Tweemaal zilver: D. de Vries en H. S. Brusik Dinsdag 28 april j.l. werden de heren D. de Vries, chauffeur, en H. S. Brusik, trommel- mouter, in de Gijshreghtkelder gehuldigd ter gelegenheid van hun vijfentwintigjarig dienstjubileum. De heer Stomps, die de eerstgenoemde jubilaris als vijftienjarige jongen had zien beginnen in de bottelarij, de af deling waar alle jongens begonnen en van waar zij uitzwierven over het bedrijf, sprak als eerste. Hij bracht in herinnering dat de heer De Vries al spoedig naar de expe ditie ging. Tijdens de oorlog werd hij twee jaar verplicht te werk gesteld in Duitsland en kwam toen bij de brouwerij terug, waar hij lorrierijder werd. De bepaalde vrijheid die hij daar had lag hem goed. Later ging hij een heftruck besturen en manoeuvreer de daar al spoedig op meesterlijke wijze mee. Tenslotte kwam hij als chauffeur op een brouwerswagen en kreeg zodoende kon- takt met de klanten, die, naar hun getui genis zeer tevreden zijn met hem. Het komt betrekkelijk weinig voor dat er mensen uit de mouterij jubileren. Dit komt, aldus de heer Aalbers, chef van de moute rij, die het woord richtte tot de heer Bru sik, dat er maar zo wenig mensen werken. Jubilaris Brusik kwam negentien jaar ge leden als hulpmonteur in onze mouterij; later werd hij mouter. Onze mouterij eist veel van lichaam en geester is veel ge ritsel in pijpen en buizen, want er gaat 70.000 ton gerst per jaar door; de af deling is over enkele verdiepingen verdeeld en met zijn vele trappen een onoverzichte lijk geheel; er zijn veel kleine electro- motoren, die allemaal iets kunnen manke ren. Kortom, men weet in de mouterij wat er te doen is. De heer Aalbers feliciteerde de jubilaris en sprak zijn grote tevreden heid uit over de manier waarop deze zijn werk verricht had. Nadat de heer Kamsteeg het woord had gericht tot jubilaris De Vries, overhandig de de heer Albers met enkele geestige woorden een zak met moutkiemen (waarin een envelop met inhoud was verstopt) aan zijn jubilerende collega Brusik en bloemen aan diens vrouw. Ook de heer Walter sprak zijn collega De Vries toe en daarna was het woord aan de heer Broekhuysen die beiden in zijn toe spraak betrok. De heer Koch sprak namens het NVV jubilaris Brusik toe, bood zowel hem als zijn vrouw een geschenk aan. Als laatste overhandigde de heer Fransen aan beide jubilarissen een envelop met in houd. nog beschouwt hij haar als zijn levensbron; hij staat onbegrijpend te kijken, als ik hem eens zijn maaltijd voorzet. Honden leefden vroeger in een roedel met een leider, zoals b.v. bij de wolven, en die leider wordt door de hond(en) gekozen. Mijn vrouw mag dan door mijn hond als zijn levens bron beschouwd wordt, zijn baas is de lei der van de roedel, hetgeen blijkt wanneer mijn trouwe viervoeter zich in volkomen overgave op zijn rug aan mijn voeten werpt. Een teken van onderdanigheid, want een op zijn rug liggende hond is volkomen weerloos. Daarna kan ik dan een uitbundige bui van blijdschap verwachten, waarbij ik moet op passen, dat hij me niet omver springt. Ik kan u van en over mijn hond nog zo ont zaglijk veel vertellen, maar dat vindt onze redacteur nu niet relevant. G. van Vrede Mede namens mijn vrouw dank ik u allen zeer hartelijk voor uw belangstelling en attenties, die wij op onze huwelijksdag mochten ondervinden. E. Gravesteyn Op 22 april j.l. is de heer E. Gravesteijn in het huwelijk getreden met mejuffrouw C. E. Pars. Tijdens de huwelijksvoltrekking op het stadhuis van Dordrecht werd bo venstaande foto gemaakt. De heer Grave steijn is van de Afvulafdeling, Technische Dienst. 14

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1964 | | pagina 16