i
PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V.
'AMSTEL>
Kantine voor onze heftrucks en lorries
Een opgeheven vinger
HET SPONGAT
NUMMER 44 - 15 SEPTEMBER 1966
Lorries snorren over het expeditieter
rein en in de bottelarij. Met een merk
waardig huilend geluid opereren de hef
trucks, die vlugge krachtpatsertjes, die
grote vrachten opheffen en er zich snel
mee voortreppen. Wat moesten we be
ginnen zonder deze interne transport
middelen? Het werken op het expeditie
terrein zou onmogelijk worden als we
niet meer metershoog konden stapelen
en mechanisch konden lossen en laden.
Onze lorries en enige heftrucks rijden
op akku's, elektriciteit is dus hun brand
stof. Het grote voordeel daarvan is dat
ze geen uitlaatgassen produceren en
zich nagenoeg geluidloos voortbewegen.
Het nadeel is dat ze een zware akku
meevoeren, die periodiek geladen moet
worden.
Dat laden gebeurt in het achterste ge
deelte van de oude garage, dat men
daartoe met opzet heeft laten staan.
Toen de oude garage nog werd gebruikt
werden in het voorste gedeelte de akku's
geladen, maar sinds dat stuk is afge
broken om plaats te maken voor het
betonnen expeditiecentrum is alles naar
achteren verhuisd.
Dat expeditiecentrum blokkeert de voor
ingang van het akkulaadstation en daar
om moeten de heftruck- en lorrierijders
hun voertuigen achterom binnenbrengen.
Langs de wanden van het akkulaadsta
tion hangen tientallen metalen kasten
waaraan een dik snoer is verbonden met
een grote stekker. De meeste van die
oplaadkasten waren, toen wij er op be
zoek waren, aangesloten op een akku.
Van zo'n heftruck- of lorriekrachtbron
moet men zich geen al te geringe voor
stelling maken want een akkubak bevat
wel 15 tot 20 cellen, die onderling met
elkaar zijn verbonden en wel 500 tot
600 kg wegen.
In het akkulaadstation rijden de heftrucks
en lorries af en aan. We hebben er een
lorrie zien binnenrijden. De bestuurder
reed zijn voertuig tot vlakbij een oplaad-
kast, tilde zijn stoeltje van de akku (die
akku is dus de bok waar hij op zit) en
schoof de akku van de lorrie op een
rollenbaan die even hoog is als zijn
lorrie. Daarna duwde hij zijn lorrie een
klein eindje verder en schoof een ge
laden akku (na de oplader uitgeschakeld
te hebben en de stekker uit de akku ge-
(Slot pag. 2)
«K
is een gebaar dat haast bij iedereen
een gevoel van wrevel oproept. Blijkbaar
hebben wij in onze jeugd zo vaak ver
maningen moeten aanhoren, dat wij ze
nu niet meer kunnen uitstaan. Het kan
ook zijn, dat de opgeheven vinger ons
het gevoel geeft van onvolwassenheid
terwijl wijzelf menen toch zo wijs en ver
standig te zijn.
Hoe dan ook, bij het lezen van het
artikeltje „Wordt de veiligheidscommis-
sie op straat gezet?" in het vorige num
mer van ons bedrijfsorgaan, zagen wij
in gedachten de vermanende vingers van
onze geachte commissieleden tegen ons
opgeheven. Zoiets is niet prettig, al zou
dat ook terecht zijn. Achttien verkeers
ongevallen op weg van huis naar het
werk of v.v. in zes maanden tijds is een
respectabel aantal. Hiervan was slechts
één auto-ongeval, de rest betrof lo
pende, fietsende of brommende perso
neelsleden.
Vanzelfsprekend gaan we zoeken naar
een verklaring waarom het aantal onge
vallen in het verkeer viermaal zo hoog
is dan in het vorige halfjaar. Zou het
zitten in de omkeerkaarten? Die waren
er in '65 nog niet. Bierdrinken in de
kantine om vijf uur? Ook dat deden we
vorig jaar niet
In ernst: verkeersveiligheid is een zaak
van persoonlijke instelling en van des
kundigheid. Wat dit laatste betreft,
daar wil het bedrijf ons mee helpen.
Vandaar de rubriek Verkeersregels. In
korte maar kernachtige stukjes worden
de nieuwe verkeersregels duidelijk ge
maakt. Vooral de komende afleveringen
zijn van zeer groot belang voor iedere
weggebruiker. Het goed kennisnemen
van deze regels voorkomt dat wij door
schuldige onwetendheid onszelf of een
ander ernstige schade berokkenen.
Resteert dus de instelling. Daaraan kan
het bedrijf heel weinig doen. Dat is een
zaak van persoonlijke verantwoordelijk
heid tegenover onszelf, ons gezin en onze
medemens. Kunnen wij die verantwoor
delijkheid nog dragen, of maakt de
intensiteit van het verkeer en de voort
schrijding van de techniek ons dit on
mogelijk?
De tijd zal het ons moeten leren
Attendens