Ondernemingsraad Amsterdam
stelde vragen over de fusie
PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V.
De vragen
HET SPONGAT
NUMMER 93 - 12 SEPTEMBER 1968
Maandag 2 september vergaderde de on
dernemingsraad Amsterdam onder voor
zitterschap van mr. E. J. Egberts. Het
voornaamste punt op de agenda was de
onlangs aangekondigde fusie met Heine-
ken's Bierbrouwerij Maatschappij N.V.
Ofschoon de heer Egberts mededeelde,
dat in de week, die sinds de aankondi
ging van de fusie is verstreken, bij het
personeel meer vragen zijn gerezen dan
thans door hem kunnen worden beant
woord, gaf hij gaarne de leden van de
Ondernemingsraad de gelegenheid hun
vragen te stellen.
De belangrijkste vragen volgen met het
antwoord hieronder.
Komt en fusiecommissie?
Vraag:
Het is de leden van de Ondernemings
raad ter ore gekomen dat er een fusie
commissie is benoemd. Indien dit het
geval is zou het personeel daarin in
spraak kunnen krijgen?
Antwoord:
Er is geen fusiecommissie en het is
Zaterdag 7 september werd bij Baam-
brugge de grote Amstelviswedstrijd ge
houden, waarbij het er op de wal vaak
onstuimig toe ging. Voor verslag en
foto's zie pagina 3.
zeer de vraag of er wel ooit een gevormd
zal worden.
Pensoneelm-
vcrt ogen vroor dig ing
Vraag:
Nu de gedachte van een fusiecommissie
ongegrond is, bestaat er dan een kans
dat de heer Egberts, die als taak de ver
dere uitwerking van de fusie zal krijgen,
naast de adviseurs, die hij zeker van bei
de ondernemingen zal willen raadplegen,
voor de problemen van de integratie op
personeelsgebied, ook gebruik wil ma
ken van vertegenwoordigers van het per
soneel?
Antwoord:
Doordat beide ondernemingen doorgaan
met het produceren van hun eigen bier
en de verkoop onder eigen merk, zal de
integratie niet zover gaan als bij vele
andere fusies het geval is geweest. Ui
teraard zal in voorkomende gevallen zo
ruim mogelijk overleg gepleegd worden.
Ontmlag
Vraag:
Fusies bij andere bedrijven zijn vaak
gepaard gegaan met ontslag. Hoe gaat
het bij deze fusie?
Antwoord:
Mede in aanmerking nemende het stij
gende bierverbruik per hoofd van de be
volking, behoeft niemand bevreesd te zijn
overbodig te worden.
De mogelijkheid is niet uitgesloten dat er
hier en daar overplaatsingen plaats moe
ten vinden.
Systeem van onderhoud
Vraag:
Ieder bedrijf heeft zijn eigen systeem van
onderhoud. De één besteedt het uit, de
ander doet het zelf. Hoe zal dit in de
toekomst worden?
A ntwoord:
Hierover is geen uitspraak te doen. Ver
moedelijk zal blijven bestaan wat histo
risch gegroeid is.
Zich hierop te beraden behoort o.a. tot
de toekomstige taak van de heer Van
Marwijk Kooy.
fLees verder pag. 2)
die in de ondernemingsraadvergade-
ring aan de voorzitter zijn gesteld en die
elders in dit nummer zijn te vinden, to
nen aan dat bij een deel van het per
soneel gevoelens van onzekerheid leven.
Wij achten dit niet alleen begrijpelijk,
doch zelfs een teken van een gezond be
drijf. Immers, indien wij ons niet zo
sterk bij de onderneming betrokken voel
den, liet de gehele op handen zijnde fusie
ons Siberisch koud.
Wij veroorloven ons echter naar aanlei
ding van de gestelde vragen een paar op
merkingen. Vooreerst deze. Als wij nu
zo over onzekerheid spreken, betekent
dat dan dat wij vóór 26 augustus zeker
heid hadden? Wij hebben in deze rubriek
meer dan eens gepoogd, begrip te krij
gen voor het feit, dat wij thans leven
in een wel zeer snel veranderende maat
schappij. In dit verband spreekt men wel
van het leven in een stroomversnelling.
Een voorbeeld? Het totale pakket aan
kennis, dat in de wereld aanwezig is,
wordt elke zeven jaar verdubbeld. Dat
hierdoor grote veranderingen plaats vin
den, ook in het bedrijfsleven, spreekt
vanzelf. Waarmee wij maar zeggen wil
len, dat ook zonder fusie eigenlijk geen
zekerheid bestaat, al houden wij daar
mee geen rekening.
Een tweede kanttekening betreft onze
bestaanszekerheid. Een vraag hierover is
verklaarbaar, omdat fusieberichten in de
kranten vaak gepaard gaan met opmer
kingen over overtollig personeel dat moet
afvloeien. In die gevallen ontbreekt dan
echter meestal het gegeven, dat het be
treffende bedrijf zonder fusie wel volle
dig op de fles zou gaan. De ervaring
heeft geleerd dat fusie tussen twee goed
lopende bedrijven de werkgelegenheid
zelden aantast. In ons geval zal het stij
gende bierverbruik, alsmede de mogelijk
heden om thans gezamenlijk nieuwe
markten te exploreren, geen mensen
overbodig maken.
Onze laatste opmerking heeft betrekking
op de gevolgen van de komende veran
dering voor de individuele werknemer.
Het is duidelijk dat zich hier grote ver
schillen voordoen. Ons lijkt de situatie
voor onze commerciële mensen psycho
logisch het moeilijkst. Zij moeten aan
stonds hun oude 'rivalen' in de armen
sluiten, waarbij als troost mag gelden
dat deze 'rivalen' eenzelfde lot wacht!
Posities van het hogere kader, doch ook
(Vervolg op pag. 4)