Financieel overzicht van Stichting Sociaal Fonds PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V. Derde autorally op 5 oktober Blijven lopen 1 HET SPONGAT NUMMER 90 De Stichting Sociaal Fonds van de Amstel Brouwerij N.V. heeft dezer dagen het financieel overzicht over de jaren 1966 en 1967 gepubliceerd. Een verslag van het bestuur van deze stichting, be staande uit de heren J. C. Gans, H. S. Brusik, J. C. Eijking, F. van Beveren en P. Smet, treft u hieronder aan. Alhoewel de Stichting in de loop van 1966, met name op 6 april, haar werk zaamheden heeft aangevangen, hebben wij om praktische redenen de administra tie van het voormalige Ondersteunings fonds voor Werklieden en het Voorzie ningsfonds voor Maandgelders, te reke nen van 1 januari 1966 af, samenge voegd. Het bestuur van de Stichting Sociaal Fonds van de Amstel Brouwerij N.V. roept U op donateur van dit fonds te worden. Speciaal ten behoeve van gepensioneer den heeft het bestuur bij grensgevallen goedgunstig beslist. Van verschillende zijden mochten wij vernemen, dat de nieuwe werkwijze van het Sociaal Fonds weerklank heeft ge vonden bij de werknemers en gepen sioneerden van de Amstel Brouwerij N.V. Wij menen dan ook te mogen stellen dat het Sociaal Fonds binnen be trekkelijk korte tijd een goed functio nerende instelling binnen de Amstel- gemeenschap is geworden. In dit verslag willen wij niet nalaten onze grote voldoening uit te spreken over het feit, dat zeer veel werknemers en ge pensioneerden gevolg hebben gegeven aan de oproep om donateur van het So ciaal Fonds te worden. De in de loop van 1966 door middel van de folder „Doe Mee!" gestarte aktie heeft tot resultaat gehad dat ruim 1000 personen zich als donateur hebben ge meld. Het voltallige bestuur kwam in 1966 drie maal en in 1967 één maal in verga dering bijeen. Het dagelijks bestuur kwam zo dikwijls tezamen als voor het behandelen van aanvragen nodig was. (zie verder pagina 2) Daar de administratie van beide voor noemde fondsen waren verweven in die van de Amstel Brouwerij N.V. heeft het opzetten van een geheel zelfstandige ad ministratie ten behoeve van de Stichting enige tijd gevorderd. Bij het behandelen van de aanvragen om financiële steun in het jaar 1966 heeft het dagelijks bestuur zoveel mogelijk de nieuwe beleidslijn, waartoe in de eerste bestuursvergadering werd besloten, toe gepast. In dat jaar werd hulp geboden aan die werknemers en gepensioneerden, die door een of andere oorzaak gelegen buiten hun wil, een financiële last op zich moesten nemen, die hun draagkracht te boven zou gaan. Daar het te verwachten was, dat de Stichting in 1967 over grotere bedragen zou kunnen beschikken, heeft het bestuur in dat jaar zijn toewijzingspolitiek enigs zins verruimd, zonder echter principieel van de ingeslagen weg af te wijken. Zaterdag 5 oktober wordt voor de mede werkers van de brouwerij in Amsterdam de jaarlijkse autorally gehouden. De or ganisatoren rekenen op een nóg grotere deelname dan vorig jaar. Toen kwamen 39 équipes aan de start. Houdt dus de eerste zaterdag in oktober alvast vrij. Wij vinden dit jammer, omdat te kort wordt gedaan aan de waarde van de hulp die mensen elkaar graag willen bieden, niet in een afhankelijkheidsrelatie, maar in een verhouding van gelijkwaardige in dividuen. Attendens en niet in bed gaan liggen als men ziek is, heeft tot op heden de schijn gewekt van niet „echt" ziek zijn. Dat wordt nu binnenkort allemaal an ders, nu de artsen Schreuder en Schou ten een verhaal hebben gepubliceerd, waarin zij een vraagteken zetten achter de juistheid van de stelling, dat een ziek mens in bed behoort. Wij vonden dit een nogal opzienbarende uitspraak, die grote gevolgen kan heb ben voor de behandeling van bepaalde ziekten. Wat ons bijzonder heeft aan gesproken in de mededeling van de beide artsen, is het feit dat zij ons hierdoor gewezen hebben op een aanwensel. Wij mensen hebben de eigenschap om be paalde gewoontes of handelingen, die wij van kind af als normaal of juist be schouwen, deze dan ook voor altijd en immer te blijven zien als de enige juiste handeling of zienswijze. Wij komen er niet toe ons tijdig af te vragen of te onderzoeken waarom wij de dingen eigenlijk zus of zo doen. Een ander voorbeeld van bovenstaand probleem treffen wij aan bij de sociale hulpverlening van particuliere- of over heidsinstanties. De mensen die een be roep doen op deze instellingen blijken altijd te komen uit één bepaalde sociale laag, namelijk die van de laagste inko mensklasse. Natuurlijk zijn er eveneens problemen bij andere groeperingen van onze bevolking, maar deze komen er niet toe bij de daarvoor ingestelde in stanties aan te kloppen. Uit een in 1964 ingesteld onderzoek van het Ministerie van Maatschappelijk Werk blijkt dat de categorie handarbeiders het maatschappelijk werk ziet als iets dat bestemd is voor eigen kring, terwijl de overige groepen, waaronder de zelfstan digen en de hoofdarbeiders, de sociale hulpverlening beschouwen als een instel ling voor anderen dan zij zelf, namelijk voor diegenen, die maatschappelijk „bui ten spel" staan. Dat deze opvatting een grondige her ziening behoeft nu wij in ons land geen liefdadigheid meer kennen, maar het recht op bijstand voor iedere ingezetene erkennen, is blijkbaar nog tot weinigen doorgedrongen. Ook de hulpverlening van ons eigen so ciaal fonds waarvan U in dit nummer het jaarverslag aantreft, kent de beperking die wij hierboven signaleerden.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1968 | | pagina 1