I I I I I I I I I I wen van bier. Dit wordt geleverd door het regionale waterlei dingbedrijf. In 1997 was 4,9 liter water nodig per liter bier. De laatste jaren wordt in deze brouwerij relatief steeds minder water verbruikt. Dit is niet uitsluitend het resultaat van innova tie en good housekeeping: een relatieve stijging van het gebruik van eenmalige verpakkingen, zoals blik en de groene exportfles- sen, is een belangrijke factor. Er is meer water nodig voor het reinigen van retourflessen en kratten dan voor het voorspoelen van een blikje of een flesje voor eenmalig gebruik. Kratten- wassers hebben in 1997 meer water verbruikt door een toename van sterk vervuilde kratten. De Bossche brouwerij wint zelf water. Onder meer doordat de brouwerij in Den Bosch meer bier in retourverpakkingen voor de binnenlandse markt produceert dan de brouwerij in Zoeterwoude, waar een groot deel van de productie voor export bestemd is, is het waterverbruik in Den Bosch hoger dan in Zoeterwoude, namelijk 6,5 liter. Het water voor de brouwerij in Den Bosch wordt gewonnen uit lagen die soms wel 130 meter onder de oppervlakte liggen. Om de kwaliteit te garanderen wordt ook water gewonnen uit lagen die daar boven liggen, op gemiddeld 50 meter diepte. Dit water wordt opgepompt, gebruikt als koelwater, indien nodig belucht en vervolgens weer geloosd op het oppervlaktewater. Door dit te doen kan worden voorkomen dat verontreinigingen in de bodem doordringen in het dieperliggende water dat voor het brouwen gebruikt wordt. Vrumona in Bunnik gebruikt grondwater bij het bereiden van frisdrank en beschikt over een wettelijk erkende mineraalwater bron. Dit mineraalwater wordt op de markt gebracht onder de naam Sourcy. Bij Vrumona is het waterverbruik in 1997 licht 8,6 °'T gestegen. Een belangrijke reden voor deze stijging is de toename van het aantal productovergangen. Hiervoor moesten de afvulin- stallaties voor frisdrank vaker worden gespoeld met water. Voor het vervaardigen van een liter frisdrank was in 1997 2,6 liter water nodig. Ook Brand Bierbrouwerij in Wijlre maakt gebruik van grondwa ter. In 1997 was 6,7 liter water nodig voor het vervaardigen van een liter bier, bijna driekwart liter minder dan het vorige jaar. Energie Het beleid van Heineken is erop gericht zo efficiënt mogelijk om te gaan met energie. Mede daarom was Heineken betrokken bij de totstandkoming van een energieconvenant tussen de Nederlandse bierbrouwers, verenigd in het Centraal Brouwerij Kantoor, en de ministeries van Economische Zaken en Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in 1992. Een van de afspraken die destijds in het convenant is vastgelegd, is het streven naar een energie-efficiencyverbetering van 20 procent in het jaar 2000 ten opzichte van 1989. Deze doelstelling was in 1997 al ruimschoots gehaald want in zes jaar tijd werd een efficiencyverbetering van bijna 23 procent gereali seerd. Na overleg met de betrokken ministers is daarom besloten om dit percentage te verhogen met nog eens 4 procent. Het nieuwe ambitieuze streven is om in het jaar 2000 een efficiency verbetering van 27 procent ten opzichte van 1989 te bereiken. Op 1 maart 1998 is deze overeenkomst ondertekend. Nieuw is dat bij deze afspraak ook de kleinere brouwerijen zich hebben gecommitteerd om een rol te spelen. Ook Vrumona heeft zich in juli 1996 - samen met de leden van de branchevereniging NFI (Nederlandse Frisdrank Industrie) - 10 Waterverbruik Actueel specifieke gebruik in hl/hl 10 8 - 1994 1995 1996 1997 Electriciteitsverbruik Actueel specifieke gebruik in kWh/hl 0 L 1994 1995 1996 1997 Brandstofverbruik Actueel specifieke gebruik in Mj/hl 1994 1995 1996 1997 I Totaal Zoeterwoude, 's-Hertogenbosch, Vrumona

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Milieuverslag | 1997 | | pagina 13