digd voor Louise Ulrica door haar hof
juwelier Anders Almgren te Stockholm,
volgens een ontwerp van Jean E. Rehn
(kopergravure eveneens op deze tentoon
stelling). Later werd deze kroon eveneens
gedragen door Sophia Magdalena, gemalin
van Gustaaf III, bij de kroning in 1772.
De kroon is onveranderd gebleven sedert
de voltooiing. Als voorbeeld heeft de ko-
ninginnekroon gediend die in 1725 voor
Maria Leszcinska, de gemalin van Lode-
wijk XV, door de hofjuwelier Rondé de
Jonge in Parijs werd vervaardigd. De
kroon is bezet met 695 diamanten, groten
deels afkomstig van een oudere Zweedse
koninginnekroon
Prof. dr. Carl Nordenfalk, directeur van
het Nationaal Museum te Stockholm, droeg
„Zwedens kostbaarste kroonjuweel" ge
woon in de hand, toen hij op Schiphol
uit de Caravelle Hall Viking van de SAS
stapte. Dat wil zeggen, in een houten kist-
De zilveren doopvont; nog steeds in gebruik bij de doop van Zweedse koningskinderen.
21