1954
V
Dl RECTIEMEDEDELING
Bij ons op de eerste etage*)
2
s
Nu dit nummer van Vers van 't Vat zo spoe
dig na Nieuwjaar verschijnt, beginnen wij
natuurlijk met alle H.B.M.'ers (U wilt deze
oudenvetse uitdrukking wel excuseren) van
ganser harte een voorspoedig jaar te wensen.
Niet alleen in het gezin, maar ook bij de
werkzaamheden.
Het juist verstreken jaar is niet het slechtste
geweest van de tachtig, welke zijn voorbijge
gaan sinds de heer G. A. Heineken onze brou
werij grondvestte; de verkoopcijfers spreken
een duidelijke taal.
1953 is voor bijkans allen, die bij onze
maatschappij werkzaam zijn, een heel drukke
periode geweest en sommigen zullen zich wel
eens hebben afgevraagd, of zij niet tot „boven
cle rode streep" belast waren. Laten wij ons
gelukkig prijzen, dat deze drukte een gezonde
oorzaak had en hopen, dat ook 1954 ons de
handen vol zal geven.
Steeds meer van ons worden uitgezonden
naar Heineken's overzeese vestigingen U
hebt er nog onlangs in Vers van 't Vat van
kunnen lezen en dit is alweer een verheu
gend teken, omdat ons bedrijf door de sprei
ding van belangen een hechtere basis krijgt
dan wanneer het alleen moest steunen op de
Nederlandse bierconsument, die nog steeds
minder dorst heeft dan in 1939 (en veel min
der clan de Nederlandse brouwers zouden
wensen).
Problemen zijn er nog voldoende, niet al
leen vanwege het geringe aantal droge kelen
in ons land, maar ook omdat men nooit weet
of de heren, die het in het buitenland voor
't zeggen hebben of er al of niet, veel of
weinig, Heineken's bier hun gebied mag bin
nenkomen, op een ongelegen ogenblik het
stoplicht niet eens op rood zullen draaien. Dat
ons bier geliefd is in alle windstreken en bij
gevolg het gebrek aan dorst minder fnuikend
dan in ons eigen land, zal een ieder duidelijk
zijn, die de statistieken wel eens heeft bestu
deerd.
Mogen deze problemen in het zo juist aan
gevangen jaar blijken te kunnen worden opge
lost, zoals dat ook in de afgelopen periode het
geval was, dan behoeven wij voor het welzijn
van Heineken in 1954 niet te vrezen en zal het
in tientallen talen weer talloze malen klinken
van IJsland tot in Centraal Afrika en van
Japan tot aan de Panamese stranden; „Uw
Heineken's, meneer!"
Door de Directie is op 21 December j.l. de vol
gende mededeling aan de pers verstrekt:
„Commissarissen en directie hebben besloten op de
algemene vergadering van aandeelhouders, die op
19 Januari a.s. is bepaald, een statutenwijziging aan de
orde te stellen, verband houdende met uitbreiding van
het kapitaal der vennootschap.
Het ligt in de bedoeling het maatschappelijk kapitaal te
verhogen van 18.000.000, tot 25.000.000,en het ge
plaatste kapitaal van 15.000.000,- te brengen op
20.000.000,door herwaardering der activa.
Aan aandeelhouders zal één nieuw aandeel van 1.000,
worden aangeboden op drie oude, terwijl hun tevens de
daarop te betalen inkomstenbelasting zal worden uitge
keerd, zoals zulks bij de „Wet op de Herkapitalisatie
1951" is geregeld en mogelijk gemaakt
Tevens zal worden voorgesteld over het boekjaar 1952/
1953 een dividend van 10 procent in contanten uit te
keren (v.j. 9 pet.)".
De statutenwijziging zal o.m. behelzen een aan
passing van de winstverdeling aan de nieuwe
situatie. Voor zover nodig zullen in een der vol
gende nummers van Vers van 't Vat nadere mede
delingen omtrent een en ander volgen.
Eerst was er niets. Jarenlang niets.
In October verscheen er een ronde tafel. Met een glasplaat.
En drie luie stoelenwaarin een ieder die er aan voorbijging,
zich zó neer zeilde vlijen.
Op die tafel kwam een Heineken's gedenkboek. Later ook
een Xacobrouzujaarboekje en in December zelfs de platenmap
van Heineken's wint err eclame.
Ook kwam „ter tafel" een bijzonder grote Heineken's asbak,
nauw verwant aan het bekende betaalbord van de winkel-
verkoop.
Toen de dames van de correspondentie dat alles zagen,
zuilden ze hun steentje bijdragen. Er kwam een Heineken's pul
uit het magazijn. En bloemen. Uit de Zzuart Janstraat. Het
zuerd een feestelijk zitje daar bij ons op de eerste etage.
En nu is onze laatste aanwinst, afkomstig van onze tech
nische directeur, een juweel van een vitrine met waarlijk
prachtige opgezettevogels, die het oog van de zuachtenden
boeien.
Eigenlijk jammer, dat die zuachtenden tot dusverre zo gering
in getal zijn, want we menen dat in ons gebouw geen gezel
liger „wachtje" bestaat dan bij ons op de eerste etage.
Van het kantoorgebouw in Rotterdam.