\\w\w PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V. Is het nu een jongen Van gerst tot schroot - een lange weg «Hl. HET SPONGAT NUMMER 40 - 21 JULI 1966 of een meisje? werd ons onlangs gevraagd toen een langharig individu in de gang voorbij liep. Wij konden daar op antwoorden dat ons uit betrouwbare bron bekend was dat het hier ging om een manspersoon. De reactie van onze vragensteller klonk ons vertrouwd in de oren: slapjanussen, viezerikken en d'r uit trappen waren voor ons bekende kreten. Bij dergelijke discussies herinneren wij ons altijd het verhaal van een tante waarin zij vertelde wat een hetze „los barstte" toen zij vlak na de eerste we reldoorlog als één van de eerste vrouwe lijke studenten haar haar liet afknippen. Waarom dragen sommige jongemannen lange haren? Antwoord: omdat hun ouders, leraren en chefs ze kort dragen! Dat „anders" willen zijn dan de volwas senen, die tegenstelling in generatie is er altijd geweest en kan ook niet gemist worden, wil voorkomen worden dat een probleem ontstaat van onvolwassenheid. De toenemende eenvormigheid van le ven en werk geven echter minder moge lijkheden om „anders" te zijn, vandaar de soms vreemde wijze van uiten. Een tweede gegeven is dat de opgroeien de generatie zich moet kunnen identifi ceren (vereenzelvigen) met anderen. Vroeger richtte dit identificatieproces zich grotendeels op de ouders. Thans na de tweede wereldoorlog wordt door de grote verschuivingen zowel in de gezins situatie als in de man-vrouw verhou ding, deze vereenzelviging gezocht bij leeftijdsgenoten. Hier ligt het begin van de gezagscrisis waarin wij thans leven. Indien iemand gezag wil dragen, dan moet hij ook iets te zeggen hebben tot de ander. De grote maatschappelijke veranderingen maakten de volwassenen onzeker en zij konden daarom moeilijk gezaghebbend spreken. De jeugd identificeert zich dus met de jeugd. Gedragsregels, de mode e.d. wor den door de eigen generatie bepaald. Afwijken van de norm schept het pro bleem van het uitgestoten worden uit de groep en dat betekent dus verlies aan zekerheid, terwijl deze juist voor de op groeiende jeugd zo uitermate belang rijk is. Tot de ouderen zouden wij willen zeg gen: inderdaad de jeugd gedraagt zich anders dan wij van haar verwachten. Ook wij zien liever geen lange haren bij jongens, maar laten wij bedenken dat deze jeugd - net zoals wijzelf - steeds op weg is om zichzelf te vinden. Daar in staan wij heel dicht naast elkaar Attendens. I Met de knoppen op de voorgrond kunnen de lampjes tot gloeien worden gebracht; als dat het geval is weet de man aan het paneel dat de betreffende machine het verlangde werk gaat doen. Met een snelheid van tachtig kilometer per uur jaagt de gerst door de leiding. Uit het schip gezogen leggen de korrels tientallen meters ver en hoog af. Op het hoogste punt van de mouterij aangeko men wervelen ze rond in een trechter. De lucht en het stof worden hier af gezogen en de korrels worden bij kleine hoeveelheden tegelijk weggedraaid naar een mechanische weegschaal en vallen daarna in de silo. Onze belangrijkste grondstof, de gerst, is binnen. Wat doet de mouterij met die gerst? hebben wij de heer Aalbers, mouterij- deskundige bij uitstek, gevraagd. „Eigenlijk zou men een mouterij een enzym- en aromafabriek kunnen noe men", zegt de heer Aalbers. „Die en zymen hebben wij nodig om de beide stoffen die in het binnenste van een ger stekorrel zitten, namelijk eiwit en zet meel, en die onoplosbaar in water zijn, oplosbaar te maken. Het zetmeel moet in het brouwhuis worden om- gezet in moutsuiker. Dat kan alleen door middel van enzymen. En die enzy men ontstaan als de korrel gaat kiemen. Dat kiemproces wordt in de mouterij op gang gebracht, waarbij zetmeel- en ei- witafbrekende enzymen gevormd wor den. Als we deze hoofdzaak kennen, vinden wij alles wat verder met die gerst ge beurt maar bijzaak. Die bijzaak blijkt echter zo enorm te zijn, dat het de moeite loont om hem wat nader te be kijken. De vraag rijst in de eerste plaats: is alle gerst brouwgerst? De heer Aalbers zegt duidelijk nee. „In Nederland is een unieke organisatie ge groeid, die alles en allen omvat op het gebied van de brouwgerst: dus de we tenschapsmensen uit Wageningen en de kwekers, de handelaars en de afnemers. Deze samenwerking is de oorzaak ge weest van het ontstaan van een bijzon- (vervolg op pag. 2)

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1966 | | pagina 1