Twintig jaar bazenciub
2
Alles blij, maakt de mei.
Twintig jaar na de geboorte van de
„Bazenciub" - geestelijke vader: de heer
Fokke bleken redenen genoeg aanwe
zig om eens extra bij dat vierde lustrum
stil te staan. Een feestcommissie be
staande uit drie personen had Kennis en
Kunde genoeg om op zaterdag 22 mei
jl. te tonen op welke eminente wijze
afgerekend kan worden met de tegen
woordig zwaar drukkende beslommerin
gen.
Wat een dag is dat geworden; wat een
perfecte organisatie was hier in 't spel!
Woorden van waardering en dank aan
de heren Kuyvenhoven, Both en Bouw
man.
Te 10.20 uur waren alle bazen met hun
echtgenoten aanwezig op het terras van
het fraai gelegen Artis-restaurant. De
dag beloofde prachtig te worden. Na een
kopje koffie gaf een wandeling door de
plantsoenen stof genoeg tot gezellig ge
kout, zodat, toen de tijd aanbrak voor
de lunch in de Gijsbreghtkelder, men
node afscheid nam van de flora en fauna
in deze wonderwereld van de hoofdstad.
Bij het aanschouwen van de romantische
brouwerijkelder viel men van de ene ver
bazing in de andere. Hier was de welwil
lende medewerking van de heer War-
menhoven zeer van pas gekomen. De
brouwerij van Helmond werd door het
echtpaar Timmerman vertegenwoordigd;
het echtpaar Bolland misten we helaas
in verband met drukke werkzaamheden.
De heer ir Van Marwijk Kooy gaf van
zijn belangstelling blijk door aan te zit
ten aan de speciale Brabantse koffie
tafel, die de lotsverbondenheid met Hel
mond moest symboliseren. Jammer ge
noeg ontbrak onze bedrijfsingenieur de
heer Boonen, wiens aanwezigheid vereist
was te Helmond. Tot aller genoegen
waren de hoofden van dienst de heren
Pelt, ir Schipper en Broekhuysen wel
aanwezig. Zichtbaar deelden ook zij in
de gezelligheid en feestelijkheid.
Voorz. Voet sprak een voortreffelijk
openingswoord.
De heer Kuyvenhoven, die verantwoor
delijk was voor het protocol, had de
beschikking over de tafelbel van het Hel-
mondse mannenkoor. In volle praal en
pracht prijkten de speciaal voor deze
gelegenheid ontworpen bierglazen met
hun kostelijke inhoud op de smaakvol
gedecoreerde tafels. Als geschenk en als
herinnering mochten de glazen worden
behouden. Wat eveneens zeer in de
smaak viel, was de bediening door Hel-
mondse Keiebijters. De vermomming
werd spoedig ontdekt: het was ons eigen
kelderpersoneel.
Keurige affiches uitgevoerd met plak
kaatverf gaven onze directeur - die in
tussen van het een en ander erg genoot
- praatstof genoeg.
Niet alleen over de status van de baas
vroeger, maar ook over de status van de
baas nu vertelde hij interessante dingen.
Dit ging dan over het bedrijf, maar
merkte hij rhetorisch op: ,,Hoe is de
status van deze persoon thuis"? De heer
Van Marwijk Kooy, die ondanks zijn
drukke werkzaamheden nog tijd vond
het feestelijk gebeuren luister bij te zet
ten, wist door de talrijke opmerkingen
in prozaïsche omlijsting gevat, een op
merkelijke sfeer te scheppen.
Snel verstreek de tijd. Het tweede ge
deelte van het programma wachtte. Om
kwart over drie ging het gezelschap
scheep in een rondvaartboot met bestem
ming Ouderkerk a/d Amstel. De boot
droeg de naam Petrus Plancius. Nu, het
mag dan zijn dat de geleerde Plancius
belangrijke dingen deed, toch ont
dekten wij op onze tocht ook nog 't een
en ander. Dat was namelijk datgene wat
haast onafscheidelijk verbonden is aan
een reisje: geestelijke afwisseling. En die
was er genoeg! Geestigheden werden om
de haverklap gelanceerd. Met verschil
lende vondsten zou een bekend humorist
hier te lande, zo blij zijn als een kind.
Geen motorgeronk was in staat de luid
ruchtigheid in de boot te overstemmen.
We voeren het opleidingsschip Pollux
met zijn drie masten voorbij. Gedachten-
associaties drongen zich op. Daar, voor
aan op het schip de Fokke-mast. Het
schip een toonbeeld van het verleden.
Onze gezagvoerder maakte ons opmerk
zaam op iets onder de boegspriet: zinne
beeld van het heden.
Intussen voeren we de stad uit. De grote
zeeschepen aan de kaden raakten uit het
gezicht, voort ging het langs met pijpe-
kruid begroeide boorden. Dat fluiten-
kruid! Materiaal, dat onze oud-voorzit
ter niet nodig had om te kunnen fluiten.
Vol overgave trachtte hij de kunst van
het op de vingers fuiten over te dragen
op de echtgenote van een zekere baas.
Heel wat staat in bloei in het rijk der
natuur. Rood en wit bloeiende mei
doorns, kastanjebomen, noem maar op.
't Is immers bloeimaand. En vandaag
vertoonde zich de natuur wel op haar
best.
We rondden de Rietlanden, gingen via
het Amsterdam-Rijnkanaal de Gaasp op
en kwamen op de Amstel, nadat we een
stukje kanaal, dat oorspronkelijk deel
uitmaakte van de verbinding Amster-
dam-Duitsland (Amsterdam-Merwede-
plan) bevaren hadden. Dit gebeurde niet
zonder een intermezzo: de heer Wim-
mers verstoutte zich achter het stuur
plaats te nemen. Zelfs had hij na enkele
minuten al de jas van de kapitein aan!
Na een behouden vaart door de lande
lijke dreven gingen we in de nabijheid
van café-restaurant De oude Prins te
Ouderkerk van boord. De klap op de
vuurpijl vormde ons toeven hier: Men
danste, zong, was vrolijk, boog zich ten
slotte over een uitstekend diner en liet
zich de spijzen en dranken goed smaken.
Nadat aan de heer Fokke waarderende
woorden gewijd waren bij monde van
de heer Voet, gaf de oud-voorzitter
een uiteenzetting over het verleden van
de club. De heer Schipper deed ook van
zich spreken. Hij gaf op gedecideerde
wijze blijk van zijn genegenheid t.a.v.
de brouwerij en de bazenciub. De heer
Broekhuysen onderstreepte de betekenis
van hetgeen hij deze dag beleefd had en
stelde het een en ander uit het dagelijkse
bedrijfsleven in het juiste licht.
Het was reeds middernacht toen de auto
bus ons naar de stad bracht. Toen we
thuiskwamen was ook het hondje Jupiter
blij. v. L.
V.l.n.r. de heren IJ. N. Galema, H. IJ. N. Tijssen, P. Kronenberg, N. Tetteroo, C. G. van Rijn
Onlangs kwamen bovenstaande heren, werkzaam op ons kantoor in Den Haag, naar
de brouwerij om aldaar uit handen van de heer Kranenberg de gouden speld voor
vijfentwintig jaar dienstverband in ontvangst te nemen, naar aanleiding van het
feit dat zij reeds geruime tijd geleden hebben gejubileerd.