EEN EEUW BROUWEN
Wie kent nog de dagen waarin er in Rotterdam op grote schaal bier werd
gebrouwen? Over de HEINEKEN Brouwerij in Crooswijk verschijnt in 201 k een
boek. Historicus Dik Vuik en fotografe Erika Blikman zijn hiervoor op zoek naar
oud-medewerkers en hun herinneringen. Zo blijft het erfgoed bewaard.
HERINNERINGEN AAN DE BROUWERIJ IN ROTTERDAM-CROOSWIJK
SNUFFELEN AAN DE EXPORT
EXPORTBIER EN MOUTSOEP
Crooswijksesingel
met HEINEKEN.
De brouwerij en de Noorderbrug?
In 1922 werd architect Willem Kromhout
gevraagd het fabrieksterrein opnieuw
in te richten. W. Kromhout, Brouwerij
HEINEKEN 1922-1932, collectie NAI.
Oorlogsjaren,
Rotterdam werd in 1874 gezien als een goede locatie voor de export,
vanwege de toen al flink gegroeide haven. In Crooswijk bevonden
zich natuurlijke wellen in de nabijheid van de Rotte, reden om precies
hier een brouwerij te bouwen. En zo kwam naast Amsterdam ook Rot
terdam op het etiket van Heineken te staan. In de jaren zeventig stopte
het brouwen in Crooswijk en werd de nieuwe vestiging in Zoeterwoude
geopend.
Een eeuw lang brouwen betekent dat vele duizenden Rotterdammers in de
brouwerij aan de Crooswijksesingel hebben gewerkt. Elistoricus Dik Vuik
en fotografe Erika Blikman zijn op zoek gegaan naar oud-medewerkers
en hun verhalen over het leven in en om de brouwerij. Inmiddels hebben
ze al een aantal oud-medewerkers gevonden en geïnterviewd. Sommigen
werkten er al tijdens de Tweede Wereldoorlog, anderen in de jaren vijftig,
zestig en zeventig. Gezamenlijk geven ze een compleet beeld van een halve
eeuw HEINEKEN-geschiedenis in Crooswijk. HEINEKEN NL Magazine
kreeg alvast een voorproefje.
Het langst terug gaan de herinneringen van Birgitta Feith. Zij werkte niet zelf
in de brouwerij, maar is de dochter van jonkheer Pieter Feith, werkzaam voor
HEINEKEN van 1927 tot 1966. "Mijn vader werd in 1927 onderdirecteur Ras
aangenomen", vertelt ze. "Hij ontmoette dat jaar bij een feest Henry Pierre
Heineken en het was al snel ouwe jongens krentenbrood." Feith werd naar
Rotterdam gestuurd. "Daar mocht hij aan de exportafdeling gaan snuffelen",
aldus Birgitta. "De exportchef daar, Keidel, stond aan de vooravond van zijn
pensionering. Mocht Pieter niet aarden in Rotterdam, dan stond de deur in
Amsterdam nog steeds wijd open. Maar Rotterdam accepteerde hem en eind
1928 volgde hij Keidel op." Dat was het begin van een lange bemoeienis met
de export, iets waarmee HEINEKEN als brouwerij toen al vooropliep.
Birgitta is een van de weinigen die over de oorlogsjaren kan vertellen. Hoewel
de productie van bier tijdens de oorlog steeds lastiger werd, bleef de brouwe-
10 HEINEKEMJLmagazine