BuitenUnö 6 Op de foto, die bij dit verhaaltje wordt afgedrukt, ziet U van links naar rechts: Mr William Sharpies en Mr Norman Eastwood, „Sales-promotors" of als U wilt verkoop-bevorderaars en vertegenwoordigers van onze brouwerij in Brits West Afrika; in de auto (vrij wel onzichtbaar wegens gelaatskleur): Abraham Appia en staande: Jozef, resp. chauffeur en bediende van William Sharpies en Norman Eastwood, en ten slotte Uw verslaggever, die het erg jammer vindt, dat ook zijn journalistieke talenten (verondersteld, dat ze in de kiem wel aanwezig zijn) nooit ontloken; immers met een zwierige pen en speelse geest zou er een gezellige bijdrage voor VERS VAN 'T VAT te leveren zijn na een reis door een zevental Heineken's mark ten, met elf verschillende vliegtuigen en na bijna 4000 km te hebben gereden met de „Hillman", die U ook op de foto ziet. Daar moet „copie" in zitten. In Nigeria en de Goudkust reisde ik samen met de Heer Eastwood, een van de oudste en trouwste bui tenlandse vrienden van de H.B.M.; hij bereist deze gebieden al bijna 40 jaar en behoort dus tot de garde der „oude Coasters" (mensen, die op de W.-Afrikaan- se kust zaken doen). Het is geen kleinigheid om als je zo „op jaren" begint te komen, nog maandenlange reizen te maken door deze tropische gebieden, maar onze „Grand Old Man is still going strong". Hij staat om 6 uur op, ontbijten schafte hij jaren geleden al af, om 8 uur in de auto om onze relaties met over tuiging te vertellen hoe goed het toch is om steeds H b. te bestellen, in voorraad te houden, te verko pen en te drinken; na de dagtaak rapporten en brie ven schrijven en overige administratie bijwerken en daarna in bars en restaurants zwarte „boys" op voeden, door hen er met eindeloos geduld, steeds weer op te wijzen, dat je ons pilsener anders moet inschen ken dan het schuimloze Engelse Ale. En bij dit alles moet onze sales-promotor dan nog vaak eigenhandig een knoop aan zijn short (zie foto) naaien (maar onder ons „gezegd en gezwegen", die blijkt dan wel eens aan de buiten- in plaats van aan de binnenkant te zitten). De resultaten voor de H.B.M., mede dank zij het werk van Eastwood Sharpies bereikt, bleken steeds weer verrassend te zijn. Langs de weg van Accra naar Takoradi b.v. (ca 325 km lang) liggen een groot aantal negerdorpen. Bij al deze nederzettingen stap ten wij even af om wat kalenders te distribueren en in elk klein winkeltje of bartje troffen we aan de planken met de bekende groen geëtiketteerde flessen en verder tevreden afnemers; ze konden nauwelijks geloven, dat zij die kalenders gratis kregen. Veel dankbare zwarte handen hebben wij die dag gedrukt. Dat was niet de enige keer, dat ik mij verwonderde. Het begon al in Kano, een nog vrijwel ongerept negerdorp in Noord Nigeria, waar ik voor het eerst met Afrika kennis maakte. Op Zondag bezocht ik daar de markt en ik verbaasde mij over de ontelbare vliegen, die onder de tropenzon picnic-ten op het vlees, dat de Nigeriaanse slagers op de grond ge- etaleerd hadden en ik wijdde een weemoedige ge dachte aan de Heer Gombert en zijn goedbedoelde halsetiketje (koel en donker bewaren!) toen ik dat arme H.b. in fel zonlicht en bij 85° in de buitenlucht tussen kammen, cigaretten, pannen enz. enz. aantrof. Ik verbaasde mij opnieuw toen ik de volgende och tend ontwaakte en niet zoals gebruikelijk naast mijn hoofdkussen mijn vrouw, maar een hagedis ont waarde, die mij kennelijk op m'n gemak wilde stel len door me zo'n typisch „hagedissenknipoogje" te geven. Ik wil niet proberen U te veel meer of minder sterke verhalen op te dissen, maar het is toch heus waar, dat de „boy" van het vliegveld Kano mij een volle emmer heet water bracht, toen ik in alle be scheidenheid had laten blijken, dat „master" een beetje scheerwater nodig had. Wat een veel ruimere opvatting van mijn niet onredelijke verlangens in Afrika dan in Amstelveen, was een ondankbare ge dachte, die ik toen moeilijk kon onderdrukken. Nog even „referende aan bovengenoemde hagedis" (om eens de stijl van onze vervelende handelsbrie ven te gebruiken) ik heb later in een andere plaats

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1952 | | pagina 6