0
uo
INFORMATISERING
Het jaar 1985 stond in het licht van
het opstarten van de informatisering.
In een reeks van presentaties werd
aan ongeveer tweehonderd mede
werkers, die op korte termijn met
automatisering te maken zouden krij
gen, toelichting gegeven over het
informatiseringsproces. Om mede
werkers te leren met het Informatie
proces om te gaan werd een oplei
dingsplan gemaakt en in uitvoering
genomen. De hele aanpak is zo dat de
informatica-deskundigen wél begelei
dend en uitvoerend werk doen, maar
dat de leiding van de projecten bij de
gebruikers berust. De leden van de
projectgroepen kregen een speciale
training om de resultaten van de infor
matica-deskundigen te kunnen beoor
delen. Veel zorg is besteed aan de
begeleiding van diegenen die met
beeldbuizen en nieuwe informatiesys
temen gaan werken. Juist bij de invoe
ring van nieuwe informatiesystemen
kost het bijeen zoeken en inbrengen
van gegevens extra capaciteit van de
betrokken afdelingen. Naast onder
steuning vanuit in het project samen
werkende afdelingen is ook de inzet
van tijdelijke krachten voor deze
invoer nodig geweest.
VEILIGHEID, GEZONDHEID EN
WELZIJN
In het afgelopen jaar werden nage
noeg alle plannen die waren vastge
legd in het jaarplan Veiligheid/Arbeids
omstandigheden 1985 gerealiseerd.
In de preventieve sfeer werd in
samenwerking met derden een twee
tal acties gevoerd, namelijk de actie
'Orde en netheid' in samenwerking
met het GAK en de Benelux-actie 'Vei
lig werken met chemicaliën en gevaar
lijke stoffen.' Veel aandacht werd
besteed aan het in juli 1985 in wer
king getreden artikel 6 van de Arbeids
omstandighedenwet. Het gaat hier
ook om voorlichting omtrent veilig
heid en arbeidsomstandigheden aan
personeel dat voor een tijdelijke
periode wordt ingehuurd, zoals de uit
zendkrachten en stagiaires. Nauw
overleg tussen veiligheidsfunctiona
ris, bedrijfsleiding en de afdeling Per
soneelszaken resulteerde in een pro
cedure hieromtrent. Vooruitlopend op
de formele inwerkingtreding van arti
kel 6 van de Arbeidsomstandigheden
wet werd reeds in februari het boekje
'VeiligheidswenkenVrumona B.V'
onder alle medewerkers verspreid. In
dit boekje worden door middel van
afbeeldingen en een korte tekst
diverse veiligheidsaspecten onder de
aandacht gebracht. In het kader van
overlegstructuren inzake de Arbo-wet
werd het overleg tussen de commis
sie Veiligheid, Gezondheid en Welzijn
van de ondernemingsraad en een ver
tegenwoordiging van het manage
ment tot stand gebracht. Afgesproken
werd dat dit overleg minimaal twee-
Het verzuimpercentage bij Heineken daalde van 7,9 in 1984 tot 7,6 in 1985. Deze daling is gelijk aan de daling van het landelijk
percentage, dat terugliep van 7,2 in 1984 tot 6,9 in 1985. In de produktie liep het percentage in 1985 terug tot 9,2%. Opmerkelijk bij
deze dalende cijfers is het stijgende verzuimpercentage in Amsterdam. De afgelopen twee jaar steeg het percentage van 9,0 in 1983
tot 11,3 in 1985. In de niet-produktie sector daalde het verzuimpercentage van 5,7 naar 5,6. De gemiddelde verzuimduur daalde in beide
sectoren en is duidelijk lager dan het landelijk gemiddelde: landelijk 14J. dagen tegen Heineken 10,2 dagen. Het gemiddeld aantal
meldingen in 1985 nam zowel in de produktie als in de niet-produktie in vergelijking met 1984 af.
O
Verzuimpercentage
Gemiddelde verzuim
Aantal meldingen
duur per geval
per 100 werknemers
1985
1984
1985
1984
1985
1984
PRODUKTIE
Amsterdam
11,3
10,2
14,6
11,8
203
226
's-Hertogenbosch
10,0
10,8
12,5
12,5
210
226
Zoeterwoude
8,5
9,2
9,7
10,4
228
229
Bunnik
8,7
9,1
9,6
10,4
234
??q
Zoetermeer/Leeuwarden
6,1
7,5
9,6
9,3
168
212
Totaal produktie
9,2
9,8
11,1
11,3
218
227
NIET-PRODUKTIE
Amsterdam
4,8
4,9
7,5
7,5
166
170
's-Hertogenbosch
6,6
5,9
7,6
7,0
225
220
Zoeterwoude
3,4
3,5
5,9
6,2
151
145
Rotterdam
5,6
5,1
7,0
6,6
208
202
Bunnik
5,3
4,5
8,2
7,0
170
168
Zoetermeer/Leeuwarden
5,0
5,6
9,9
9,0
132
162
Subtotaal Niet-Produktie
4,1
4,1
6,7
6,8
161
159
Horecagebieden
8,1
8,4
12,3
12,0
172
182
Totaal Niet-Produktie
5,6
5,7
8,8
8,9
165
167
Totaal Generaal
7,6
7,9
10,2
10,4
194
200