LEVEN IN DE BROUWERIJ
DRIE KWART MILJOEN
IN 'N HANDOMDRAAI
VAT" ER NOG
MODERN
RECORD
GEZOND
ZORGVULDIG
DIERBAARD
HOUT WERD METAAL
11
39 LITER
PER MAN
PER JAAR
VEEL PLEZIER
i ii
24 FLESSEN IN EEN GREEP
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
55
m
- I is
mxs 1
i
\im
AMSTEL
proost
AMSTEL PROOST JANUARI 1967 le JAARGANG No 1
Dit is Amstel Proost, het eerste
nummer van een regelmatig ver
schijnend blad, waarmee de Am-
stel Brouwerij beoogt de relatie
met de kring van wederverkopers
uit te bouwen. Door middel van dit
blad willen wij u kennis laten ne
men van de vele activiteiten bin
nen ons bedrijf, terwijl ook royaal
aandacht zal worden besteed aan
wat speciaal in uw kring leeft.
Amstel Proost gaat evenwel niet
het gebruikelijke mededelingen-
verkeer tussen u en ons vervan
gen. Het wil alleen iets toevoegen
aan de reeds bestaande goede
contacten. Wij vertrouwen der
halve óók in deze zin op een
goed samenspel tussen u en de
Amstei Brouwerij, en wensen u,
naast een succesvol 1967, veel
plezier met Amstel Proost.
P. Kranenberg,
directeur
Driekwart miljoen flesjes per dag.
Het is voorwaar geen kleinigheid.
Maar bij de Amstel Brouwerij N.V,
draait men er zijn hand niet voor
om. Natuurlijk zijn er nog altijd
werkzaamheden in de brouwerij die
louter en alleen met de hand ver
richt kunnen worden, maar de steeds
verdergaande automatisering heeft
toch wel voor een heel andere aan
pak gezorgd dan bijvoorbeeld in de
Middeleeuwen. Thans is het moge
lijk vanachter een paneel met een
enkele handbeweging het hele com
plex van handelingen te verrichten
en er bovendien een uiterst nauw
keurige controle op te houden.
Een frisse, moderne aanpak heeft
vanzelfsprekend tot gevolg een ho
gere productiviteit en die weer
spiegelt zich dan weer in een hoger
omzetcijfer. De groei van de nu bijna
honderd jaar oude Amstel Brouwerij
is daaruit gemakkelijk af te leiden.
In 1872- het eerste jaar dat de brou
werij draaide, bedroeg de productie
10.000 hectoliter; nauwelijks tien
jaar later werd de 100.000 hl over
schreden, terwijl de jaarproductie
in 1919 ruim 250.000 hl bedroeg.
Een prachtig record boekte de Am
stel Brouwerij in december 1965,
toen ruim voor het einde van het
jaar 1.000.000 hl was geproduceerd.
De gegevens over 1966 geven nog
een aanzienlijke stijging te zien,
zodat eens te meer duidelijk is dat
de Amstel Brouwerij een bloeiend
en gezond bedrijf is.
Gezond, maar dan in andere bete
kenis, is ook het bier, dat de brou
werij naar buiten brengt. Vooreerst
denken we daarbij aan één der hoofd
bestanddelen, de gerst, die een zeer
hoge voedingswaarde heeft, terwijl
ook het gebruik van natuurzuiver
water bepalend is voor de kwaliteit.
Dat er zorgvuldig met het bier wordt
omgesprongen moge blijken uit de
hier gepubliceerde foto, die een beeld
geeft van de bottelkolonne op het mo
ment dat de flessen de pasteuri-
seermachine verlaten. Het bier
wordt hierin in zes fasen op 62
graden gebracht, waardoor onder
meer een langere houdbaarheid
wordt verzekerd.
