Kerstlegenden uit allerlei landen
Het eigenlijke verhaal aangaande de ge
boorte van Christus, zoals de bijbel ons
dat doet, is maar kort en de details zijn niet
veeltallig. Groot is daarentegen het aan
tal legenden die om de geboorte in Beth
lehem zijn geweven. Zij zijn geworden
tot een schat van volksverhalen. Aange
zien vele daarvan zijn ontstaan toen het
woord nog niet gedrukt kon worden,
werden ze mondeling overgeleverd, ver
rijkt en versierd door elke verteller.
DE HAGEDOORN
Zo heeft, volgens een oude Engelse le
gende, Jozef van Arimathea, in wiens
graf Jezus werd gelegd, de Heilige Graal
naar Engeland gebracht en hij plantte
zijn staf van hagedoorn bij Glastonbury
in de aarde. Deze schoot wortel, werd
een boom en bloeide iedere Kerstmis
daarna ter ere van de Heilige Geboorte.
Stekjes ervan werden in allerlei delen
van Engeland uitgezet en voor altijd, al
dus de legende, zullen alle hagedoorns
met Kerstmis bloeien.
DE KERSEBOOM
Op weg naar Bethlehem komen Maria
en Jozef langs een kerseboom, waarvan
de takken vol hangen met kersen. Maria
kijkt er verlangend naar, maar zij kan
er niet bij. Ze vraagt Jozef er een paar
voor haar te plukken opdat zij haar dorst
kan lessen. Maar Jozef wil verder gaan
en schuwt elk oponthoud. Hij weigert
daarom en zegt: „Kom, Maria, ik zeg u
dat als we gindse stad niet bereiken, wij
het weieens kwaad te verduren kunnen
krijgen." Dan roept Maria Gods hulp in.
En ziet, onmiddellijk buigt de oude boom
naar voren en reikt haar zijn volle tak
ken. Terwijl Maria de kersen plukt valt
Jozef berouwvol op zijn knieën om ver
giffenis te vragen voor het weigeren van
zo'n kleine gunst. Nu begrijpt hij dat het
kind, hetwelk Maria draagt, Gods Zoon is.
DE VUURVASTE MANTEL
Op een nacht gaat Jozef de stal uit om
iets te halen waaraan Maria en het Kind
zich kunnen warmen. Op zoek naar bran
dende kolen ziet hij drie herders die
rond een vuur zitten. Zij zijn verbaasd
dat hun hond geen dreigende houding
tegen de vreemdeling aanneemt. Met hun
toestemming neemt Jozef enige vurige
kolen die hij op zijn uitgespreide mantel
legt. Deze vat, wonderlijk genoeg, geen
vlam. Dan vertrekt hij. Een engel daalt
uit de hemel en zegt hun naar de stal te
gaan. Daar vinden zij het Christuskind
gekoesterd door een vuur op de mantel,
die nog geen schroeiplek vertoont.
HET ROODBORSTJE
Teneinde het vuur brandende te houden
gaat er een dapper vogeltje vlak bij staan
en laat de kooltjes oplichten door met
zijn vleugels te blijven slaan. De gloed
maakt de borst van het vogeltje rood tot
in lengte van dagen.
DE NACHTEGAAL
Elke nacht zong Maria het Kind in slaap.
Maar op zekere nacht was het onrustig.
Het viel pas in slaap toen een nachtegaal
op de schouder van Maria neerstreek en
daar instemde met Maria's wiegelied. De
dankbare moeder schonk daarop alle
nachtegalen hun schone geluid.
DE WONDERBARE OOGST
Op de vlucht voor de soldaten van Hero
des die Jezus willen doden, komt de
Heilige Familie over een akker waar een
boer koren aan het zaaien is. Maria wil
niet dat de man een leugen zal vertellen
aan de achtervolgende soldaten en zij
zegt hem de waarheid te spreken, name
lijk dat hij het gezin had zien voorbij
gaan terwijl hij aan het zaaien was.
Nauwelijks zijn zij weg of het koren
schiet uit de grond en als de soldaten
komen zien zij een veld vol wuivende
aren. Bij het horen van het verhaal van
de boer, keren zij terug omdat zij na
tuurlijk aannemen dat het gezin al maan
den geleden voorbijgekomen was.
DE VLIEG EN DE SPIN
Het gezin, op weg naar Egypte, zet zich
vermoeid neer en valt in slaap. De sol
daten van Herodes komen aan, maar een
vlieg wekt Jozef en het gezin verbergt
zich in een grot. Dan begint een spin
een web voor de ingang te weven waar
door de soldaten ervan overtuigd zijn dat
niemand daar naar binnen is gegaan.
8