PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V.
Kleine voorvallen
Waken voor de goede kwaliteit
HET SPONGAT
NUMMER 38 - 23 JUNI 1966
kunnen onze gedachten soms leiden
naar problemen van grotere omvang die
wij daardoor ineens scherper gaan
zien
Zo stonden wij vorige week op een
smalle weg te wachten voor gesloten
spoorbomen met een klein groepje
mensen. De beide kanten van deze weg
waren afgezet met hekken waarvan de
afrastering aan één zijde in deplorabele
toestand verkeerde. Prikkeldraad en
harmonikagaas staken ruim een halve
meter uit waardoor wandelaars en
fietsers het risico liepen van gescheurde
kleren of verwondingen. Bij de wach
tenden voegde zich even later een
fietsend echtpaar met een klein jongetje.
Zij stapten ook af en de man zette zijn
fiets tegen een boom. Hij liep naar het
kapotte hek, bracht alle uitstekende
delen op zijn plaats, pakte een stuk
touw uit zijn zak en begon daarmee de
zaak te repareren. Terloops merkte hij
op: „Je snapt niet dat alle mensen die
hier dagelijks langs komen hier niks
aan doen want het is toch verd ge
vaarlijk vooral als het donker is". Net
toen het laatste touwtje vast zat, trok
de trein voorbij, gingen de bomen open
en iedereen vervolgde zijn weg.
Het tweede voorval vond een dag later
plaats. Een lid van de kantinecommissie
vroeg ons eens in de kantine te komen
kijken na afloop van de dagelijkse
lunchpauze. De chaotische rommel die
wij daar aantroffen, ondanks de vele
afvalbakken, is ten dele weergegeven op
de foto die in dit nummer is opgenomen.
Wat deze gebeurtenissen met elkaar te
maken hebben? Wij dachten heel veel!
De man in het eerst beschreven voor
val gaf blijk van een groot gevoel van
mede-verantwoordelijkheid voor de om
geving waarin hij verkeert. Hij beseft
dat wij in de wereld met elkaar moeten
leven en dat wij daarom rekening
moeten houden met de ander.
De mensen die betrokken zijn bij het
tweede voorval, die nou ja, wij
zeggen al niets meer
Toch nog één opmerking, een variant
op een bekende slagzin: „Leven met
elkaar, is gemakkelijker dan u denkt".
Attendens
1
De heer Peynenburg bij het apparaat dat de lekdruk van een kroonkurk kan
bepalen. De hals van de fles, die in het water staat is vaag te zien.
El sehor Peynenburg fija la maxima presión que aguanta una tapa corona.
Verveloze kisten, gescheurde etiketten
en flessen die een hoekje uit de bodem
missen hebben niets te maken met de
kwaliteit van ons bier. Niettemin doen
ze afbreuk aan de goede naam van ons
produkt. Het is daarom niet te ver
wonderen dat er grote aandacht wordt
besteed aan de verpakking en de presen
tatie van ons bier. Dit geschiedt door de
kwaliteitscontroleurs, vijf man die res
sorteren onder het laboratorium, dus de
heer Dams.
Het laboratorium ,zegt de heer Dams,
heeft altijd in het flesje gekeken, we
kijken nu ook naar het flesje. En aan
gezien de flessen van de bottelarij komen,
is daarop onze aandacht geconcentreerd.
De afdeling kwaliteitscontrole heeft daar
dan ook een dependance, van waaruit
ieder uur de ronde wordt gemaakt langs
de machines. De bevindingen van de
controleurs, van wie de heer W. F.
Peynenburg onlangs voorman is ge
worden, worden vermeld op een lijst.
Deze bevat een foutenspecificatie, die
bestaat uit de kist, de fles, het etiket, de
kroonkurk en het stanniool. Er wordt
met een rood en een groen potlood ge
werkt: rood vermeldt de A-fouten (de
ernstige) en groen de B-fouten (lichte
gevallen). De controleur neemt steek
proeven en gaat na of er vuil in de kist
zit, of hij goed in de verf zit of soms
kapot is; de fles wordt gecontroleerd op
vulhoogte en beschadigingen; het etiket
kan los of scheef zitten, gescheurd of
vuil zijn; de kroonkurk kan met een
vreemd merk bedrukt zijn, de fliptopper
kan een verkeerde stand hebben ten
opzichte van het etiket; het stanniool kan
allerlei mankementen vertonen. Een hele
lijst dus. Het voorkomen van fouten bij
de steekproeven (want het blijven altijd
steekproeven) heeft invloed op de premie
van de groep die het gecontroleerde pro
dukt heeft afgeleverd. Hiermede is het
werk van de controleurs evenwel nog
(Slot op pag. 2)