Heineken Nederlands Beheer B. V.
Bedrijfsgezondheidsdienst
Deze tendens heeft zich in 1989
voortgezet en op deze wijze is dan
ook in het bijzonder in de horeca-
gebieden en binnen EFI-afdelingen
een groot aantal functies de revue
gepasseerd.
Beloningsstructuren
Voor het CAVO-personeel werd in
1989 voor het eerst het begrip "func
tiejaren" toegepast. In de individuele
salarisbrieven hebben de betreffende
personen bericht ontvangen hoeveel
van de 11 beschikbare functiejaren
inmiddels zijn verstreken. In de reste
rende functiejaren kan men trachten
een zo hoog mogelijk relatieve sala
rispositie (RSP) te bereiken via de
beoordelingssystematiek.
De salarisgroepen 16 en 17 zijn in
1989 volledig in de CAVO-belonings-
structuur opgenomen, zodat de voor
die tijd geldende afzonderlijke salaris
schalen voor deze twee groepen
konden vervallen.
Buiten de gebruikelijke deelneming
aan diverse externe salarisonderzoe
ken om feeling te houden met de be-
loningsmarkt is intern een bijdrage
geleverd aan de inventarisatie van de
gevolgen voor Heineken van de Oort-
belastingherziening. Tevens is inten
sief meegewerkt bij het vaststellen
van de individuele beloningsconse
quenties van de ex-GWN medewer
kers in het kader van Bols Benelux.
In maart 1989 is de Bedrijfsgezond
heidsdienst (BGD) gestart met de
ingebruikneming van het Medisch
Registratie Inquirysysteem (MRI).
In het MRI zijn op dit moment inge
voerd de onderdelen ziekteverzuim-
registratie, codering van het individu
ele ziekte- en ongevalsverzuim en de
resultaten van het gehooronderzoek.
In de loop van 1990 zullen andere
gedeelten van het MRI in gebruik
worden genomen. Het MRI is in staat
om per groep medewerkers gege
vens te leveren. Behalve verzuimge
gevens zullen in de nabije toekomst
ook de Periodieke Bedrijfs Genees
kundige Onderzoek-gegevens
(PBGO) ingevoerd worden.
De PBGO-gegevens zullen hierdoor
behalve voor de individuele mede
werker ook waarde hebben voor de
beoordeling van de gezondheids-
belastende factoren voor groepen
medewerkers. In Nederland wordt
door het Nederlands Instituut van
Arbeidsomstandigheden bovendien
een systeem opgezet om PBGO-
gegevens van verschillende bedrijven
te verwerken waardoor gegevens
over beroepen en/of bedrijfstakken
beschikbaar zouden kunnen komen.
De thans gebruikte PBGO-lijsten vol
doen aan het protocol zoals dat in de
Nederlandse bedrijfsgeneeskunde
wordt toegepast. In het afgelopen
jaar is overgegaan op een individuele
verslaggeving waarbij de deelnemer
alle onderzoeksresultaten per brief
thuis krijgt gestuurd voorzien van
opmerkingen en adviezen.
De achterstand in de uitvoering van
het gehooronderzoek is in alle vesti
gingen praktisch weggewerkt.
Op verschillende plaatsen werd
werkplekonderzoek verricht. Dat ge
beurde zowel individueel als afde-
lingsgericht.
Samen met de Erasmus Universiteit
in Rotterdam wordt een onderzoek
gehouden naar de fysieke belasting
tijdens werkzaamheden met bier
slangen bij de assistenten gisten en
lageren. Op dit moment wordt in een
laboratorium apparatuur ontwikkeld
om krachten bij deze werkzaam
heden te kunnen meten en te
registreren.
In het kader van "alcohol en werk"
wordt individueel nog steeds zeer
regelmatig hulp geboden. Aandacht
voor de negatieve gevolgen van alco
holgebruik in de werksituatie blijft
zeker nodig.
In de brouwerij in Zoeterwoude is in
1989, samen met het lijnmanage
ment en personeelszaken, een pro
ject "ziekteverzuim" opgezet. Dit is
gebeurd nadat in 1988 een stijging in
het ziekteverzuim te zien was.
Via deze weg wordt geprobeerd het
ziekteverzuim projectmatig aan te
pakken. Daarbij wordt niet alleen
aandacht besteed aan de individuele
problematiek maar ook aan de
arbeidsomstandigheden.
De nadruk bij dit project ligt op de
betrokkenheid en verantwoordelijk
heid van het lijnmanagement voor het
ziekteverzuim.
Ook na de studie die door het
Ministerie van Sociale Zaken is ver
richt naar nut en rendement van
aanstellingskeuringen zijn op korte
termijn nog geen duidelijke ver
nieuwingen bij dit soort onderzoek te
verwachten. In de loop van 1990 zul
len ook bij Heineken de aanstellings
keuringen volgens de landelijke
richtlijnen worden uitgevoerd.
In 1989 heeft een brede oriëntatie
plaatsgevonden naar de mogelijk-