Bier, en speciaal Amstel Pils, heeft
een groeizame werking. Dat is al
thans de mening van Daan Schilper-
oort, eigenaar van de Anne Bar aan
het Delftse Oosteinde. Zijn kloeke
baard vormde de inzet van een actie
onder de klanten, teneinde geld bij
een te brengen voor spastische kin
deren in een revalidatiecentrum in
Delft. Als er vóór 4 december 300
gulden vergaard was, zou die dag met
veel vertoon de schaar in Daan's
fraaie baard gezet worden. Elke haar
bleek goud waard te zijn, want in
minder dan geen tijd zat er zo'n
1500 gulden in de pot. De heer Schil-
peroort deed er nog een flink bedrag
bij, zodat het revalidatiecentrum
welgemoed het Sinterklaasfeestvie
ren kon. De baard - met Amstel Bier
gekweekt - begint al weer flink aan
te groeien en Daan zint nu reeds op
een nieuwe actie. Intussen is er in
zijn zaak wel iets veranderd. Een
pilsje heet geen pilsje meer. Het
heet nu kortweg 'baardje'
I 3 5
Onafzienbaar zijn de rijen hoogopge-
taste vaten, die zowel in Amsterdam
als in Helmond gereed staan om het
voor de café's bestemde bier te ver
voeren. Sinds het begin van de zes
tiger jaren worden de metalen fusten
gebruikt. Voordien werd het bier in
houten vaten vervoerd, welke om
streeks 1955 werden voorzien van
een metalen binnenvat. Wanneer de
vaten van de klant terugkomen wor
den ze uitwendig en inwendig ge
reinigd. Het vullen van de steriele
vaten geschiedt al veertig jaar vol
gens hetzelfde principe. Eerstwordt
het vat gevuld met lucht van dezelfde
druk als de druk op het bier. Hier
door wordt voorkomen dat het kool
zuur uit het bier ontsnapt. De gemid
delde dagproduktie in Amsterdam
bedraagt 4.000 vaten.
AMSlt.1
Tot omstreeks 1935 werd het bier veelal gebotteld door de agenten van de
brouwerijen zélf. Ongepasteuriseerd werd dit in fles sen aan de caféhouders
geleverd. Het bier was daardoor niet altijd even helder en bovendien maar
beperkt houdbaar.
Het bottelen geschiedt nu volkomen automatisch in zes bottelkolonnes
(Amsterdam) voor het flessenbier en één bottelkolonne. voor het blikbier.
De belangrijkste verrichtingen zijn: het spoelen en inwendig schoonborste-
len van de fles, het controleren op barsten in het glas en verontreinigingen,
het onder tegendruk vullen, het opbrengen van de sluiting (fliptopper), het
pasteuriseren, etiketteren en tenslotte het inpakken in kisten van 24 flesjes
elk. De foto hiernaast geeft van dat laatste een beeld. Duidelijk is te zien
hoe 24 flesjes tegelijk in de persnappen hangen, voordat ze langzaam in de
kist zakken.
Toen in 1870 de Amstel Brou
werij werd opgericht, was dit de
560ste brouwerij in Nederland.
Na 1900 vielen al snel de min
der kapitaalkrachtige onderne
mingen af. Zo waren er in 1920
nog maar 257, in 1940 waren het
er altijd nog 98, tien jaar later
precies 60, in 1960 rond 40 en nu
in 1966 exact nog 34 technische
eenheden (brouwerijen), in han
den van nog slechts 23 onderne
mingen.
Het bierverbruik per hoofd van
de bevolking is in Nederland aan
een ruime schommeling onderhe
vig geweest. In 1875 bedroeg het
bijna 33 liter, in 1900 was dit
opgelopen tot 44 liter. Voor de
tweede wereldoorlog was het ge
bruik gezakt tot 17 liter, direct
er na tot omstreeks 1950 werd er
nog maar 10 liter gedronken. Na
de collectieve reclamecampagne
'Het bier is weer best' steeg het
bierverbruik geleidelijk via 16,2
liter in 1955, 23,9 liter in 1960,
35 liter in 1964, 37.2. liter in
1965 en het laatste jaar tot 39
liter per hoofd van de bevolking.
Vergelijkt men dit verbruik met
cijfers uit het buitenland, dan
neemt Nederland nog maar een
bescheiden plaats in.
De cijfers over 1965 zijn:
Belgie' 140 liter
Luxemburg 125,7 ltr
West-Duitsland 122,5 ltr
Australië' 109,1 ltr
Engeland 91,5 ltr
U.S.A. 60,2 ltr
Frankrijk 39,2 ltr
Nederland 37,2 ltr
Rusland 12,5 ltr
Italië 8,9 ltr
inclusief zwak-bier
Opvallend is dat Frankrijk, dat
toch bij uitstek een wijnland is,
een hoger bierverbruik heeft. Het
aantal liters wijn dat in Frankrijk
per hoofd van de bevolking ge
dronken wordt, is 125 liter.