Een camping-exploitant
aan het woord
vrouw had de moed het met mij eens
te zijn en samen hebben we toen die
eerste moeilijke jaren doorgeploeterd.
Maar dat is eigenlijk een hoofdstuk
apart, waar we het nu niet over willen
hebben. Daar mag u gerust nog eens
een middagje voor terugkomen. Maar
nu bent u gekomen om over bier te
spreken.
Nou, ik moet u eerlijk zeggen, dat ik
dat vijf jaar geleden helemaal niet
zo'n leuk onderwerp van gesprek zou
hebben gevonden. Ik had toen mijn
camping al aardig opgebouwd, met
mooie toiletgroepen, douches, was
plaatsen enzovoort. Maar van iets,
dat op een kampwinkel leek, was nog
geen sprake, laat staan van een kan
tine. Ik voelde me nog steeds sport
en buitenman. Ik zette lange wande
lingen uit voor mijn kampeerders,
nam 's avonds een stel natuurliefheb
bers mee de bossen in om herten te
gaan kijken en ik wist langzamerhand
een heleboel af van bomen en vogels.
Maar ik voelde er niets voor, om ook
nog eens kruidenier en kastelein te
gaan spelen. Dat was niets voor mij.
Alleen, de toilettenbouw was duur ge
weest, het terreinonderhoud was duur,
alles was duur. En er waren nog meer
plannen, die allemaal een heleboel
geld gingen kosten en als ik dan zag,
wat een volle boodschappentassen
die vijf-, zeshonderd gasten in het
hoogseizoen elke dag mijn terrein op
sleepten en als ik ze dan op regen
dagen met hun ziel onder hun arm
door het dorp zag schuiven of ze zag
biljarten in het enige behoorlijke café,
dat het dorp rijk was, dan dacht ik
weieens: daar gaat nu de rente en de
aflossing van de hypotheek, die je zult
moeten opnemen om je verdere plan
nen uit te voeren!
We hebben er een hele winter over
geslapen, maar 't volgende seizoen
stonden de kampwinkel en de kantine
er. Ik heb veel aan die vertegenwoor
diger van u gehad. Eerst wou ik hem
helemaal niet zien. Ik voelde hoege
naamd niets voor bier en ik geloofde
helemaal niet in die opzichtig grijn-
,,Een gelukkig mens? Ja, ik geloof
wel, dat ik mezelf zo noemen mag,
ofschoon ik toch wel heel erg voor
zichtig ben met dat Grote Woord.
Maar als je erin geslaagd bent om
van je hobby tevens je broodwinning
te maken, dan schiet je toch een eind
in de goede richting en dat is met mij
het geval. Kamperen is altijd mijn
hobby geweest. Ik heb als 't ware
het stenen tijdperk van de kampeerde-
rij nog meegemaakt, met een rugzak
en een stel opgerolde dekens, met een
steelpannetje en een blikken kroes en
koken op een open kampvuurtje. Ik
wist dus precies, wat een arme kam
peerder toekwam en toen ik van alle
mooie plekjes in Nederland net uit
gerekend dit mooie stukje grond kon
kopen (het kostte destijds een krats;
nü zou het onbetaalbaar voor me
zijn) toen heb ik mijn pennelikker-
schap opgegeven (ik was notabene
bankbediende!) en heb ik deze cam
ping opgezet. Het was een hele waag
en mijn schoonouders verklaarden mij
voor stapelgek en onverantwoordelijk
om een vaste betrekking en het we-
duwenpensioen van hun dochter op te
geven om ergens in de rimboe Indi
aantje te gaan spelen. Maar mijn
veel vraag naar de Rondjes
zende advertentiekoppen van die ge
zellige mensen, die alsmaar Heineken
in huis haalden. Maar die vertegen
woordiger gaf mij ergens vertrouwen,
't Was geen praatjesmaker, geen O.H.
(om 't zo eens fijntjes uit te drukken)
maar hij gaf mij, blijkbaar voorver
warmd en vooringelicht door uw
agent of grossier of hoe noem je die
bijzonder actieve man, die zich hier al
een paar keer eerder had laten zien
(ik mag dat toch wel, die activiteit)
hij gaf mij, zeg ik, een paar verrekt
nuttige adviezen. Daar ben ik op inge
gaan en ik voel me er wél bij. Ik zal
wel nooit een volbloed horecaman
worden en dat wil ik ook helemaal
niet. Maar ik wil wèl, dat mijn gasten
het hier prettig hebben en dat de con
currentie, die wij met onze bedrijven
hier in Holland ondervinden van de
zuidelijke zon, althans enigszins wordt
gecompenseerd door een soort gezel
ligheidsfactor, waardoor een vakantie
ook nog plezierig kan zijn als het
regent! En laten we eerlijk zijn, ik ben
hier nou wel naar toe getrokken met
een rugzak vol idealisme enzo, maar
uiteindelijk gaat het toch om de cen
ten en dan is de winstmarge in zo'n
kampwinkel en veel meer nog in de
aan mijn kantine een klein terrasje
breien
maar het volgend seizoen stond de kamp
winkel er