Ziekteverzuim Het toenemende ziekteverzuim gaat ook aan onze onderneming niet voorbij. Dit vervult ons met ernstige zorg, hoewel wij binnen de voedings- en genotmiddelenindustrie gemiddeld gezien geen ongunstige plaats innemen. Het ziekteverzuim werkt niet alleen sterk kostenverhogend maar het verstoort ook het werkproces. Het brengt bovendien vaak extra inspanning voor collega's en chefs met zich mee. Het ziekteverzuim heeft, zoals uit de vele publicaties op dit gebied blijkt, veel oorzaken die buiten het directe bedrijfsgebeuren liggen. We noemen: problemen in de persoonlijke sfeer, het verdwijnen van bestaande normen, de afname van de vrees voor mogelijke nadelige gevolgen van afwezigheid op de positie in de onderneming, de beperkte ziekencontrole en de meer uitgebreide medische zorg. Bovengenoemde factoren hebben uiteraard onze aandacht, hoewel wij er weinig invloed op kunnen uitoefenen. Wij hebben ons tot taak gesteld om de factoren binnen het bedrijf in gunstige zin te beïnvloeden. Een overzicht van het ziekteverzuim geeft het volgende beeld te zien: Ziektecijfers produktiesector 1976/77 Ziekte percentages Amsterdam I Amsterdam II Bunnik 's-Hertogenbosch Zoeterwoude Gedistilleerd Wijn Totaal 13,3 9,1) 7,7) 10,7 (11,3) 8,5) 13,7 (15,1) (14,1 12,0 (10,9) (11,4) 8,7 8,7) 9,1) 10,2 9,2) 11,4 (11,0) (10,4) gemiddelde duur per ziektegeval 12,7 7,2) 7,7) 12.0 (13,9) (11,9) 15,4 (18,0) (21,4) 14,9 (12,8) (15,5) 12.1 (12,3) (13,7) 13,3 (12,5) 13,6 (13,2) (14,2) aantal ziekmel dingen per jaar per 100 man 262 (329) (259) 233 (209) (187) 236 (217) (171) 209 (224) (191) 184 (185) (173) 203 (209) 218 (222) (192) N B. Tussen haakjes zijn geplaatst de vergelijkbare cijfers van resp. de boekjaren 1975/76 en 1974/75. Het ziektepercentage van de mannelijke beroepsbevolking in de produktiesector van de voedings- en genotmiddelenindustrie in Nederland bedroeg over dezelfde periode 13,0%. In de niet-produktie-sectoren blijft het ziektecijfer vrij constant 4,8% (5,4%, 4,8%). Zoals in het vorige verslag werd vermeld, hebben wij door een extern bureau ook in de vestiging Bunnik een onderzoek naar de oorzaken van het stijgende ziekteverzuim laten instellen. Het vorig jaar vond een soortgelijk onderzoek plaats te 's-Hertogenbosch. Ook het Bunnik-rapport geeft een aantal algemene conclusies en aanbevelingen die in grote lijnen met die in het Bossche rapport overeenkomen. In 's-Hertogenbosch is een werkgroep, gedeeltelijk bestaande uit ondernemingsraadsleden, gestart met een actie om het ziekteverzuim terug te brengen. Daarbij richt men zich met name op de volgende aanbevelingen uit het rapport: - strengere selectie bij het aannemen van personeel; - betere instructie en begeleiding in de werksituatie; - meer persoonlijke aandacht voor het personeel

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Sociaal Jaarverslag | 1976 | | pagina 16