VAN DOR
BODEM II
Ongevraagd getuigenis
7
De lezers van „Vers van 't Vat" die
zich voor de historie van het aloude
brouwersbedrijf interesseren, zullen
zich wellicht afvragen of die oude
„Sleutel-Brouwerij" van Anno 1433 in
Dordrecht nog iets weet te vertellen
over haar vroegere eigenaren. Welnu,
de archieven bevatten daarover de
verschillende eigendomsoverdrachten
welke teruggaan tot 1433. Om U te
oriënteren, het was het laatste rege
ringsjaar van Jacoba van Beieren. Ver
moedelijk was deze brouwerij er zelfs
reeds voor die tijd, zekerheid daarom
trent bestaat echter niet.
Hierbij zij opgemerkt, dat weliswaar
het brouwproces reeds eeuwen bekend
was (onder meer in Egypte in de tij
den der Pharao's en ook bij de Germa
nen, die omstreeks Christus' geboorte
de lage landen bevolkten) maar dat
eerst tegen het einde der Middel
eeuwen, dus in de 15e eeuw, mèt de
opkomst der steden het begrip indus
trie tot ontwikkeling kwam. Voordien
waren het hoofdzakelijk de huisvrou
wen, die thuis het bier brouwden zoals
zij nu nog het eten koken. Men moet
weten dat in die jaren in onze landen
een zeer hoog bierverbruik bestond.
Bier was toen, zowel voor de poorters
als voor de edelen, tenminste zo be
langrijk als aardappelen nü voor de
gemiddelde Nederlander. Geschied
schrijvers verhalen zelfs over een
groot misbruik van bier in de tijd van
de Germanen en de latere bevolking
van deze streken, maar men mag
daarbij niet uit het oog verliezen dat
het slechte en vaak besmette
drinkwater bewust gemeden werd.
Bier is steeds ziektekiemvrij, waarvan
nog een treffend bewijs werd geleverd
in 1890, toen bij een cholera-epidemie
in Hamburg de brouwers en hun per
soneel de groep der bevolking vorm
den, welke van deze zi-ekte het minst
te lijden had.
Ligt de oorsprong van „De Sleutel"
dus enigszins in het duister, in 1433
werd door de gemeente Dordrecht,
blijkens acte van 20 December door de
Burgemeester, Schepenen en Raad aan
Willem Danielszn., brouwer, verkocht
een erf achter zijn huis aan de Poort
zijde der Merwedevaart, naast Jan
Frediricx huis. Dit is het eerste offi
ciële document, betrekking hebbende
op „de Sleutelbrouwerij", dat wij ken
nen.
In de Geschiedenis van Dordrecht
(van Balen en later J. L. van Dalen)
lezen wij, dat het terrein, waarop de
brouwerij in 1433 gelegen was, de te
genwoordige Varkensmarkt is. Voor
het als zodanig werd aangeduid was
het evenwel reeds verscheidene malen
van naam verwisseld.
Hier begon dus officieel de stichting
van de brouwerij, welke, „die Sloetell"
genaamd, in 1470 in bezit overging aan
Floeris Barthoutszoon en Aeffgen
Claes-weduwe van Alcmade.
Me-er dan 35 jaren dreven de middel
eeuwse Floeris en de weduwe Claes de
brouwerij. Dat was in de tijd van
Karei de Stoute (weet U het nog: in
1477 gesneuveld voor de wallen van
Nancy?) Het is ons niet bekend of
deze vorst ooit bij Neêrlands' oudste
brouwerij „op excursie" is geweest;
trouwens de dappere Karei kon toen
nog niet weten, dat naast het
huis van Jan Fredericx in Dor
drecht een brouwerij stond,
die in de twintigste eeuw de
oudste vanNederland zou zijn!
(Wordt vervolgd.)
In het boek "Far Eastern Agent or the Diary of an Eastern
Nobody" door Donald Moore, uitgegeven in Londen bij
Hodder and Stoughton, komt de volgende voor Heineken
vleiende passage voor:
"A boy comes over to take my order, wearing the familiar
Indonesian headdress a gay, what one might term
junior turban. I say beer, and hope for the best. It is
brought in a large bottle and turns out to he Heinekens
Pilsener brewed in Sourabaya and very well brewed
too, by, I imagine, most competent Dutchmen."
Hetgeen vertaald luidt:
,,F.r komt een jongen aan om mijn bestelling op te ne
men. Hij draagt de bekende Indonesische hoofdbedek
king, een vrolijke, wat men -,ou kunnen noemen kinder
tulband. Ik bestel bier en hoop er het beste van. Het
wordt gebracht in een grote fles en blijkt Heineken's Pil
sener te zijn, gebrouwen in Soerabaja en zeer goed gebrou
wen ook door, volgens mij, hoogst bekwame Hollanders."
N.B. Het verhaal speelt zich af in het Robertson Hotel in
Djakarta (vroeger genaamd Wilhelmina Hotel) op 16 Sep
tember 1952.
INZICHT EN GELUK IN ZAKEN
Hoe is het met betrekking tot bovengenoemd onder
werp gesteld met de Heineken's Bierbrouwerij Maat
schappij N.V., die over haar laatste boekjaar 1952
1953 zo'n prachtig jaarverslag gepubliceerd heeft?
Heeft haar het geluk zo meegezeten? Is het laatste
jaar het bierverbruik in eens zo veel meer toegeno
men dan in enig ander jaar? Het eigenaardige is, dat
deze vragen ontkennend moeten worden beant
woord. Want wat leert hierover het jaarverslag?
Hierin is o.m. opgenomen een lijstje van het bierver
bruik in verschillende landen van de wereld. Boven
aan dit lijstje staat België met een bierverbruik van
127 liter per persoon per jaar en onderaan dit lijstje
staatNederland met een bierverbruik van 11,2
liter per persoon per jaar. In 1939 was dit voor Neder
land nog 16,2 liter.
Hieruit blijkt dus wel ten duidelijkste, dat het geluk
de Heineken's Bierbrouwerij Maatschappij, gevestigd
in een land met een gering bierverbruik, zonder meer
niet meegezeten kan hebben. Desondanks heeft zij
over het laatste boekjaar 19521953 één van haar
mooiste jaarverslagen gepubliceerd en in dit genoem
de boekjaar tijdens haar 80-jarig leven een topdebiet
bereikt.
Bravo Heineken!
p.