naast de „trekkende bevolking" dat
zijn de buitenlanders, steeds meer
en meer Nederlanders gaan be
horen tot de „vaste bevolking".
Tot die vaste bevolking moet men
niet alleen de caravanbezitters
rekenen. (Wist u dat er vorig jaar
in Nederland 12.000 van deze
huisjes-op-wielen gekocht zijn?)
Vele Nederlandse caravanbezit
ters blijven (voorlopig) liever in
ons land. Tot de vaste bevolking
gaan ook steeds meer en meer de
bewoners van zomer- of vakantie
huisjes behoren, die in hun tijde
lijke behuizing niet alleen in het
seizoen, maar ook tijdens week
ends of hoogtijdagen hun korte
of lange vakanties doorbrengen.
Hetzelfde doen al vele caravan-
bezitters, die er in steeds groter
getale toe overgaan hun mobiele
Het caravankamp bij het Bloemendaalse strand op Ie Pinksterdag vorig jaar.
(Luchtfoto Nat. Fotopersbureau)
Volgens schattingen van de Neder
landse Kampeerraad ontvingen
de bijna 2800 kampeerbedrijven
in ons land vorig jaar 3.2 miljoen
gasten en werden er 23.5 miljoen
overnachtingen geregistreerd.
In de periode van 1 mei tot en met
30 september 1965, gedurende het
seizoen dus, noteerde men 2.4
miljoen overnachtingen van bui
tenlanders, terwijl in die vijf maan
den de Nederlanders maar liefst
13.4 miljoen overnachtingen op
hun naam brachten. Vorig jaar
waren er met Pinksteren alleen al
250.000 buitenlandse kampeer
ders in ons land, die samen met de
750.000 Nederlandse tent-, bun
galow- of caravanbewoners het
miljoen vól maakten.
Wie de moeite neemt zo tegen
Pasen en Pinksteren de dagbladen
er op na te slaan, krijgt een ta
melijk nauwkeurige prognose
voorgeschoteld van het aantal
buitenlandse bezoekers, dat in de
desbetreffende periode in ons
land wordt verwacht. En elk jaar
wordt de stroom toeristen en kam
peerders nog groter.
Vooral de laatste groep is bezig
uit te groeien tot een voor de
middenstand en dus ook voor
de groothandel bijzonder be
langrijke klantenkring. Een tijde
lijke, zult u zeggen. Toegegeven,
maar vergeet u niet dat er op het
gebied van het kamperen een
nieuwe ontwikkeling gaande is. Op
de campings in ons land zullen,
"Ockenburgh" bij Loosduinen, de grootste camping van Nederland en een Steeds meer caravanbezitters gaan er toe over voor
van de grootste van Europa, die vorig jaar 450.000 overnachtingen boekte. hun huisje-op-wielen een vaste plaats te bespreken.
9
Vrij, niet alleen in de natuur of
in een andere omgeving, maar
vooral ook vrij van de vaak
knellende conventies."
Wat nu zeggen de leveranciers,
de groothandel, over het onder
werp camping. Wij spraken met
drs. S. Duvekot te Krabbendijke,
directeur van de IFA-grossierde-
rij N.V. v/h Fa. Gebr. Duvekot.
Hij zegt: „Langs de kust van Zee
land ontstaan voortdurend nieu
we campings. Deze gaan zich
steeds meer richten op een vol
ledige voorziening. Het gevolg?
Steeds meer winkels." Ook de
heer Duvekot voorziet dat er op
de campings, naast de tenten,
meer en meer langdurige verblij
ven komen. Op Walcheren bij
voorbeeld zijn behalve grote cam
pings ook al verscheidene bunga
low-oorden te vinden.
„Het werkelijke seizoen", aldus de
heer Duvekot, „is nu nog tame
lijk kort, maar het gaat, door het
toenemende toerisme zowel als
door de langere verblijfsduur in
caravans en dergelijke, zich over
een steeds langere tijd uitstrekken.
Voortdurend meer mensen vinden
een bestaan in een kampwinkel."
Wat het assortiment betreft: er is
veel vraag naar produkten die
snel te bereiden, c.q. te consume
ren zijn. De vakantieganger geeft
de voorkeur aan de betere waren
en in de drankensector wordt ge
makkelijk, dat wil zeggen, veel
gekocht. Anders gezegd, men
kijkt in zijn vakantie niet op een
dubbeltje en is vlot met veel en
goed eten en drinken. In de
kampwinkels dient de nodige
ruimte voor allerlei dranken aan
wezig te zijn. De ervaring heeft
geleerd dat de tijdelijke klanten
het zeer op prijs stellen als de
dranken gekoeld zijn en dat men
ook graag uit de diepvriesvoor-
raad (indien aanwezig) koopt. De
winkeliers worden steeds meer ac
tief en beginnen veelal in de win
ter met de voorbereidingen. Een
Pinksterdrukte 1964 bij de Loosdrechtse Plassen. (Luchtfoto-ANP)
huisje ergens voor een heel sei
zoen neer te zetten. Men brengt
er de lange weekeinden door,
evenals de grote vakantie. Vaak
gebeurt het dat ma en de kinde
ren daarna nog een poosje blijven,
terwijl pa heen en weer reist
De hiervoor geschetste ontwikke
ling komt niet van de eerste de
beste. Zij is de vaste overtuiging
van een man, die het weten kan:
de heer G. Bosch te Rotterdam,
gepensioneerd (sinds kort) ge
meente-ambtenaar voor sport en
recreatie, nu werkzaam als advi
seur voor campingzaken in Rot
terdam, Hoek van Holland, Oud
dorp en Haamstede. Sinds 1946
heeft hij eerst als een soort
hobby zich beziggehouden met
het onderwerp camping. Een man
met een grote en rijke ervaring
op dit gebied (hij heeft ook meer
malen buiten de grenzen zijn licht
opgestoken) en als zodanig legt
zijn overtuiging het nodige ge
wicht in de schaal. Uit zijn mond
is ook de uitspraak:
„Voor de middenstand heeft het
zin vooruit te zien en te denken
en, als er een nieuwe ontwikke
ling op komst of gaande is, daar
van te profiteren." Sprekend over
zo'n nieuwe ontwikkeling zegt hij
bijvoorbeeld ook nog: „Op den
duur krijgt men op de camping
een soort vereenvoudigde hotel
sfeer. De campings worden in ze
kere zin openluchthotels, vakan
tieverblijven waar men de „fran
je" van de echte hotels mist. Ver
geet niet, dat de moderne mens
tijdens zijn vakantie vrij wil zijn.
Trots toont de heer
Maljers zijn beide koel
wagens, die in het
hoogseizoen worden
ingezet bij de bevoor
rading van campings.
Ook voor de rest van
het jaar zijn de wagens
zeer rendabel.
Mevrouw P. de Pagter, eigenaresse van de
camping Zuiderduin" in Westkapelle, doet
haar inkopen op de voorjaarsbeurs van de
firma Maljers in Middelburg. Rechts onze
heer Krieger.
10