Reorganisatie Zoals reeds in de inleiding aangegeven, vond in 1981 een uitvoerige discussie plaats over de organisatie van activi teiten van de onderneming in Nederland. De onderneming werkte tot nu toe op de markt met een aantal produktgroepen in nauwe samenhang en onderling verband, om op die manier een belangrijke rol te vervullen in de drankenmarkt. Er werd sterk vanuit één concept gewerkt, terwijl de activiteiten op de markt zo veel mogelijk op elkaar werden afgestemd meteen sterk centrale beleidsvorming. De ont wikkelingen van de laatste jaren op deze markt noopten ons tot een herziening van onze taken en positie in die markt. Centralisatie kenmerkt zich in het al gemeen door een zekere starheid en bureaucratie, terwijl de marktomstandig heden, die steeds grilliger worden, juist een veel flexibeler opstelling vereisen. Dit leidde tot de gedachte van een de centrale marktbewerking van drie afzonderlijke werkmaatschappijen met behoud van een bestuurlijke eenheid, om een samenwerking die leidt tot een verhoging van het resultaat te waarborgen. De discussie die als gevolg van deze gedachtenvorming ontstond, betrof niet zo zeer het verschil in inzicht ten aanzien van de opstelling van werkmaat schappijen, ieder met hun eigen specifieke kenmerken, produkten, markten en produktie-methoden, doch veeleer de wijze waarop op het bestuurlijk niveau vorm moest worden gegeven aan de beheersbaarheid van het beleid, dat zou moeten worden ontwikkeld en de beïn vloeding daarvan door management en overlegorganen. Uit de discussies, die rondom deze problematiek werden gevoerd, groeide geleidelijk aan een model waarin steeds meer mensen zich konden vinden. Toch werd dit geheel niet zonder strubbelingen bereikt. Periodes van onduidelijkheid in de exacte organisatorische vorm waarin mensen moeten samenwerken, gaven onzekerheid, onrust, aanleiding tot geruchtvorming. Aan de andere kant kan men slechts positief denken over het feit dat zo velen intensief aan deze discussie hebben deel genomen, dat tot een resultaat heeft geleid waarin én leiding én management én de overlegorganen van de onderneming zich kunnen vinden. De nieuwe organisatievorm kreeg steeds duidelijker contouren en bepaalde onder delen daarvan konden reeds worden gerealiseerd. Met name kwamen de drie werkmaatschappijen, voor de eenvoud hier aangeduid met Bier, Fris en Gedistil leerd Wijntot standalsmede het beherend bestuursorgaan Heineken Nederlands Beheer BV. Aan het hoofd van iedere werkmaatschappij werd een Algemeen Directeur benoemd, die samen met de Directeur Personeelszaken, onder leiding van een President-Directeur de Directie van Heineken Nederlands Beheer BV vormen. Ook over de wijze van aanpak van reorganisatie van de economisch- administratieve groep, HTB en HAG werd een begin van overeenstemming bereikt. Hier is de aanpak gedifferentieerd, al naar gelang de eigen problematiek van de betrokken organisatie. Enerzijds wordt gewerkt met externe adviseurs ter versteviging van de eigen know-how. Anderzijds leek het gewenst met eigen deskundigheid in multidisci plinaire werkgroepen de problematiek aan te pakken. Hoofdlijnen van de nieuwe positie van deze groepen werden geschetst, de nadere invulling van de organisatorische ver banden ten opzichte van de werk maatschappijen, de Directie HNB en de organisatorische taken van de onder neming in binnen en buitenland moet nog geschieden. Ook de personeelsfunctie zal zich aanpassen aan de gekozen organisatie vorm, waarbij behoud van een gelijkvormig en gelijksoortig beleid voor allen, die binnen de onderneming in Nederland werkzaam zijn, uitgangspunt is. Wil dat personeelsbeleid zo goed mogelijkfunc- tioneren, dan zal binnen het kader van de nieuwe werkmaatschappijen een opera tionele decentralisatie vorm moeten krijgen. 5

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Sociaal Jaarverslag | 1981 | | pagina 7