STOOM FABRICEREN EN STOOM GELEIDEN
2
Hier ziet u een foto van de plaats waar
de stoom, zowel hoge druk als lage
druk, binnenkomt en gedistribueerd
wordt voor zijn diverse bestemmingen.
In het linker horizontale verdeelstuk
komt de hoge druk stoom van de stoom
ketel uit het ketelhuis.
Via de afgaande verticale dunnere lei
dingen, gaat de stoom naar de hoge druk
stoomverbruikers, zoals de stoomturbine.
In het rechtse horizontale verdeelstuk
komt de afgewerkte stoom (lage-druk-
stoom) van de stoomturbine.
Via de afgaande leidingen gaat de stoom
naar zijn lage-drukstoomverbruikers, zo
als de verwarming in het gehele bedrijf,
het brouwhuis, de pasteuriseerbakken
van de bottelarij enz.
Op deze foto ziet u de oude hoofd-
stoomzuigermachine (vermogen 1.500
PK), die in 1924 in bedrijf gesteld werd.
Tot 1955 heeft hij dienst gedaan, nadat
inmiddels in 1945 er een turbine bijge
komen was. Ook deze turbine is dit
jaar vervangen door weer een grotere
5.000 PK).
Nu dient zij nog als reserve en zal in de
nabije toekomst, wanneer ook de oude
turbine omgebouwd en gemoderniseerd
is, geheel verdwijnen. In 1930 leverde
deze machine alle stroom en kracht
voor het gehele bedrijf.
De linker riem dreef het bovendrijf werk
aan, waarop weer ammoniakcompresso-
ren in beweging gebracht werden voor de
koeling. Be rechter riem dreef het onder
drijfwerk aan, waarop een gelijkstroom
dynamo en nog een compressor aange
dreven werden.
Deze stoomzuigermachine bezit twee
cylinders, waarvan in de eerste, de hoge-
drukcylinder, de ketelstoom toegevoegd
werd.
Afgewerkte stoom van deze eerste cy
linder werd als kookstoom de fabriek
ingestuurd.
Naar behoefte aan kracht en stroom,
werd wel of niet de tweede cylinder ge
bruikt.
(vervolg van pag. 1)
derland, vielen de eerste bommen op
Schiphol, Rotterdam, Den Haag; de
oorlog was begonnen.
„We lagen juist in Woerden", vertelt
mr Elink Schuurman „en met dat ant
woord op mijn rekest in handen kon ik
eenvoudig niet geloven dat het te laat
was, maar de feiten wezen het uit, we
moesten ons onmiddellijk verplaatsen
naar Voorschoten en daar was het wach
ten wat er verder gebeurde. Ik herinner
mij nog goed, dat ik in een cafeetje daar
met een oud-studievriend wat balorig
stond te biljarten het was 16 mei,
twee dagen na de capitulatie. Kort daar
op werd mijn vriend op het matje ge
roepen omdat hij, heel ongepast, als
luitenant met een gewone soldaat had ge
biljart
Toch nog vlugger dan hij hoopte, werd
de soldaat mr Elink Schuurman als
„landbouwer, ongehuwd" gedemobili
seerd. Indië was onbereikbaar. Het
werd een vreemde avontuurlijke tijd.
Heel in 't begin van de bezetting kwam
hij, omdat hij de hoofdcommissaris van
politie goed kende, bij de inspecteurs
opleiding van de Haagse politie. Het
bureau aan de Stationsweg bood heel
wat wonderlijke belevenissen het staat
immers midden in de „rosse" buurt van
de residentie - maar lang duurde die
toestand niet, want zodra een NSB'er er
de leiding kreeg maakte de aspirant
inspecteur dat hij weg kwam. Geruime
tijd werkte hij vervolgens als ambtenaar
voor de tuchtrechtspraak op het departe
ment van economische zaken, waar
mensen, die op het gebied van de voed
selvoorziening overtredingen hadden be
gaan, geldboetes (liever geen hechtenis-
straffen) werden opgelegd.
Bij het einde van de oorlog zat de jonge
jurist voor de deur van zijn flat op de
Plaats een ondergronds blaadje te lezen
- de lucht was nog vol van het Wilhel
mus voor het Paleis Noordeinde en de
echo's van de laatste Duitse pistool
schoten - toen er plotseling een jeep
stopte met een vriend die al lang tevoren
naar Engeland was ontsnapt. Na korte
beraadslaging besloot mr Elink Schuur
man op het aanbod van deze vriend in te
gaan en „als levende smokelwaar" mee
te rijden naar Eindhoven. „Dat was al
een eindje in de goede richting naar
Indië en daarom deed ik het".
Het wervingsbureau nam hem aan bij
de expeditionaire macht en het duurde
niet lang of de reis ging naar Londen,
waar hij zich in burgerpak meldde en te
horen kreeg dat hij als officier zo spoe
dig mogelijk naar Indië zou kunnen. Dit
„zo spoedig mogelijk" moest wel met
een korreltje zout genomen worden. Er
was een hoge officier, die meende dat
een gewoon soldaat niet zomaar in de
rang, de hem beliefde („ik vond kapi
tein wel iets!"), kon worden uitgezonden
en er vielen barse woorden, maar ten
slotte - dank zij de NICA (Netherlands
Indies Civil Administration) - kon hij
zich op de Curasao (oorspronkelijk een
Duits schip dat bij het begin van de
oorlog in de Antillen was ingepikt) in
schepen en zo ging het via Aruba, het
Panamakanaal en*de Stille Zuidzee naar
Sydney. Het was de eerste Nederlandse
boot, die na de oorlog Aruba aandeed
en dat betekende natuurlijk feest! Maar
dit feest was nog slechts kinderspel in
vergelijking met wat mr Elink Schuur
man in de kanaalzone meemaakte, toen
daar (in Cristobal Colón) de Amerikanen
de capitulatie van Japan vierden.
Van Sydney ging hij naar het Columbia-
kamp in Brisbane en vandaar naar Ba
tavia, alwaar hij tot juli 1947 verbleef;
Batavia, een stad die hij nauwelijks
kende omdat hij er alleen als twaalf
jarige jongen even was geweest op door
reis naar Nederland. Volgens contract
met de NICA zou hij drie jaar werkzaam
zijn op de scheepvaartafdeling van het
Nederlands-Indische gouvernement - een
bezigheid die hem bijzonder lag - en hij
zou daar ook wel gebleven zijn, als er
(slot op pag. 3)