een
klein
14 juli - quatorze ju ill et
Een blik op de kalender leert ons, dat de veertiende juli nadert. Natuurlijk is hij alweer
voorbij wanneer u dit leest, maar dat zijn nu eenmaal de avonturen die men met een
maandblad beleeft
Veertien juli is een nationale feestdag in Frankrijk, waarop men de bestorming van de
Bastille in 1789 herdenkt. Het is niet moeilijk veel belangrijkere data in de Franse ge
schiedenis aan te wijzen, dagen die met meer recht in aanmerking zouden komen om als
nationale feestdag te worden gevierd, maar het ontstaan van een nationale feestdag wordt
vaak door allerlei onweegbare factoren bepaald.
De volksoploop, die tenslotte leidde tot het
overmeesteren van de bezetting van een
oude vesting (zoiets als de Tower in Lon
den), is het begin geweest van de Franse
revolutie, een tijdperk in de geschiedenis,
dat zo belangrijk is geweest, dat men het
als een keerpunt beschouwt in het leven
van de Europese mens. Het is dan ook
geen wonder, dat de legendevorming in het
gebeuren van die veertiende juli 1789 een
uitnemende voedingsbodem vond. Maar
ondanks de geestdrift waarmee ieder jaar
Quatorze Juillet wordt gevierd, hebben de
Franse geschiedkundigen het hoofd koel
gehouden en nauwkeurig nagevorst wat er
nu precies gebeurde op die zomerdag in
1789.
De Bastille was in de ogen van het volk
een symbool van het despotisme der re
gering en de haat die het daartegen koes
terde, werd eveneens gevoeld door de adel
en de derde stand.
Het gistte reeds jarenlang in Parijs en men
vreesde, dat het hof een staatsgreep zou
uitvoeren, om de ingang van de nieuwe
ideeën te voorkomen. In alle vroegte wa
ren er dan ook vele mensen op straat en
onder leiding van enkele figuren, die op
gewelddadigheden uit waren drongen zij
het tuighuis, het Hötel des Invalides bin
nen, waar ze musketten meenamen.
Plotseling waren dus duizenden burgers ge
wapend en met die wapens wilden ze ook
huis niet op tegenstand waren gestoten,
noch achtervolgd waren. Hierdoor ontstond
een roes: ongestraft wapens stelen is iets
ongehoords. En toen riep iemand: „Naar
de Bastille!"
Zulke kreten hoort men in dergelijke om
standigheden meer en misschien roept
iemand zoiets met opzet om de groep van
gevaarlijker doelen af te houden.
Het is niet bekend waarom men juist de
Bastille heeft genoemd, maar dat men op
het voorstel inging vond zijn oorzaak be
halve in de reeds genoemde haat ook in
het feit, dat men meende het wapendepot
aldaar te kunnen plunderen. Het is beslist
niet zo, dat de menigte de wapens uit het
tuighuis stal teneinde daarmee de Bastille
te veroveren; iets wat, militair gezien, voor
een met musketten gewapende menigte ook
niet mogelijk was geweest.
De Bastille deed dienst als gevangenis en
lag midden in de stad; markies Jourdan
de Launav, de bevelhebber, had tweeën
tachtig invaliden en tweeëndertig Zwitsers
als bezetting onder zijn bevel. Dat de Bas-
tille veroverd is, was geen gevolg van de
taktiek der belegeraars of het versagen
van de bezetting. Er ontstond een vuurge
vecht, dat vier uur duurde en hierbij sneu
velde één man van de belegerden.
Zo vreemd als het ons nu voorkomt, dat
het publiek midden in de stad vier uur
lang ongestoord kan schieten zonder dat
politie of soldaten daaraan een eind maak
ten, zo vreemd vonden de belegerden dat
ook en bovendien beangstigend, want ze
Op
stationnetje
(Ptetei* Qoemansl
OF EEN KLEIN STATIONNETJE
Weer is een grammofoonplaatje van de
Amstel Brouwerij zijn tocht naar platen
spelers en jukeboxes begonnen. Met een
snelheid van 45 toeren per minuut zingt
Johnn, Liefeld (Jamaica Johnny). Op een
klein stationnetje (muziek en tekst van
Fieter Goemans) en op de keerzijde wordt
de Amsterdam-Calypso ten gehore gebracht
(muziek: Liefeld, tekst: Liefeld!Goemans)
Hierboven staat de hoes afgebeeld, die
op fleurige wijze aantrekkelijk is uitge
voerd.
8