I Herinneringen van een oudgediende Overwerken In de loop der jaren is er op de brouwerij door allerlei verbouwingen veel veranderd. Nieuwe gebouwen zijn verrezen, vaak ten koste van oude en het is begrijpelijk, dat de ouderen onder ons met weemoed denken aan de tijd, dat die afdelingen nog in volle glorie dienst deden. Voor het optrekken van het gebouw, waarin het nieuwe gedeelte van de gistkelder, de filterkelder en de op slagplaats van de bottelarij zijn onderge bracht, is de oude smederij verdwenen. Die bevond zich in de kleine ruimte, waar in voor kort nog de schilderswerkplaats was gevestigd. Een gedeelte was afgeschut en diende als kantoor van meester Meijer, de chef machinist, een grote rijzige ge stalte, met een grijs puntbaardje, een grijs linnen jasje en een helder gewassen blau we broek aan, op het hoofd een platte, z.g. Rotterdammer pet. Dat was meester Meijer, die je zo ongezouten, in woorden die niet voor de zondagschool bestemd waren, de waarheid kon zeggen. Er stonden o.a. drie draaibanken in de smederij, zodat de ruim te daar wel heel erg benauwd was. In mijn herinnering zie ik de drie draaiers achter hun banken staanVerdeun, voorman draaier, Piet Verwayen en onze onvergete lijke Rinus Vis. In de ruimte daarnaast stond Nelis Bood, de vuurwerker aan zijn smidse, lederen voorschoot, de mouwen opgestroopt, met Bertus van Joolen als voorslaander. Vele namen komen in de gedachten van degenen die toen in deze afdeling werkten, vrienden van wie er velen overleden zijn, anderen reeds jaren gepensioneerd zijn en van wie er nog slechts enkelen in het bedrijf werkzaam zijn. Toen meester Meijer met pensioen ging, werd hij opgevolgd door meester Blankestijn en onder diens leiding werden vele en grote karweien uitgevoerd. In die tijd moest er vrijwel iedere zondag worden overgewerkt om ingrijpende ver anderingen tot stand te brengen. Je begon dan meestal om zes uur en werkte een voudig door tot het werk klaar was, dik wijls tot diep in de nacht; 's maandagsmor gens om zeven uur was je weer present. De boterham werd van huis meegebracht. Op de plaats van het huidige vatengebouw was een open terrein, waar de vaten lagen. Een lange houten brug liep van de straat naar de smederij. Rechtsbeneden de stallen van Van Gend Loos, waar nu het hoofdkantoor staat.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1961 | | pagina 9