HET SPONGAT
'AM STEL
Ouder worden
Helmond bezocht brouwerij in Amsterdam
PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V.
Nr. 23 - 18 november 1965
is een proces waaraan niet valt
te ontkomen, hoe graag we dat ook
vaak zouden wensen. Wij trachten ons
hierover zoveel mogelijk nog niet te be
kommeren, doch het moment waarop
we Abraham gaan zien komt snel nader.
Omstreeks die leeftijd worden wij ons
bewust dat wij ons gaan begeven op de
dalende levenscurve. Indien wij het
overigens niet zelf (willen) zien, kunnen
de kinderen, onze vrienden of collega's
ons daaraan - soms op hardhandige
wijze - herinneren. Toch zullen wij ook
dan proberen daar onderuit te komen
door te zeggen dat de leeftijd niet alles
bepalend is omdat het toch meer gaat
om de geestelijke ouderdom.
Inderdaad zijn lichamelijke en geestelijke
ouderdom twee verschillende zaken.
Daarom zegt men wel eens „hij is
oud voor zijn leeftijd" of omgekeerd.
Overigens kunnen wij vaak wel vrede
hebben met dat ouder worden indien
wij dat beleven samen met een groep
leeftijdgenoten. Dan wordt gesproken
over die jongeren van tegenwoordig of
over de betere gedragingen in de tijd
toen wij jong waren. Het constateren
van generatieproblemen d.w.z. verschil
van inzichten tussen jong en oud doet
niet veel pijn. Dit soort problemen zijn
er al gedurende de gehele mensheid ge
weest, zeggen we dan luchtigjes.
Maar anders wordt het wanneer het
gaat om de individuele mens. Dan staan
wij alleen en dan moeten wijzelf daar
mee tot klaarheid komen.
Ook in het bedrijf hebben wij dagelijks
met deze problematiek te maken. Bij
voorbeeld de oudere werknemer die
door zijn leeftijd zijn eigenlijke taak
niet meer goed aan kan of de werkne
mer die niet meer in staat is zich aan
de zich snel wijzigende omstandigheden
aan te passen. Of de moeilijkheden die
ontstaan doordat de ouderen zich kramp
achtig vastklampen aan hun taak en de
jongeren onvoldoende kans geven. Wat
te doen aan een oudere werknemer die
uit vrees voor zijn bestaansmogelijkheid
of uit vrees voor verlies aan prestige
zich overmatig inspant omdat zijn taak
eigenlijk te zwaar is, niaar dat niet wil
erkennen.
Het is duidelijk dat deze voorbeelden
met vele kunnen worden uitgebreid. Het
is ondoenlijk om alle kanten van dit
probleem te belichten, zodat wij moeten
volstaan met enkele opmerkingen.
(slot op pag. 2)
Het Helmondse personeel bij de klaringskuipen in het brouwhuis.
Amstel Brouwerij in Amsterdam voor
het eerst in haar geschiedenis de rol van
moeder speelde die haar dochter ont
ving: het nog zeer jonge tweede bedrijf
in Nederland. Misschien, aldus de heer
Egberts, was het beter van vader en
zoon te spreken, gezien het feit dat de
brouwerij toch overwegend een mannen
maatschappij is.
De heer Egberts maakte voorts melding
van een telegram dat door ir. Van Mar
wijk Kooy, die op het moment in
Amerika vertoefde en dus helaas niet
aanwezig kon zijn, was gezonden en
waarin hij de Helmondse gasten een
prettige dag in Amsterdam toewenste.
En toen, na afloop van de toespraak
mr. Egberts, het moet gezegd worden,
toonde de Helmondse gemeenschap zich
voor het eerst verdeeld. De meest fer
vente carnavalsvierders zetten weifelend
het schone lied in van „Zo'n goeie heb
ben wij nog nie gehad", doch dit werd
door de meerderheid als voor dit plech
tige moment niet statig genoeg van de
hand gewezen
Vervolgens voerde de heer Binnenkade
het woord namens de ondernemingsraad
van de brouwerij te Amsterdam.
Daarna werd de film vertoond, welke
werd gemaakt van de feestelijke opening
van het Helmondse Bedrijf; waarna de
rondleiding door de brouwerij volgde.
De excursie werd besloten met een ge
zellig en geanimeerd samenzijn onder
een biertje in de Gijsbreghtkelder.
Op maandag 1 no
vember j.l. (Aller
heiligen) bracht
het personeel van
de vestiging Hel
mond met hun
echtgenoten of
verloofden een be
zoek aan de
brouwerij te Am
sterdam.
Allerheiligen is
een r.k. feestdag waarop in het zuiden
van het land en in andere overwegend
r.k. streken niet wordt gewerkt. Dit was
dus voor het personeel van de Helmond
se vestiging een unieke gelegenheid om
de brouwerij in Amsterdam in bedrijf te
De reis verliep niet zonder moeilijk
heden. Door de enorme wind waaide uit
de voorste bus het noodluik weg, waar
door de regen vrije toegang kreeg.
Hierdoor zag de heer Van de Reek
(bedrijfslaboratorium) zich genoodzaakt
om bij een van de dames een parapluie
te lenen om op deze wijze droog over
te komen.
In de Gijsbreghtkelder vond de ont
vangst plaats, waar onze direkteur mr.
E. J. Egberts, namens de Raad van Be
stuur allen hartelijk welkom heette. De
heer Egberts memoreerde in zijn toe
spraak dat dit voor de Gijsbreghtkelder
een zeer bijzondere dag was, omdat de
1