Amsteimedewerkers te gast
bij Hm Km Hm Prinses Margriet
PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V
Wat is beter
HET SPONGAT
NUMMER 88
- 27 JUNI 1968
Woensdagmiddag 12 juni zijn de heren
B. Wiersma en H. J. Bolland van onze
brouwerij in Helmond, tesamen met de
heren R. E. Romme en H. Leenaerts van
het Roode Kruis uit Limburg te gast ge
weest bij Hare Koninklijke Hoogheid
prinses Margriet op Paleis Het Loo.
Bij deze gelegenheid was ook aanwezig
mejuffrouw J. C. M. M. Geldens, de
oud-secretaresse van Koningin Wilhel-
mina, die op 18 mei de Frisia XV her
doopte in het hospitaalschip Prins Mau-
rits.
Prinses Margriet, die in het dagelijks
bestuur van het Roode Kruis zitting
heeft, had de heren uitgenodigd om te
vertellen over het hospitaalschip, dat
door medewerkers van de Amstel Brou
werij Helmond in de wintermaanden is
omgebouwd en opgeknapt. Zij prees het
initiatief om voor de minder-valide
H.K.H. Prinses Margriet toont Prins
Maurits aan het gezelschap. V.l.n.r. de
heren Bolland, Wiersma, Leenaerts, mej.
Geldens en de heer Romme.
(foto H. Stokhuyzen, Apeldoorn)
medemens het leven aangenamer te
maken. De Prins Maurits is hier een
goed bewijs van, zo meende zij.
De heer Romme overhandigde de prin
ses twee vuurstenen, die maar liefst 5000
jaar oud zijn. Een bijbehorend certificaat
vermeldde alle gegevens over deze vuur
stenen. De Prinses ontving ook een boek
geschreven door Bertus Aafjes over de
Limburgse mijnen, bestemd voor haar
zoon, wanneer deze op de middelbare
school zit. De Limburgse mijnen zullen
dan wellicht niet meer bestaan, waar
door dit boek de geschiedenis hiervan
weergeeft. De heer Romme had ook vier
Limburgse vlaaien meegenomen voor de
Prinses.
De heer B. Wiersma vertelde de Prinses
het een en ander over de Prins Maurits
en de werkzaamheden, die de Amstel-
bemanning en een aantal vrijwilligers
verricht hadden. Tijdens het gesprek
werd Prins Maurits door een zuster de
kamer binnen gebracht. Alle pogingen
om hem aan het lachen te krijgen mis-
(lees verder pagina 3)
dan een mens? Een ander mens. Zo
begint een gedicht van Ellen Warmond.
Wij vonden dit een zinvolle gedachte,
die een goed begin vormt van een korte
beschouwing over het vormingswerk
bedrijfsjeugd. Dit werk, wellicht beter
bekend onder de namen Zonnebloem,
Mater Amabilis, Nuvola, Levensschool
e.d. krijgt in onze samenleving onvol
doende aandacht. Van de 400.000 jonge
ren tussen 14 en 17 jaar ontvangt cén
vierde een aanvullende opleiding door
vormingswerk of leerlingstelsel, doch
300.000 ontberen iedere vorm van scho
ling en vorming.
Dit vormingswerk voor jonge mensen
van 14 tot 18 jaar wil de jeugd be-ge-
leiden op de weg naar volwassenwor
ding. Zij wil zijn een vorming tot samen
leving. Is dit dan nodig? Ja, omdat de
leerplicht in ons - welvarende - land
reeds eindigt op 14 jaar, waardoor kin
deren, die zich nog bevinden midden in
de groeifase, plotseling in een maat
schappij van volwassenen worden ge
plaatst.
Het bedrijf verwacht, dat deze jonge
medewerkers zich zullen gedragen als
waren zij reeds volwassen. Het vormings
werk wil enerzijds helpen in dit aanpas
singsproces, anderzijds daarbij ook de
jongeren terzijde staan in hun groei naar
volwassen beroepsbeoefenaars. Dit laat
ste is iets anders dan de vaktechnische
opleiding. Het gaat bij dit aspect om het
kweken van inzicht en begrip voor de
totale arbeidssituatie en op de wijze
waarop deze samenhangt met liet gehele
maatschappelijke bestel waarin wij leven.
Het is duidelijk, dat het bedrijf deze taak
niet zelf kan vervullen. Een onderneming
is er op uit om winst te maken teneinde
het voortbestaan van het bedrijf moge
lijk te maken.
Hoe sociaal of humaan het klimaat in
een bedrijf ook moge zijn, de werknemer
is daar primair aanwezig als produktie-
factor en niet om hem op te voeden tot
verantwoordelijk lid van onze samen
leving. Doch door een deel van de
arbeidstijd van de jonge mensen af te
staan aan de vormingsinstituten, zal het
bedrijfsleven een daadwerkelijke bijdrage
kunnen leveren tot het creëren van een
betere samenleving en een stukje toe
komstig levensgeluk van de betrokkenen.
Dat ook ons bedrijf dit inziet, achten wij
voor alle belanghebbenden een gelukkige
omstandigheid.
Attendens
1