AMSTEL
De dag van het jaar
Zonnig Helmond beleefde heuglijke dag
Het huishoudboekje...
PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V.
Nr. 1 3 - 1 juli 1965
Ons bedrijf in Helmond is zaterdag 19
juni op feestelijke wijze geopend.
Wij weten het allen en velen onder
ons hebben het geweten, want om nu
maar eens te beginnen met iets wat
eigenlijk als laatste behoort te komen:
onze directie en vele andere Amstel
mensen hebben die zaterdag een zware
dag beleefd en ongewone taken niette
min op blijmoedige wijze verricht.
De dag begon met een persconferentie
in de opslag leeg goed, zoals het voorste
gedeelte van de bottelarij wordt ge
noemd. Hier kwamen ca. dertig ver
tegenwoordigers van de dagblad- en vak
pers bijeen en hier hoorden zij het pro
gramma van deze dag uiteenzetten door
de heer A. H. W. von Freytag Drabbe,
die sinds kort in ons bedrijf de functie
bekleedt van hoofd der afdeling Public
Relations en als zodanig ook de con
tacten met de pers onderhoudt.
Nadat de pers de hal had verlaten ont
ving de raad van beheer directieleden
van de aannemingsmaatschappij, de Hol-
landsche Beton Maatschappij, en het
architectenbureau Van Hasselt en De
Koning. De heren van de HBM droegen
een monumentale vlaggestok over, die
bij de ingang van het terrein was ge
plaatst, waarna de Nederlandse vlag
werd gehesen. Van het architectenbureau
ontving de vestiging Helmond een aqua
rel, die het bedrijf voorstelde.
Het is in het zuiden gebruikelijk een
nieuw bedrijf in te laten zegenen en
daarom had de directie hiertoe de deken
van Helmond, de zeereerwaarde heer
W. J. A. van Haaren uitgenodigd, die te
kwart voor twaalf in de bottelarij aan
wezig was, samen met zijn pastoor. Na
de inzegeningsritus, overhandigde de
deken een klein bronzen kruis aan de
heer Kranenberg die het aan de muur
ophing.
Voorlopig werd nu het terrein aan de
Churchill-laan verlaten, want de journa
listen vertrokken met een bus naar hotel
Van Tilburg om het noenmaal te ge
bruiken, terwijl in hotel De Beurs een
aantal genodigden, o.w. minister Bies
heuvel en de commissaris van de Ko
ningin in Noord-Brabant, dr C. N. M.
Kortmann de gast waren van onze di
rectie. Zowel hier als bij de journalisten
was het menu vermeld op een openings
glas, hetgeen de gasten ten geschenke
kregen.
Inmiddels was op het terrein een ruste
loze activiteit gaande, zoals dit al dagen
lang het geval was geweest. Hier werd
nu de laatste hand gelegd aan de voorbe
reidingen teneinde de gasten zo goed
(Vervolg op pagina 2)
Even na overreiking van de zweep: de paarden staan op het punt de wagen naar
buiten te trekken. Bij de bok minister Biesheuvel en ir. Van Marwijk Kooy. Op de
bok de koetsier E. Koome. Links is een cameraman in actie.
is in vele Nederlandse gezinnen een
bekend instituut. Het is een practisch
hulpmiddel om te zien waaraan wij ons
geld hebben uitgegeven.
Het is daarom dat wij ons bijzonder ge
lukkig prijzen in dit nummer van ons
personeelsorgaan een overzicht te kun
nen geven van het jaarverslag.
Aan de bedragen in dit huishoudboekje
zullen we misschien even moeten wen
nen, maar belangrijker dan de grootte
van de bedragen lijkt ons de onderlinge
verhouding van de bestedingsposten.
Hierdoor kunnen wij inzicht verkrijgen
van de wijze waarop het omzetbedrag is
besteed. Helaas werken nog veel mensen
uitsluitend omdat het werk verdienste
geeft en niet omdat het werk tevens
verdienste heeft. Door het verrichten
van arbeid kunnen wij bestaan doch
even belangrijk is het dat wij door het
werk in staat zijn om onszelf te recht
vaardigen. Deze rechtvaardiging maakt
ons leven zinvol en de moeite waard. In
dit licht gezien, is het van uitermate
groot belang te weten wat het resultaat
van onze arbeid is geweest.
Er is echter nog een aspect dat wij willen
noemen nu het jaarverslag over 1964
voor ons ligt.
Wij doelen hier op het feit, dat deze
resultaten tot stand zijn gekomeii door
onze gezamenlijke inspanning d.w.z.
door onze totale bedrijfsgemeensehap.
Doorgaans staan wij niet zo stil bij het
feit dat wij een gemeenschap vormen,
met uitzondering van situaties als bij de
nieuwjaarsreceptie of bij de opening van
ons bedrijf in Helmond of bij een andere
manifestatie. Meestal lopen wij elkaar
in het bedrijf achteloos voorhij of - ern
stiger werken wij elkaar zelfs tegen.
Wij beseffen dan onvoldoende dat men
sen in een bepaalde gemeenschap op
elkaar aangewezen en elkaar nodig heb
ben om het doel dat de gemeenschap
zich stelt, te bereiken.
Wij hopen, da! het kennisnemen van het
jaarverslag over 1964 en de bijzonder
heden op 19 juni jl. ons meer bewust
maken van het feit, dat wij samen de
Amstelgemeenschap vormen opdat wij
over de resultaten van 1965 net zo ver
heugd mogen zijn als over die van het
afgelopen jaar.
Attendens
1