J PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V. In een arm land Ons magazijn mag er zijn HET SPONGAT NUMMER 39 - 7 JULI 1966 heel lang geleden, waren er een aantal vakbekwame lieden die spontaan hun hulp aanboden toen het Neder- landsche Roode Kruis een centraal laboratorium moest bouwen voor zijn bloedtransfusiedienst. Omdat er geen geld was, moest dit in de vrije tijd ge schieden en zie, na ca. acht maanden hard ploeteren was het werk „plat". Aan de nijvere mannen werd een oor konde uitgereikt terwijl bovendien in het gereedgekomen gebouw een ornament werd aangebracht ter herinnering aan het feit, dat deze groep het werk be langeloos had verricht (zie pag. 4). Tijdens een feestelijke bijeenkomst vielen woorden als offervaardigheid, gemeen schapszin en naastenliefde. De mannen werden er een beetje ver legen onder; ze vonden het overdreven, want ze hadden tesamen toch een ge zellige tijd doorgebracht tijdens dat klusje Zaterdag lazen wij een krantebericht waarvan de inhoud wel sterk contrasteert met het bovenstaande. Het betrof de verzuchting in het jaarverslag van het Nederlandsche Roode Kruis dat er een groot tekort is aan vrijwillige krachten. „Geld is wel te krijgen in deze welvaarts- tijd maar de vrije tijd blijkt voor velen iets te zijn, waarvan men maar weinig kan missen". Als schrale troost voor het Rode Kruis mogen wij stellen dat zij niet alleen met dit probleem zitten. De sportvereni gingen, de jeugdbeweging, de kerken, het elubhuiswerk, de voogdijvereni gingen. de vakbeweging, de bejaarden zorg, de reclassering enz., alle kampen met gebrek aan mensen die een stuk vrije tijd willen afstaan ten behoeve van de gemeenschap. Wij zijn blijkbaar zo druk met onze liefhebberijen dat voor het liefhebben van de ander geen tijd meer beschik baar is. En mochten wij ons heimelijk te kort voelen schieten, dan tasten we in de beurs, want we zijn geen arm land meer Met geld is echter niet alles te koop. Zeker niet het voortbestaan van de cul tuur waarin wij thans leven. Daarvoor is nodig een stuk medeleven met de naaste, echte belangstelling en aandacht voor de ander, daadwerkelijke hulp in plaats van medelijden. Het is een arm land waar voor die medemenselijkheid geen tijd meer is Attendens 1 In het magazijn wordt veel gewogen en geteld. En el Deposito se pesa las mercancias recibidas; el sehor Spaan anota el peso. Stel dat op zekere dag de heer Boonen naar u toekomt en als volgt tot u spreekt: „Onze magazijnbeheerder, de heer J. H. M. Spaan, is aan een welver diende vakantie toe en ik zou het zeer op prijs stellen als u zijn taak wilde waarnemen". U bent een ondernemend man en u stemt toe. Want, nietwaar, u gelooft dat u dat best kunt. U daalt op het expedi tieterrein de treden af die naar het ma gazijn leiden. U draait de deur achter u op slot en opent het loket. Daar staan drie mannen. „Wat wenst u? vraagt u aan de eerste. „Ik kom twee zweetkop- pen halen", zegt deze. U neemt de bon in ontvangst en vraagt de tweede naar zijn wens. Hij zou graag een teerkop ontvangen. De derde verlangt een paar- dekop. Tien tegen een dat u met de lin kerhand (in de rechter hebt u immers de bonnen) naar het voorhoofd grijpt. U wankelt naar de schappen en begint te speuren. U passeert de zevenhonderd soorten schroeven, de twintig soorten spijkers, de honderd soorten lampen (netjes verdeeld in 110 en 220 Watt), de drieduizend meter koolzuurslang, de schoonmaakartikelen en de gereedschap pen, de dertig soorten olie Uw vrije hand zoekt steun en voelt iets kouds en hards. U kijkt en u ziet een paardekop van aardewerk en u herinnert zich opeens dat u zo'n beeldje wel eens hebt zien hangen in een café. Trots neemt u er een op en gesterkt schrijdt u verder. Daar ziet u een reklameplaat: een lachende, enigszins verhitte manne- kop lacht u toe, hij heeft er reden voor want vlakbij hem staat een glas Amstel pils. De zweetkop, denkt u. Nu de teer kop. Het zal wel een moriaan zijn, fütst het door u heen. „Ik zal u op weg helpen", zegt een van de negen mannen die het personeel van het magazijn uitmaken, „op een teerkop zit haar." Uw zelfvertrouwen keert te rug: Dus toch een moriaan. U loopt verder en hoort de man zeggen: „Ze lig gen naast de biggetjes Enfin, die teerkop blijkt een teerkwast te zijn en de kleine stoffertjes die schil ders gebruiken om hun werk af te stof fen heten biggetjes. Als u terug bent bij het loket staan er twee andere mannen te popelen om in het bezit te komen van drie kikkers en tweehonderd kwekkers. Gelukkig is nu de heer Spaan ook aan het loket. (Vervolg op pag. 2)

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1966 | | pagina 1