Januari 1940
gaat loven alles. Ik nam de fazant,
overeenkomstig de aanwijzingen, die ik
daaromtrent gekregen had, voorzichtig
hij de pootjes en "begon de dijteentj es
van veeren te ontdoen* Rits, rits, zei
het en bij bosjes werden de veeren ei?
vlot en vaardig uitgerukt. Was ik toen
maar niet het hoekje omgegaan naar de
vleugels, want nu had ik de misère al
in het tweede plukstadium. Ra het vlot
te begin verzeilde ik nu midden tus-
schen akelig harde dingen, die men ge
loof ik slagpennen noemt en waarmede
onze voorouders plachten te schrijven©
Ik leverde er een complete \?eldslag mee<
Rukte ik zachtjes, dan kreeg ik ze er
niet uit; rukte ik hard, dan kreeg ik
een stuk vel mee© Ik heb het geprobeeid
op velerlei wijzen: een plotselinge
ruk en geleidelijk trekken; trekken in
de groeirichting en pal daar tegenin©
Hadde het beest nog een kop gehad, het
zou me verwijtend hebben aangekeken©
Dit was geen-plukken meer; dit was
lijkschennis1
Een fazant heeft belachelijk
veel veeren. Ra drie kwartier werken
lag er een heele stapel op de opera
tieruimte, die ik met kranten had af
gedekt. Er lagen er ook in alle hoeken
van de keuken, er zaten er in mijn ha
ren en er zweefden er zoetjes door de
lucht. Mijn vrouw moest ik allerijl
haar kooksels en baksels in veiligheid
brengen en nèg verbeeld ik me, een
roodbruin veertje in het Kerstbrood te
zijn tegengekomen»
Laat ik niet spreken over het
schoonmaken» Het scherpe mes».. Mijn
hand, die rein tusschen het blanke
vleesch verdween en die terugkwam,
bebloed, gevuld met lillende longêtjes,
glibberige darmen, een akelig rood
hartje en nog een stuk of wat ondefi
nieerbare, slijmerige organen© Ree,
laat ik over dat schoonmaken maar niet
spreken. Hoofdzaak was, dat ik, na
van half tien tot elf uur te hebben
gearbeid en na meermalen mijn ziel
met een zachten vloek te hebben ge
schonden, één panklare fazant had!
Maar nu was ik nog 9 van die
onhandelbare, zwaar-bevederde beesten
a la hausse en die moest ik kwijtl Z-e
waren niet duur, dus er was wel animo
voor. "Maar dat plukken en schoonmaken?'
Ik wist niet, dat ik zóó kon
liegen. "Dat plukken en schoonmaken?"
zei ik, "Een koud kunstje» Je haalt
hem even door het heete water en dan,
rits, rats, haal je de veeren er zoo
af!"
Truth in advertising? Een on
mogelijk principe» Dan had ik niet Pa-
schen nog fazant gegeten en na ben ik
ze kwijt, allemaal! Allemaal heb
ben ze bijgedragen tot de meerdere
glorie van diverse feeStdisschen,
zij het ook, dat er één zeer waar
schijnlijk terechtgekomen is op een
disch, waarvoor hij niet bestemd was.
Er werd n.l. op zeker adres
in de Amstellaan een fazant bezorgd
met een keurig touwtje aan den kop.
Aan het andere eind van dat touwtje
zat...» neg een fazantenkop!
Er kon niet werden uitge
maakt, wiens verwondering grocter
was, die van den bezorger of van
den ontvanger. De bezorger was met
twee complete fazanten van huis ge
gaan. De beesten bengelden aan het
stuur van zijn fiets. De bestrating
in de Amstellaan is echter niet
ideaal nn als ze in de Achterhoek
iemand, als is het maar een fazant,
den nek omdraaien, dan doen ze dat
grondig!
Ik ben de fazant niet tegen
gekomen onder de "gevonden voorwer
pen" in de krant, zoo dat wij zullen
moeten aannemendat het Kerstman
netje dien Zaterdagmiddag een ziel
tje voer zich heeft gewonnen!
De Winter-wandeltocht
25 KM, DCCR BOSCH ER HEI -
DE ZCR ER EER VREEMD VLIEGTUIG
TEGELIJK IR DE LUCHT. - DE
WANDELSPORT; EER IDEALE SFORT!
Het was natuurlijk niet zoo dra
matisch als Goethe in zijn ^Harz-
reise im Winter" beschreef en met
name ontbrak volkomen de passage,
die Brahms tot zijn onvergetelijke
"Alt-Rhapsodie" inspireerde.
Bij ons was het allemaal me6r
naar de luchtige, vroclijke kant.
Het was prachtig, zonnig weer,
flink koud, maar dat Voel je alleen
de eerste twee minuten. We hebben
er stevig den pas ingezet, ens wan
dellied gezongen en ons gevoeld als
de Keningen van het wintersche bcsch
Waarbij de eenige aanwezige Konin
gin meemarcheerde als de beste en
door haar opgewektheid en sportief
uiterlijk kleur en fleur gaf aan
het kleine, doch selecte gezel
schap©
Het was aanvankelijk de bedoe
ling geweest, om de zeekant op te
zoeken, maar met het oog op het
mijnengevaar was de tocht op het
*r -