AM STEL
Nieuws in en om de Brouwerij
A. ALBERS exposeert in het Stedelijk Museum
De Nederlander
PERSONEELSORGAAN VAN DE
AMSTEL BROUWERIJ N.V.
Nr. 20 - 7 oktober 1965
Deze week ontvingen wij voor een drie
daags bezoek een aantal brouwtechni-
sche heren, die met de brouwtechnici
van de Amstel Brouwerij samen het z.g.
technisch consortium vormen.
Het zijn de heren: Dr. K. Ladenburg
(Falstaff Brewing Corp.), Mr. R. Mar
tin en Mr. A. Stock (Molson Brewery),
Mr. P. Lumsden en Mr. Taylor Cou
rage Barclay), K. Redfern en Mr.
Stewart (South African Brewery).
Het was voor de 5e maal, dat een der
gelijke bijeenkomst plaats vond.
Er worden gegevens en ervaringen uitge
wisseld, terwijl men elkaar op de hoogte
stelt van de technische ontwikkelingen
op brouwerijgebied.
De vergadering stond onder voorzitter
schap van Ir. R. van Marwijk Kooy, ter
wijl van onze zijde aan deze discussie
onder meer deelnamen: Dr. G. G. A.
Mastenbroek, Drs. B. W. Drost, de heer
F. E. Gaeng, Ir. W. F. Schipper, de
heer V. B. Pelt en de heer Chr. H. J.
Dams.
Op woensdag 6 oktober, de laatste dag
van dit bezoek, werd onze nieuwe ves
tiging in Helmond bezichtigd.
(Vervolg op pag. 2)
Het is waarschijnlijk de eerste maal in
de bijna 100-jarige geschiedenis van de
brouwerij dat een van haar medewerkers
in het Stedelijk Museum exposeert. Het
is de heer A. Albers (Chef Reklame Stu
dio) die daar van 29 oktober tot 21 no
vember met de andere leden van de
vereniging van beeldende kunstenaars
„De Brug" hun werken tentoonstellen.
Ook zal de collectie van de heer Albers
te bezichtigen zijn van 9-29 oktober in
gebouw „De Zwaan", Keizersgracht
474.
Het doet ons veel plezier dat de heer
Albers een dergelijke eer te beurt is ge
vallen en wij wensen hem van harte ge
luk en veel succes met zijn expositie.
Wij hopen dat velen onder u een uurtje
vrij kunnen maken om deze tentoonstel
ling te bezoeken. Steeds meer personen
gaan zich voor de schilderkunst interes
seren en velen hebben er reeds een vrije
tijdsbesteding in gevonden, hetzij door
zelf te schilderen, hetzij door het werk
van anderen te gaan bekijken.
Nederland heeft reeds lang een voor
aanstaande plaats in de wereld van de
beeldende kunst ingenomen. De Neder
landse meesters waren niet alleen be
roemd in de tijd van Rembrandt maar
ook in deze eeuw zijn er vele Neder
landse schilders met naam. Denkt u
maar eens aan Van Gogh, Toorop, Sluy-
ters en Van Dongen.
Gaat u nooit naar een museum? Dan is
misschien deze tentoonstelling een goede
gelegenheid om eens een kijkje in het
Stedelijk te gaan nemen. Mocht u na
uw bezoek besluiten dat de moderne
kunst niets voor u is, ga dan eens naar
het Rijksmuseum. Het zou ons verwon
deren, indien u in geen van beide mu
seums een aantal schilderijen zoudt vin
den die u aanspreken.
De heer Albers tijdens de expositie van zijn werk in de kantine,
enige maanden geleden.
uiterlijk en innerlijk, is de titel
van een boekje geschreven door de Leid-
se hoogleraar prof. dr. A. Chorus en uit
gegeven bij A. W. Sijthoff. Dit geschrift
dat onlangs de derde druk beleefde, be
vat een psychologische karakteristiek
van de Nederlander. Mensen die gein-
teresserd zijn in de vraag wie wij eigen
lijk zijn, hoe wij ons gedragen en vooral
waarom wij zo zijn, raden wij aan dit
boek eens ter hand nemen.
Wij hebben uit dit geschrift geleerd dat
de Nederlanders vele voortreffelijke
eigenschappen bezitten zoals bijv. werk
lust, volharding, eenvoud, vrijheidszin,
doch daarnaast natuurlijk ook minder
goede hoedanigheden zoals bijv. de hang
naar perfectionisme, gebrek aan fanta
sie, verkeerde zuinigheid, e.d. Wij waren
bijzonder nieuwsgierig of wij ook iets
konden lezen over de herkomst van ons
gebrek aan goede manieren waarover wij
veertien dagen geleden schreven in deze
zelfde rubriek onder het opschrift „op
geruimd'.
Inderdaad troffen wij dit onderwerp aan.
De schrijver verklaart dit gebrek uit het
feit dat ons land bevolkt werd door vrije
burgers die gevestigd waren in de kleine
steden en op het platteland. Deze
vrije burgers trachtten privileges te ver
krijgen en te handhaven, waarbij van
enige leiding door een bepaalde groep
- zoals in andere landen - geen sprake
was.
Deze burgers konden hun individualisme
gemakkelijk uitleven in het land van de
wijde polders en het vele water. Op het
water maakten de kapers en geuzen uit
„hoe het hoorde". Dit zou een verkla
ring kunnen zijn van die typische ka
raktertrek die wij zouden willen aan
duiden door „gebrek aan zelfdiscipline".
Het resultaat van deze karaktertrek be
merken wij dagelijks in bet verkeer. Ook
het kwistig rondstrooien van huisvuil in
de bossen, in de grachten en in het be
drijf zou daarvan het gevolg kunnen
zijn, evenals de baldadigheid van de
jeugd. Het lijkt ons niet vreemd dat het
karakter van een volk voor een belang
rijk deel wordt bepaald door zijn ge
schiedenis. Wel vreemd achten wij het
feit dat het blijkbaar niet mogelijk is
zo'n karaktertrek door een beroep op
het gezonde verstand uit te schakelen.
Jammer! Attendens