Van vergunningen en verloven Jeder, die in ons bedrijf werkt zal wel weten, dat voor het tappen en/of slijten van alkoholhoudende dranken een drankwetvergunning of verlof A wordt vereist. Bij velen zal het wel bij deze wetenschap blijven, maar men verwacht van brouwerijmensen nu eenmaal, dat zij er iets beter mee op de hoogte zijn dan buitenstaanders en daarom volgen hier enkele, uiteraard nogal beperkte, gegevens over deze vrij ingewikkelde materie. Drankwet van 1931 De Drankwet, welke in zijn huidige vorm dateert van 1931, stelt tot doel het regelen van de kleinhandel in alkoholhoudende dranken. Hij geeft aan hoe en op welke voorwaarden sterke en zwakalkoholische dranken mogen worden verkocht in voor het publiek toegankelijke lokaliteiten. Er zijn diverse soorten vergunningen, te weten: volledige vergunning (tap- en slijt- vergunning) voor de verkoop van sterke drank, zowel voor gebruik ter plaatse als elders. Hieruit vloeit voort, dat een tap- vergunning uitsluitend toestemming geeft voor het gebruik ter plaatse en een slijt- vergunning uitsluitend voor het gebruik elders De wet kent ook de Hotelvergunning en de Sociëteitsvergunning; de eerste dient voor de verkoop uitsluitend aan officieel ingeschreven hotelgasten, de laatste uit sluitend aan leden van de betreffende sociëteit. In beide gevallen wordt dus be doeld het gebruik ter plaatse. Het zal u duidelijk zijn, dat de eigenaar van een volledige vergunning of een tap- vergunning voor zijn bedrijf geen verlof A meer nodig heeft. Anders wordt het wanneer de exploitant van een horecabedrijf slechts de beschik king heeft over een Hotelvergunning. Hij zal voor zijn cafélokaliteit bovendien een verlof A nodig hebben, indien hij althans zwakalkoholische dranken (waaronder bier wel de voornaamste plaats inneemt) wil schenken. Vergunning op naam Het is niet gemakkelijk een vergunning op naam te krijgen. Dit komt, door dat voor elke gemeente een beperkt aantal vergunningen beschikbaar is en wel in verhouding tot het aantal inwoners. Dit aantal vergunningen wordt wettelijk per gemeente bepaald en kan eens per vijf jaar worden herzien; te dien einde moet de gemeenteraad een desbetreffend verzoek richten tot de Kroon. Dat verzoek komt dan terecht bij de inspectie van de Volks gezondheid, ministerie van Sociale Zaken, Den Haag, want onder dat ministerie res sorteert de Drankwet. Om in aanmerking te komen voor een vergunning of verlof A worden diverse eisen gesteld. Een van de voornaamste is wel, dat de aanvrager de beschikking moet hebben over een lokaliteit welke aan be paalde, door de wet voorgeschreven eisen voldoet, zoals oppervlakte (tenminste 35 m2), hoogte (tenminste 3 m) en ventilatie- mogelijkheid. Enkele gronden waarop een vergunning geweigerd kan worden, zijn: de aanvrager of diens echtgenote heeft reeds een ver gunning, de aanvrager is uit het actief of passief kiesrecht ontzet. Wordt een tapvergunning aangevraagd in een gemeente die het maximum reeds heeft bereikt, dan zal de gegadigde op een wachtlijst worden geplaatst; mocht later het maximum herzien en het aantal ver gunningen worden uitgebreid, dan kan men in aanmerking komen op volgorde zoals de wachtlijst die aangeeft. Een verlof A zal in vele gemeenten, in dien althans aan de eisen wordt voldaan, vrijwel altijd beschikbaar zijn. Uit het voorgaande is duidelijk geworden hoe moeilijk het in het algemeen is ver gunninghouder te worden. 1

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1961 | | pagina 3