EN
PASSANT
as 9 imtji cj-.f;-.''. ges*:-
„Geen zeep meid,
maar wel gezelligheid!"
Hij zat aan de leestafel in het café. Vóór zich een glas
Heineken bier en in zich kennelijk een tweestrijd want hij
wendde zich tot mij met de woorden: „Ik geloof vast dat
meneer het wel begrijpen zal". Daarbij keek hij mij hoop
vol aan en, hoewel ik er geen flauw benul van had wat
hij bedoelde, zei ik toch maar: „Natuurlijk!" Blij dat hij
„begrip" gevonden had, schoof hij zijn stoel iets dichterbij
en zei stralend: „Dacht ik het niet?" Na deze, wat vreemde
proloog, nam hij een paar fikse teugen bier, zuchtte te
vreden en zakte onderuit, in zwaar gepeins verzonken.
Na korte tijd kwam er echter een verandering in dit vredige
tafereeltje. Terwijl een schaduw over zijn ietwat Neander
thaler gelaatstrekken gleed, hees hij zich overeind in zijn
stoel en mompelde: ,,'t Komt allemaal door die reclame
jongens, meneer". „Zo", zei ik. Wat had ik anders moeten
zeggen? Hoewel ik beter mijn mond had kunnen houden,
want hij luisterde niet eens.
,,'t Zit zo", ging hij door, „mijn vrouw leest van die mo
derne vrouwenbladen uit de leesportefuilje. U kent ze
vast wel." En uit de gretige blik, die in zijn ogen kwam,
kon ik opmaken dat hij ze in ieder geval kende. „D'r zitten
ook van die buitenlandse bladen in", ging hij verder, „en
dat is wel eens moeilijk. Mijn vrouw begrijpt het niet alle
maal en ze kijkt dan ook meer naar de advertenties die
er in staan." „Jammer genoeg," kramplachte hij plotseling,
„want anders was er niks gebeurd en zat ik nou lekker met
mijn sloffen aan, thuis me krantje te lezen."
De verbazing moet van mijn gezicht te lezen zijn geweest,
want hij vervolgde snel: „ik ken het meneer wel vertellen."
Eerst nam hij nog een omslachtige slok en zei toen: „Mijn
vrouw is ongeveer tien jaar ouder als ik. En dat zit haar
dwars. Daarom doet ze er alles aan om er jonger uit te
zien." En in een plotselinge bui van een enigszins on
logische loyaliteit voegde hij er aan toe: „Da's ook d'r
goei recht. Maar as meneer wist wat 't allemaal kost.
Iedere keer as ze in één van die bladen wat leest over
jonger en mooier worden, dan wil ze het hebben. Ons
huis lijkt wel een winkel is come. cosme.
„Cosmetische artikelen", hielp ik.
„Juist", knikte hij dankbaar. „Nu had ze vanmorgen een
Duits damesblad in d'r handen en daar stond een adver
tentie in die ze niet goed begreep. Ze liet hem aan mij
zien, maar nou ben ik helemaal niet goed in talen, meneer."
En wat agressief vervolgde hij: „Daar schaam ik me niet
voor, want ik ben een eenvoudige jongen. Betonvlechter
van mijn vak. Maar goed, voor je vrouw wil je je
niet laten kennen, dus kijk ik naar die advertentie. Hier
is 't ie." Uit een versleten imitatie leren portefeuille diepte
hij de advertentie op en gaf hem aan mij.
Ik keek naar een verleidelijke dame in badpak waarnaast
de opwindende tekst stond: „Morgens die wilde Frische
der Fa und noch am Abend geht ein Hauch von Wildheit
von Ihnen aus". In kleine letters stond er nog bij dat Fa
een toiletzeep was die de wilde frisheid van citroenen
had, de koelste vruchten der wereld. En ging de tekst
verder wat zo vol wilde frisheid zit, dat houdt ook
lang fris. Gelijk een bad in de branding van de oceaan.
Wanneer de oceaan niet naar u toekomt, haalt u de oceaan
naar u toe.
Terwijl ik nog even zat na te denken wat het woord
„hauch" betekende, vroeg hij me heel belangstellend of ik
het snapte. „Och, ik geloof het wel", zei ik, nog min of
meer verbijsterd door de vreemde wending die het gesprek
nam door de dame, de wilde frisheid van de zeep en het
bad inj de branding van de oceaan. „Maar wat zijn nu de
moeilijkheden", vroeg ik.
„Nou meneer, toen ze mij die advertentie liet lezen, begreep
ik er maar weinig van en daarom zei ik: Och meid, da's
gewoon een stukkie zeep. Kan je net zo goed „sunlicht"
kopen. Deed me moeder ook altijd en 't is veel goedkoper.
Toen was het gebakken, meneer. Ze begon tegen me uit
te varen dat ik d'r niks gunde, terwijl ze het toch allemaal
voor mij deed. Zij wilde jong en mooi blijven. Voor mij.
Zij wilde romantiek en vooral gezelligheid in huis. Maar
met mij was het boter aan de betonpaal gesmeerd."
Hij zuchtte diep, bestelde nog twee Heineken en nadat wij
elkaar als „begrijpende mannen" hadden toegedronken, ver
volgde hij: „Ik kreeg er verschrikkelijk van langs. En wat
doe je dan? Je probeert het maar weer zo goed mogelijk
te sussen. Dus zeg ik: Nou meid, als je nou persé-beslist
een wilde huig wil hebben, dan is 't mij goed hoor! Maar
waarom eigenlijk? Die ziet toch niemand?!
Fout meneer, helemaal fout. 't Had niks met d'r huig te
maken, zei ze, want ze had het opgezocht in het woorden
boek. „Hauch" wilde zoveel zeggen als sfeer en ik begon
zo langzamerhand te begrijpen dat door dat stukkie zeep
de vrouwen 's avonds nog een sfeer van wildheid om zich
heen hebben hangen. Of heb ik het verkeerd?" wendde hij
zich tot mij. „Nee, zoiets is het wel", zei ik enigszins
huichelachtig, want zelf was ik ook nog niet tot de con
clusie gekomen dat Hauch, sfeer betekende.
„Affijn," praatte hij door, „ik was een onromantische lum
mel, die niks van d'r diepste gevoelens begreep. Nou, zei
ik weer, stil maar, dan ga ik dat stukkie zeep wel voor
je halen. Ik had toch vorstverlet, dus kon ik het wel effe
doen." Toen vertelde hij me het trieste verhaal hoe hij
met de voorzichtig uitgescheurde advertentie (anders zouden
de mensen van de leesportefuilje het merken) dertien
winkels had bezocht zonder enig resultaat. Er waren wel
een heleboel andere merken die volgens de verkoopsters
nog veel romantischer en wilder waren, maar „daar trapte
hij niet in."
22