m
Wat anderen ervan zeggen
r
^Qeceptie
-J
Zijn zuster:
W. Volkers:
F. N. Vogtschmidt:
Maandag 15 Februari zal van 3 uur 30 tot
5 uur 30 een receptie gehouden worden
in het Apollo Paviljoen, Apollolaan 2,
Amsterdam Z., ter gelegenheid van het
40-jarig jubileum van de heer M. Bolhoven.
Tijdens deze receptie zal de officiële hul
diging plaats vinden.
U kunt het Apollo Paviljoen bereiken van
het Centraal Station af met lijn 24, halte
Beethovenstraat hoek Apollolaan, en met
lijn 25, halte Churchillaan, van het Amstel-
station af met bus E, halte Apollo Paviljoen.
Wij hopen U op 15 Februari in het Apollo
Paviljoen te ontmoeten.
Het
Zijn vrouw:
Ik kende hem al toen hij nog maar 16 jaar
was, hij zat toen op de afd. Kas, laatste raam
links van het oude kantoor. Neen, laat mij
maar niets over hem vertellen, dat doen
anderen wel op zijn jubileum, ik weet altijd
meer te vertellen en daarom zwijg ik!
Eén keer ben ik van hem geschrokken! Hij
was nog maar kort bij de brouwerij, het was
misschien in 1915 of '16, toen hij met een
wagen werd thuisgebracht. Er moest een
ongeluk gebeurd zijn maar voordat de paniek
zich volledig van ons kon meester maken
kwam de aap uit de mouw; het was het
resultaat van een stevig brouwerijfeest, het
eerste, een beetje onwennig nog.
W. M. van Haatten:
Een herinnering? Natuurlijk! Er zijn er wel
duizend maar hier is er één.
Toen onze vroegere directeur, de heer
Stikker, mij bij mijn komst op het kantoor
van Heineken in kennis bracht met de ver
schillende functionarissen met wie ik in
de toekomst zou moeten samenwerken
wandelde ik, na zojuist handen geschud te
hebben met de heer Bokhoven, door de
nauwe gang die toen nog het achter- en
vóórkantoor met elkaar verbond. Plotseling
draaide de heer Stikker zich om, wees in
de richting van onze huidige jubilaris, keek
mij betekenisvol aan en zei, de wijsvinger
naar het hoofd brengend: „Hou die in de
gaten, die is daar goed gestoffeerd".
Het heeft niet lang geduurd voor ik de
juistheid hiervan kon verifiëren, doch wat in
de dagelijkse omgang nog waardevoller bleek,
was zijn collegialiteit en sportiviteit.
Maart 1917 kwam ik als nieuweling bij de
brouwerij en maakte daar kennis met Mein-
dert Bolhoven, toen al een energiek en
hardwerkend leermeester, die mij snel weg
wijs maakte in de geheimen van het brou-
werijbedrijf. Er werd hard gewerkt, op de
expeditie begonnen wij om half zeven en
's Zaterdags om half zes, bovendien om de
andere dag „jour", d.w.z. tot 's avonds acht
uur overwerken om de kassier te assisteren.
Dat dit .assisteren' hoofdzakelijk bestond uit
het aanslepen van ontelbare potten bier
voor de hoofdkassier doet er minder toe.
Toch zag Bolhoven kans om in zijn vrije tijd
met enkele van zijn collega's de Sportclub
H.B.M. op te richten. Hij was geen groot
voetballer maar toch was hij de niet te pas
seren half back van ons elftal dat in het
seizoen 1920/21 ongeslagen kampioen werd
van de Amsterdamse Kantoorvoetbalbond.
Mr. H. Harmens:
Gaarne wil ik in dit kort bestek de gedach
ten weergeven, die tot mij komen ten aanzien
van de jubilaris van heden, Meindert
Bolhoven.
Al was in de eerste jaren waarvan ik kan
spreken, onze samenwerking slechts gering,
doordat onze functies in het bedrijf zo ver
uiteen lagen, met de groei der jaren is een
goede samenwerking ontstaan en met die
samenwerking mijn grote waardering voor de
arbeid van Bolhoven.
Zo is er in de laatste jaren een arbeids-
vriendschap gegroeid, die wellicht niet dage
lijks tot uiting komt en ook niet behoeft te
komen, doch die zich steeds manifesteert als
de gelegenheid zich voordoet.
Moge dit ook in de komende jaren zo blijven.
Dit is mijn gedachte en mijn wens voor mijn
vriend Bolhoven.
Ik heb het voorrecht gehad tientallen jaren
met hem te mogen samenwerken en ik kan
zeggen dat de heer Bolhoven geen gemak
kelijke baas is, dcch voor degene die wil
werken is hij een prima chef en een gewel
dige steun in het werk.
De heer Bolhoven is streng zakelijk doch
tevens bijzonder prettig en gemoedelijk in
de omgang.
Laten we hopen nog jarenlang met deze
„baas" te mogen samenwerken.