1
68 H
5
F
2^,
1
I
r i
DIENSTJARENOPBOUW
VAN DE
PERSONEELSBEZETTING
EIND SEPTEMBER 1975
46 jr. of meer
41 t/m 45 jr.
36
31
26
21
16
11
6
4
2
0
40
35
30
25
20
15
10
5
3
1
0
0
1
1
2
9
17
29
79
200
736
503
vrouwen mannen
PROCENTUELE
DIENSTJARENOPBOUW
VROUWELIJK
PERSONEEL
PROCENTUELE
DIENSTJARENOPBOUW
MANNELIJK
PERSONEEL
46 jr. of meer
41 t/m 45 jr.
36
31
26
21
16
11
6
4 en
2 3
40
35
30
25
20
15
10
5
46 jr. of meer
41 t/m 45 jr
36
31
26
21
16
11
6
4
2
0
40
35
30
25
20
15
10
5
3
1
AH 13,9 (-^
17,1
40,8
derde deel van het totaal. Dit betrof de overledenen, degenen die de pensioen
gerechtigde leeftijd bereikten of in de invaliditeitsregeling werden opgenomen,
de groep voor wie het met hen aangegane tijdelijke dienstverband afliep, alsmede
de werknemers die de proeftijd van twee maanden niet beëindigden. Met uit
zondering van de laatste categorie bedroeg het natuurlijke verloop 3,3%.
Van het overige of 'zuivere' verloop (tweederde deel van het totale verloop om
vattend) kan ten aanzien van de vertrekmotieven worden gesteld, dat ongeveer
de helft werd veroorzaakt door aanvaarding van een functie elders.
Een 30-tal medewerkers van B3 gaf de voorkeur aan afvloeiing op basis van
de getroffen financiële regeling boven de mogelijkheid om - met verhuizing -
elders in de onderneming te worden herplaatst. Naar hun moederland keerden
29 buitenlandse werknemers terug.
Bij het beoordelen van het verloopcijfer van de onderneming moet worden
opgemerkt, dat een deel van het verloop samenhangt met het seizoenmatige
karakter van de werkgelegenheid in een deel van de onderneming.
7