elk mensenleven momenten voor
van opperste schutterigheid, momenten, die
je soms vele jaren later met bonzend hart
te binnen schieten. Ik had toen in Oldeholt-
pade of Oldeholtwolde of weet ik waar die
kroeg zich bevond, graag willen ruilen met
een of andere Chinese opiumkit. Daar had ik
tenminste verzaligd mijn ogen kunnen sluiten
om mij aan zoete hallucinaties over te geven
en die Chinezen had ik evenmin kunnen
verstaan als dat stelletje doorgewinterde
Friezen, dat zich kennelijk hadden voorge
nomen die groene Hollander nu eens goed
te laten voelen, dat hij in us Heitelan eigen
lijk niet te maken had!
Je weet de weg Een kind kan Schiphol
vinden en vandaar uit New York en Kaap
stad, Rome en Karachi. Maar probeer maar
eens om Eerste, Tweede en Derde Exloër-
mond uil elkaar te houden, om san Galama-
dammen en Gasseltenijeveensemond nog
maar niet eens te spreken!
Je kent de spraak Ik herinner me nog
mijn kuise schrik, toen ik voor 't eerst een
echte Groninger op z'n echt Gronings het
woord „geldschieter" hoorde uitspreken!
Toegegeven, als we iets meer zuidelijk ko
men, gaat het met de spraak iets beter.
Twentenaren kunnen weliswaar ook knau
wen en als de Achterhoeker het op zijn
heupen heeft kan je er als oningewijde ook
geen touw aan vastknopen, maar in en om
Apeldoorn en Arnhem begint het toch ernstig
op Nederlands te lijken. Natuurlijk verzwakt
dat weer als je Limburg inzakt, maar daar
is er een andere taal, die men beter verstaat
dan de kille Noorderlingen: de gebarentaal
van de opgeheven pint!
Overigens is dat gebaar inter provinciaal en
zelfs internationaal en in vele gevallen van
taai-moeilijkheden heeft het beter gewerkt
dan de beste dictionnaire.
„De wereld is een tentenkamp van kroegen"
dichtte Greshof in een bui, die een kruising
moet zijn geweest tussen weemoed en over
moed. „Op iedere hoek is troost en waan!"
Welk een verschiet! De grote poëet als gids
in het tentenkamp van onze dagelijkse acti
viteit. Follow the guide! (vertaling: Vooruit
met de geit!).
Je weet de weg en je kent de spraak! So,
what? vdz