Van het verstrekken van broodjes en melk,
zoals nu gelukkig gebeurt, was toen geen
sprake en voor het inhalen van de overuren
eenvoudig geen tijd.
Het grote gebouw, waarin nu de machine
werkplaats, de timmerwinkel, de kantine
en de bottelarij zijn gevestigd, bestond
toen nog niet. Op die plaats was een groot
open terrein, waar bergenhoog lege vaten
lagen en waar de spoelplaats en de kuiperij
zich bevonden. Midden op dit terrein was
de filtermassa-afdeling ondergebracht in
een houten gebouwtje.
Van de oude smederij liep een lange hou
ten brug schuin naar beneden tot aan de
Mauritskade en langs deze brug moesten
alle materialen, bestemd voor de werk
plaats, worden gebracht. Kwam er een
lading zout, voor het pekelnet, voor de
wal, dan ging de smederijploeg met hand
karren naar beneden. Een lang touw on
deraan de kar en onder de nodige hoera's
werden de vrachten dan omhoog getrokken.
Sterke ruggen
De spoelplaats was toen niet overdekt.
Het werken in de open lucht was
vooral 's winters verre van aange
naam. Ieder vat, groot of kiein, werd met
de hand opgetild en men moest wel een
heel sterke rug hebben om dit werk vol
te houden. De Gusto-tranporteurs waren
toen nog onbekend.
Uit de smederij kon men via een ijzeren
draaitrap op het laadbordes komen. De
vaten uit de kelder kwamen op dit bordes.
In het hoogseizoen zorgde de nachtploeg,
dat 's morgens hier de vaten klaar stonden
en hier werden dan de spanwagens en
auto's (toen nog veelal elektrisch) beladen.
Het was er een drukte en lawaai van
belang.
Het fabrieksterrein liep van de portiersloge
af steil naar beneden en wanneer 's zo
mers de spanwagens hoog opgeladen wa
ren, konden twee paarden deze vracht niet
naar boven krijgen; een derde paard, een
oudgediende, werd er dan bijgespannen.
Het was een fantastisch mooi gezicht deze
prachtig onderhouden tweespannen te zien
uitrijden; op de bok de koetsier (ik denk
aan de martiale figuur van Krebs) en
achterop zijn bijrijder.
De bottelarij bevond zich toen op de plaats
waar nu de Povietafdeling is, een kleine
bottelarij dus, want de twee verdiepingen
waren er niet bij.
Gelijkvloers stond een spoelmachine en
twee kettingtransporteurs liepen naar de
bovenverdiepingen. Met de hand werd in
iedere ijzeren beker die aan de ketting zat
een flesje gestopt. Aan de zijde van de
Mauritskade gleden de kisten door een sul
naar beneden en werden op steekwagens
naar de wal gereden. De kistentransporteur
die nu over de wal heenloopt was er toen
nog niet. Niemand kon toen vermoeden dat
flessebier zo n omvang zou aannemen, dat
er een bottelarij als de huidige nodig zou
zijn om aan de vraag te kunnen voldoen.
(wordt vervolgd) de Vries
Ter gelegenheid van het
huwelijk van de heer H. C.
van Rinsum op 18 maart,
versierden zijn collega's van
de filterkelder het filter
apparaat, waarvoor de brui
degom de verantwoordelijk
heid heeft. Hulde aan het
bruidspaar" was erop ge
schreven en bloemen en
platen gaven de machine
een feestelijk aanzien. Van
bruidegom en feestfilter werd
deze foto gemaakt.